Praktijkverhaal: Maatregelen motiveren via metingen

We staan voor de opgave om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren en te voldoen aan de nitraatrichtlijn van maximaal 50 mg/l in het grondwater. Een behoorlijke uitdaging voor boeren op uitspoelinggevoelige zandgronden, zoals in Limburg. Met het DAW-impulsproject ‘Maatregelen motiveren via metingen’ ondersteunen we boeren en tuinders bij het nemen van de juiste maatregelen en vergroten we bewustwording. In gesprek met Arend Jan Cuperus, projectleider bij Arvalis en deelnemer Jan Classens over hoe het project is verlopen.

 

Samen met 40 deelnemers zijn in de jaren 2019 en 2020 ruim 6000 metingen in het oppervlaktewater van 7 stroomgebieden uitgevoerd. Een van de deelnemers in het stroomgebied Krabroeksebeek is rundveehouder en voormalig bestuurslid van het Waterschap Limburg Jan Classens. Drie meetpunten plaatste hij in sloten langs zijn kavels. “Iedere maand kregen we een herinnering om de metingen uit te voeren. Met de telefoon en meetstrips in de hand deed ik op mijn trekker een ronde langs de meetpunten. De resultaten lees je uit via een nitraatapp en deelde je gelijk in de groep.” Projectleider Arend Jan Cuperus: “Aan de hand van deze resultaten zijn, wanneer mogelijk, fysieke bijeenkomsten gehouden om zo de vertaalslag te maken naar concrete handvatten voor de deelnemers.”
 

Metingen in stromend water

“Meten in stromend water bleek een hele opgave”, vertelt Cuperus. “Zo is het erg lastig om aan te tonen van welke bron het nitraat in oppervlaktewater afkomstig is en dat is juist hetgeen de boer wil weten”. “Daarnaast zijn er allerlei factoren waar rekening mee gehouden moet worden bij de metingen. Weersomstandigheden, soort gewas, bodemgezondheid, het is allemaal van invloed op de hoeveelheid uitspoeling”, vult Classens aan. Daarom zijn naast metingen bij de boer ook bodemmonsters genomen van percelen voor een compleet beeld,” aldus Cuperus.

 

Invloed van droge zomermaanden en forse regenbuien

Grootste probleem bij het meten waren de droge zomermaanden. Het legde de sloten droog waardoor niet gemeten kon worden. Cuperus: “Uit de meetresultaten blijkt dat er minder uitspoeling was dan verwacht. Dit laat zien dat waterbeschikbaarheid een hele belangrijke rol speelt en het van belang is om water vast te houden in het gebied. Het zorgt ervoor dat planten groeien, meer stikstof verbruiken en er dus minder uitspoeling plaatsvindt.” Daarnaast ziet Classens wat hevige regenbuien kunnen doen: “Er werd gemeten in de sloot langs het perceel waar het vlak na de bemesting flink ging regenen. Dit veroorzaakte een hoge uitspoeling en lokaal hogere metingen.”
 

Een opgave voor ons allemaal

Het project zit in de afrondende fase. Cuperus wil graag een vervolg op het project om deelnemende boeren te begeleiden bij het nemen van maatrelen. Ook streeft Cuperus naar nog meer samenwerking met waterschap Limburg. “Wanneer het waterschap Limburg meet in de sloten en wij vanuit de agrarische sector op percelen om de sloot heen, kan er een link gelegd worden tussen de nitraatgehaltes in de beek en de percelen van de ondernemer. Zo wordt het voor de boer tastbaarder en kunnen we concrete maatregelen formuleren”, aldus Cuperus. Classens vult aan: “Bewustwording van collega-boeren is hierbij van groot belang. We hebben tenslotte met zijn allen hetzelfde doel te behalen.”
 

 

Back to top