CO2-uitstoot in veenweide-gebied ongrijpbaar

Friese Bodem- en Waterdag

Onderwaterdrainage draagt nog niet bij aan verlaging van de CO2-emissie in het Friese veenweidegebied. Dat stelde projectleider Niek Bosma van Wetterskip Fryslân vorige week dinsdag op de tweede Friese boerenbodem- en waterdag Veenweide.

Het zal mij verwonderen als de CO2-uitstoot hierdoor met 60 procent vermindert.’ Dit constateert Bosma op het land van biologisch melkveehouder Marten Dijkstra uit Aldeboarn waar een pilot draait met onderwaterdrainage. Ook wordt daar de CO2-uitstoot gemeten door onder andere Radboud Universiteit. Doordat het slootwater via de drain infiltreert, zorgt het ervoor dat het grondwaterpeil in de zomer minder uitzakt. De verwachting is dat de CO2-uitstoot afneemt wanneer het grondwaterpeil water vasthoudt. Maar de CO2 neemt niet af en de bodemdaling ook niet, blijkt uit de eerste resultaten. Die bodem in het Friese Veenweidegebied daalt door veenoxidatie jaarlijks zo’n 1 centimeter. Volgens modellen is de uitstoot van CO2 per 1 centimeter bodemdaling zo’n 22 ton.

De eerste resultaten van de pilot in het veenweidegebied stroken met een analyse van International Mire Conservation Group (IMCG), een club van zevenhonderd experts. Uit hun onderzoek blijkt dat de verwachte CO2-reductie en bodemdaling waarschijnlijk nauwelijks optreden. IMCG adviseerde minister Carola Schouten van LNV eind augustus de subsidies voor onderwaterdrainage stop te zetten. Dat vindt Bosma een stap te ver. Hij vindt het een positief punt dat de grondwaterstand door onderwaterdrainage minder uitzakt. ‘Deze zomer ging het grondwaterpeil van 60 naar 65 centimeter. Dat is hartstikke goed, voor Marten en voor de maatschappij.’

Bekijk alle DAW-projecten in Friesland


Onlogisch

Er is een tweede opvallende resultaat uit de pilot die nog anderhalf jaar duurt. Uit monsters in het laboratorium blijkt dat een toplaag van veen uit Gersloot evenveel CO2 uitstoot als klei. ‘Dat hadden we niet verwacht. Dat is onlogisch’, geeft Bosma aan. De projectleider noemt de eerste resultaten ‘slecht nieuws’. ‘We krijgen door dat we nog heel veel niet weten. Ondernemers willen een koers uitzetten. Dat moet wel op basis van reële uitgangspunten gebeuren en die zijn er nog niet.’ Dit voorjaar gaan veertien boeren aan de slag met de pilot grondwatergestuurd peilbeheer. Met het afstemmen van peilbeheer op het grondwater hopen de partijen de veenoxidatie te verminderen. Boeren vragen zich af of dat dit voorjaar al gaat lukken. Eerst moeten knelpunten bij verschillende boeren worden opgelost. Daarbij is het Wetterskip aan zet. ‘Ik heb er een hard hoofd in zolang het Wetterskip de regie heeft. Alles blijft liggen’, concludeert een boer. Dat heeft volgens melkveehouder en mede-projectbegeleider Foppe Hemminga vooral te maken met de enorme werkdruk van het waterschap. Wetterskip-bestuurder Jan van Weperen geeft aan dat sommige zaken een hogere prioriteit hebben dan de knelpunten in het watersys-teem rond Aldeboarn.

‘De maatregelen die boeren uitvoeren voor de kaderrichtlijn water zijn hoger geplaatst, omdat daar POP-gelden voor beschikbaar zijn. Van elke euro kunnen wij 2 euro maken. Maar deze pilot moet wel doorgaan.’ Voor zowel boeren als het waterschap is de pilot een kleine revolutie, vindt Hemminga. ‘Het peilvak is meer dan 1.000 hectare groot. Maar dat we kleinere peilvakken krijgen is een heilloze missie.’ Van Weperen geeft aan dat dit om kostenredenen niet gebeurt. Maar een splitsing van het peilvak moet bespreekbaar zijn, stelt de bestuurder. ‘Wij moeten ook maatwerk kunnen leveren.’

Tenslotte kaart Hemminga nog een probleem aan. Het Natura 2000-gebied De Deelen ligt zo’n 60 tot 70 centimeter hoger dan de landbouwgronden eromheen. Veertig jaar geleden vond er diepontwatering plaats tijdens een ruilverkaveling. ‘We staan voor een dilemma. Peilverlaging kan niet. Moeten we de landbouw een andere functie geven, bijvoorbeeld door natte teelten te verbouwen? Of moet er een ruilverkaveling plaatsvinden door enkele bedrijven uit te plaatsen? Dit is een heel lastige vraag om te beantwoorden.’

Back to top