1600 deelnemers voor 'Schoon Erf, Schoon Water'

Sylvia Koenders van Projecten LTO Noord en Kees Munting van Wetterskip Fryslân krijgen inmiddels al vragen uit andere sectoren. Of ze niet ook mee mogen doen. Dat zegt iets over het succes van het project ‘Schoon Erf, Schoon Water’. Met 1600 aanmeldingen neemt veel meer dan de helft van alle Friese melkveehouders deel. Koenders vermoedt dat vooral de positieve reacties uit het veld, agrariërs hebben gestimuleerd mee te doen. ‘Dat werkte als een olievlek.’

Er is taart in het kantoor van LTO Noord in Drachten. Nog geen week nadat de duizendste deelnemer verrast werd met gebak, vieren de projectleiders dat er zich de laatste week nog eens vijfhonderd melkveehouders voor ‘Schoon Erf, Schoon Water’ hebben aangemeld. ‘We hebben veel gedaan om dit voor elkaar te krijgen’, vertelt Munting. ‘Daar plukken we nu de vruchten van.’

Maatwerk
Munting en Koenders hebben een aantal verklaringen voor het succes. Alle deelnemers krijgen een stimuleringsbijdrage van duizend euro. Een gebaar dat volgens de beide projectleiders zeker heeft bijgedragen aan de positieve reacties. Dat geldt ook voor het gratis advies dat alle boeren krijgen. Maar ook het gezamenlijk optrekken van de vier projectpartners -naast LTO Noord en Wetterskip Fryslân zijn dit de AJF (Agrarische Jongeren Friesland) en de NMV (Nederlandse Melkveehouders Vakbond)- speelde volgens hen een rol. ‘We hebben het echt samen gedaan. Iedere organisatie heeft zijn eigen achterban benaderd, waardoor we een groot bereik hadden’, licht Koenders toe. Het project mag door zijn omvang uniek worden genoemd, stelt Munting. ‘Het gaat om alle melkveehouders in de hele provincie.’

Dat het zo groot zou worden, was een droom, vertelt Munting. Maar bij aanvang was het allerminst zeker dat die ook uit zou komen. Toen ‘Schoon Erf, Schoon Water’ vorig jaar oktober van start ging, liep het niet direct storm. Melkveehouders waren huiverig voor investeringen, weet Koenders. Na enkele honderden bedrijfsbezoeken en evenzoveel melkveehouders die hun ervaringen delen, is die angst verdwenen. ‘Deelnemers maken zelf afspraken voor het uitvoeren van eventuele maatregelen en bepalen ook zelf hoe en wanneer ze iets laten doen’, benadrukt Koenders nog eens.

Hands-on
Janke Kloosterman is vanaf de eerste pilot in Ooststellingwerf als landbouwadviseur actief voor ‘Schoon Erf, Schoon Water’. In de pilot is de werkwijze vastgelegd. De boeren die hieraan meededen, wisten nog niet of er een vergoeding tegenover zou staan. Afgelopen zomer bezocht zij de 36 agrariërs waar ze -zoals bij elk bedrijfsbezoek met een collega-adviseur van de afdeling handhaving van Wetterskip Fryslân- de eerste adviezen uitbracht. Tot haar verrassing had al 70 procent van hen maatregelen doorgevoerd, terwijl ze ook hadden kunnen wachten tot er meer duidelijkheid zou zijn over de financiële tegemoetkoming. Zij denkt dat het hoge praktische gehalte van het project agrariërs aanspreekt. ‘De slagvaardigheid van boeren is groot. Ze zien dat het toch moet en dan doen ze dat het liefst ook maar direct.’

In hun adviezen sluiten de adviseurs zo veel mogelijk aan bij deze ‘hands-on-mentaliteit’. De pilot in Ooststellingwerf heeft volgens Kloosterman bewezen dat de bedrijfsbezoeken het meeste opleveren als er daarvoor een startbijeenkomst is geweest, waarin uitleg wordt gegeven over wettelijke verplichtingen, welke keuzes er gemaakt moeten worden en welke mogelijkheden een melkveehouder heeft om aan de verplichtingen te voldoen. Het liefst met veel voorbeelden. ‘Bij de bedrijfsbezoeken merkten we dat deelnemers met die informatie aan de slag gaan. Ze gaan er voor zichzelf al over nadenken wat zij op hun bedrijf kunnen doen. Als wij dan komen, dan hoeven we alleen nog maar te vragen ‘waarmee kunnen we u helpen?’. 

Steeds beter
De adviseurs denken daarbij in maatwerkoplossingen. ‘Met een boer die al investeringsplannen heeft, kijken we hoe die op de juiste manier kunnen worden ingevuld, zodat het bedrijf echt klaar is voor het komende decennium. Bij anderen kijken we samen welke maatregelen op het bestaande erf getroffen kunnen worden. Sommige boeren geven ook een budget. Die zeggen ‘ik heb dat en dat bedrag’, hoe kan ik het daarvoor doen?’.'

Kloosterman, haar collega Angelique Kok en de adviseurs van Wetterskip Fryslân hebben er inmiddels zo’n driehonderd bedrijfsbezoeken opzitten en dat vertaalt zich volgens haar in steeds betere adviezen. ‘Wij leren op elk erf weer iets nieuws, dus ons arsenaal aan oplossingen wordt steeds groter. We zien wat werkt en wat minder goed werkt.’ Voor ieder budget zijn er mogelijkheden, weet zij inmiddels. ‘Hoe hoger het budget, hoe minder werk een boer ervan heeft. Je kunt een silo bouwen met een afvoer waarnaar je geen omkijken hebt, maar je kunt ook elk jaar zelf zorgen voor een goede absorberende onderlaag.’

Geduld
Vanwege het succes van het project verwachten Koenders en Munting dat de adviseurs nog een aantal jaren bezig zullen zijn met het afleggen van alle bedrijfsbezoeken. Agrariërs die investeringsplannen hebben, kunnen dat aangeven. Zij krijgen voorrang, zodat ze hun plannen niet hoeven uit te stellen en wel gelijk de juiste dingen kunnen doen. Anderen zullen geduld moeten hebben. De twee projectleiders verwachten dat daarvoor begrip zal zijn. ‘We blijven mensen informeren via de nieuwsbrief en we zorgen ervoor dat deelnemers weten dat ze nog in beeld zijn, ook als het wat langer duurt’, aldus Koenders.

Dit artikel is afkomstig uit het 'Infoblad Agrariërs' van Wetterskip Fryslân, zie ook het volledige infoblad hier. De foto's bij het artikel zijn gemaakt door fotograaf Daniël Hartog.

 

Back to top