Adviescommissie adviseert Minister verantwoordelijkheden scherper te beleggen

De Adviescommissie water adviseert aan de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) om in een Nationaal Programma Waterkwaliteit vergaande afspraken te maken over doelen, maatregelen en verantwoordelijkheden. De minister van IenM moet regie hebben over dat programma. De onder regie van de minister van IenM in gang gezette delta-aanpak waterkwaliteit is een goede stap in de richting van een noodzakelijk nationaal programma om de waterkwaliteit te verbeteren. In het advies doet de Adviescommissie Water (AcW) een aantal aanbevelingen om die aanpak verder in te vullen. Belangrijk is met name om verantwoordelijkheden scherper te benoemen. De Adviescommissie legt de gebiedsregie voor waterkwaliteit nadrukkelijk bij de waterschappen.

Kwaliteit oppervlakte- en grondwater niet op orde
De commissie pleit voor een voortvarende aanpak van hardnekkige problemen. Dit is nodig omdat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Nederland niet op orde is. Sinds de jaren tachtig is de waterkwaliteit weliswaar verbeterd, maar de laatste jaren is een stagnatie opgetreden in die verbetering. Dit heeft gevolgen voor de ecologische en chemische kwaliteit van onze water en voor de gebruiksfuncties zoals de drinkwaterwinning. Daarnaast is aandacht nodig voor opkomende problemen zoals resten van geneesmiddelen en microplastics in het water. Volgens een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving zullen de doelen die gesteld zijn in de Kaderrichtlijn Water niet worden gehaald, als er geen extra maatregelen worden genomen. Ook de OESO geeft aan dat Nederland een te laag ambitieniveau heeft met betrekking tot de waterkwaliteit.

Zo snel mogelijk starten met volgende generatie stroomgebiedbeheersplannen
De commissie adviseert zo snel mogelijk te starten met de voorbereiding van de volgende generatie stroomgebiedbeheersplannen. Uitgangspunt van het huidige beleid is dat waterkwaliteitsmaatregelen niet ten koste van de landbouw mogen gaan en dat functies op dezelfde locatie kunnen blijven. De AcW adviseert dit uitgangspunt los te laten en de landbouw niet langer te ontzien ten koste van de waterkwaliteit. Ruimte is nodig voor een gebiedsgerichte aanpak. De waterschappen moeten maatregelen nemen om meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in het water te verminderen. De commissie adviseert met deze maatregelen zo mogelijk aan te sluiten bij belangen van agrariërs, zoals het streven naar een vruchtbare bodem die meststoffen en water beter vasthoudt.

Ketenaanpak nieuwe stoffen
Volgens de AvC is het nodig om voor nieuwe waterkwaliteitsproblemen, zoals resten van geneesmiddelen, een ketenaanpak te hanteren. Tegelijkertijd moeten er voor geneesmiddelen ook al doelen worden gesteld en maatregelen worden getroffen en mag er niet langer gewacht worden tot de EU een strategie opstelt of totdat alle kennisvragen zijn beantwoord.
Om medicijnresten in het water te verminderen, moet volgens de Adviescommissie worden ingezet op verbeterde zuivering van afvalwater door de waterschappen. Dat is nodig omdat geneesmiddelen veelal thuis worden gebruikt en dus wijd verspreid in huishoudelijk afvalwater voorkomen. De AcW adviseert ten slotte een ‘early warning and response’ systeem op te zetten, zodat signalen over het voorkomen van (nieuwe) stoffen in het water en de effecten daarvan tijdig worden opgepikt.

Gebiedsregie waterkwaliteit
De AvC geeft aan dat in de delta-aanpak de verantwoordelijkheden van partijen scherper moeten worden belegd. De commissie ziet de minister van IenM als systeemverantwoordelijk en nationaal regievoerder. In de gebiedsgerichte uitwerking van maatregelen voor waterkwaliteit moeten waterschappen de regie nemen. De waterschappen zijn de direct verantwoordelijke overheid voor waterkwaliteit en in die rol moeten zij vervuilers aanpakken. Zij kunnen volgens de commissie veel meer dan zij nu doen een netwerkspeler worden, en dan met namen in relatie tot de landbouw. De commissie vindt dat de waterschappen meer initiatief kunnen nemen voor een gebiedsgerichte aanpak. Ook moeten in ieder geval de financiële prikkels worden versterkt, bijvoorbeeld door de waterschapslasten afhankelijk te maken van emissies. Zo wordt een prikkel gegeven tot gedragsverandering en dit past binnen het principe “de vervuiler betaalt”.

Back to top