Praktijkverhaal: Inzetten van natuurlijke plaagbestrijding

Samenwerking tussen agrarische natuurvereniging en het DAW

De agrarische sector wil dat de emissies van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 zoveel mogelijk zijn beperkt. In diverse projecten van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer spelen agrariërs daar al op in. Zo leren DAW-boeren in een project met het Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG) over natuurlijke plaagbestrijding en onkruidbeheersing.
 
Akkerbouwer Gert Baas uit Vriescheloo (Groningen) hanteert in plaats van een halve meter teeltvrije zone een bufferstrook van 3 meter. De drie meter brede zone heeft hij ingezaaid met een mengsel van verschillende zaden met als doel de waterkwaliteit in de sloot te verbeteren en insecten te trekken als natuurlijke plaagbestrijding. Gert Baas is akkerbouwer in Oost-Groningen en teelt onder meer aardappelen, bieten, granen en uien. Hij is een van de zestig akkerbouwers die deelneemt aan het kennisproject ‘Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen in Oost-Groningen’. Dat project is een initiatief van de Agrarische Natuurvereniging Oost Groningen (ANOG) in samenwerking met het DAW. Baas: “Een teeltvrije zone is sowieso verplicht in de akkerbouwteelt, door dit project breid ik die uit. In 2019 al voor de derde keer. Door die bufferstrook blijf ik met mijn gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen verder weg van de sloot, wat goed is voor de waterkwaliteit.”
 

Natuurlijke plaagbestrijding

De nadruk in het project ligt naast het verbeteren van de waterkwaliteit en biodiversiteit op meer leren over natuurlijke plaagbestrijding en onkruidbeheersing. In studiegroepen en tijdens demobijeenkomsten wisselt Baas ervaringen uit over verschillende teeltmethoden en leert hij over hoe je overlast gevende insecten kunt bestrijden met een natuurlijke vijand. “Het graanhaantje bijvoorbeeld wordt gegeten door lieveheersbeestjes en spinnen, dat wist ik niet. Interessant om eens uit te proberen.”
 

Meer leven in de akkerranden

Deelnemers aan het project leren ook hoe ze de waterkwaliteit in hun sloot kunnen beoordelen en ontdekken wat de effecten zijn van de verschillende bewerkingsmethoden op het onkruid in akkerranden. Baas: “Momenteel onderzoeken we de waterkwaliteitsverschillen in een sloot met een brede teeltvrije zone en met de standaard teeltvrije zone. De resultaten zijn nog niet binnen, maar ik verwacht een schonere  sloot.” Goed voor insecten als de bij is de brede bloemrijke rand sowieso, weet Baas: “We monitoren de insecten langs de akkers. Door deel te nemen aan dit project ben ik mij veel bewuster van al het leven op mijn percelen. Dat is het begin.”
 
Of hij de bufferzones zou toepassen zonder vergoeding? Baas denkt van niet. “Ik vind het mooi dat we door de bufferstrook de kwaliteit van het water en de natuur verbeteren. Ik moet alleen wel een boterham verdienen, een kostendekkende vergoeding lijkt mij niet meer dan logisch.”
 

Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen

De Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) werkt in het project ‘Meer kennis, minder gewasbeschermingsmiddelen’ nauw samen met waterschap Hunze & Aa’s. Het project wordt ondersteund door provincies Groningen en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Al zestig deelnemers zijn aan de slag gegaan om bufferstroken aan te leggen en verbreden hun kennis over het verbeteren van de waterkwaliteit.

 

Back to top