Melkveehouder aan zet bij mestverwerking

'Evenwicht op de mestmarkt, maar daar moeten we wel wat voor doen!' Het aanjagen, adviseren over en faciliteren van initiatieven rond mestverwerking is een belangrijke zaak.
“Evenwicht op de mestmarkt, dat is wat we met elkaar nastreven. En ik ben er van overtuigd dat we dit ook daadwerkelijk kunnen realiseren. Maar dat gaat niet vanzelf! Binnen het programma Mest & Mineralen, waarvan ik projectleider ben, is mestverwerking één van de drie belangrijkste activiteiten waar we veel energie op inzetten. Want met voldoende mestverwerking komt het evenwicht op die mestmarkt dichtbij. Daarnaast vinden we het belangrijk om zo veel mogelijk de niet te plaatsen mest te ‘verwaarden’ . Dat doen we door bij het verwerken zo veel mogelijk het water er uit te halen zodat er geconcentreerde mineralenproducten overblijven.
Wat ik hierbij belangrijk vind als projectleider Mest 8 Mineralen is het stimuleren en faciliteren van boeren en verwerkers. Ik ben daar wekelijks mee bezig en voorzie bestuurders van LTO Noord van advies en informatie. Ook help ik ze met de voorbereiding voor gesprekken met bijvoorbeeld de gemeente of provincie. Maar ik kijk ook samen met veehouders naar de contracten die mestverwerkers aanbieden. En dat allemaal met een doel: het voor de agrarisch ondernemers zo goed mogelijk regelen.
Een goed voorbeeld van initiatieven waarbij ik nauw bij betrokken ben, zijn de mestverwerkingsinitiatieven Twence in Twente en Greenferm in de Gelderse Vallei. Momenteel spelen rond deze initiatieven veel actuele zaken, met name als het gaat om vergunningverlening. Voor het bereiken van evenwicht op de mestmarkt is het van belang dat deze initiatieven van de grond komen. Met name de verwerking van varkensmest wordt steeds belangrijker, want die is lastiger te plaatsen dan rundveemest.
In regio Oost moet bijvoorbeeld 1,5 miljoen kuub varkensmest van de markt afgehaald worden, zodat de rundveemest bij de akkerbouw geplaatst kan worden. Varkenshouders moeten gestimuleerd worden om hun mest te verwerken. Rundveehouders kunnen daar bij helpen door voor langere termijn VVO’s van een varkenshouder te kopen. Dus, wat mij betreft zijn de melkveehouders aan zet en moeten zij VVO’s voor 5 tot 10 jaar kopen van varkenshouders die hun mest intekenen. Als zij dit doen, levert dat win- win-situaties op. De varkensboeren komen voor een vaste prijs van hun mest af, de akkerbouwers krijgen meer ‘mest op maat’ en de rundveehouder heeft er financieel voordeel bij. Dus ik ga mij als Projectleider de komende tijd er zeker sterk voor maken dat melkveehouders in actie komen. Dat komt de varkenshouderij, de akkerbouw en de melkveehouderij ten goede!”

Back to top