Van formuleren naar effectueren

2020 was het jaar van formuleren, 2021 moet het jaar van effectueren worden binnen het DAW. Geert de Groot, programmamanager DAW en Gerbrand van ’t Klooster, coördinator voor de portefeuille Ondernemen in een gezonde omgeving bij LTO Nederland en lid van het Kernteam van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer in gesprek over de weg van opgave naar uitvoering.

 

In 2027 zullen op het gebied van waterkwaliteit bepaalde doelen gehaald moeten zijn: binnen Europa zijn afspraken gemaakt over de waterkwaliteit, de zogeheten Kaderrichtlijn Water (KRW) waaraan ook Nederland wil voldoen. Geert de Groot: “De laatste van de drie perioden om de doelen van de KRW te halen is aangebroken. Je zou kunnen zeggen: voor de boeren en dus voor het DAW komt het er nu op aan.” Om de doelen te halen, is het voor boeren en tuinders belangrijk te weten welke wateropgaven er voor de boeren liggen in hun eigen gebied, vult Gerbrand van ’t Klooster aan. “Dat is wat we met de
DAW Impuls in beeld hebben gebracht.”
 
Het is, naast al het goede werk van de vele deelnemende boeren in het veld, één van de belangrijkste resultaten van het DAW, volgens De Groot: Het in kaart brengen van de wateropgave voor boeren en tuinders, vastgelegd in 21 Gebiedsanalyses Agrarische Wateropgaven (GAW). “We weten nu per gebied wat ons te doen staat, dat was tot voor kort niet zó specifiek bekend.” Hierbij spelen naast de waterkwaliteit ook andere wateraspecten een rol, zoals het verminderen van droogteschade, of schade door verzilting, betere bodemeigenschappen. Nu breekt een volgende fase aan, weten De Groot en
Van ’t Klooster: de periode van een gerichte aanpak. Agrariërs, waterschap en andere betrokkenen gaan daarom met elkaar op gebiedsniveau in gesprek over de realisatie van de bodem- en wateropgaven.
 
Van ’t Klooster: “Het mooie van het DAW is dat we boeren en tuinders de keuze geven welke maatregelen zij willen nemen, passend bij hun éigen bedrijfsvoering met blijvend perspectief op een goed inkomen. Wij willen daarom via de regionale LTO-organisaties, met collectieven en andere partijen met alle agrarische ondernemers in gesprek over de doelen en maatregelen die zij hiertoe kunnen en willen treffen. Vooral willen we horen welke maatregelen zij als meest effectief ervaren in hun eigen werkgebied.” Boeren en tuinders hebben praktijkervaring en weten als geen ander welke maatregelen passen op het boerenbedrijf, vindt ook De Groot: “Wij hebben hun kennis en ervaring dus nodig, maar het DAW kan agrarische ondernemers ook wat bieden. Denk aan advies op maat, subsidie voor maatregelen, studiegroepen waarin zij zich verder kunnen ontwikkelen op een bepaald thema.”
 

Bestuursovereenkomsten

Door de GAW weten provincies, waterschappen en andere betrokkenen ook wat de opgaven zijn en waar de zwaartepunten liggen. Van ’t Klooster: “We kunnen ze daardoor vertellen wat ze redelijkerwijs van de agrarische sector mogen verwachten.” Via de regionale LTO organisaties zijn ruim 30.000 boeren en tuinders te bereiken waarvan ‘iedereen mee zal moeten doen’. Van ’t Klooster: “En dat gebeurt ook, want de wateropgave is een welbegrepen eigen belang. De meeste agrariërs willen werken aan een gezonde, weerbaardere bodem, goede waterkwantiteit- en kwaliteit omdat dat ook goed voor hun eigen bedrijf is.” De beloofde inzet van boeren en tuinders wordt in 2021 vastgelegd in zogeheten bestuursovereenkomsten per waterschapsgebied, net zoals het commitment van provincie en waterschappen die
financiering of mogelijk beleidsruimte beschikbaar kunnen stellen. De Groot: “Het is mijn wens om daarna nog een praktische slag te maken. Per (deel)stroomgebied met de boeren, en in samenwerking met waterschap en provincie, een ambitie formuleren en vervolgens uitvoeren.” Van ’t Klooster: “Dan krijg je een praktisch plan gedragen door de mensen in het gebied; met elkaar zorgen we voor een gezonde
bodem, voldoende zoetwaterbeschikbaarheid en goede waterkwaliteit. Dat willen we dan ook laten zien. Want dat is goed voor de toekomst van onze bedrijven!”
 

Meer monitoring

De Groot: “In 2021 wil het DAW daarom meer monitoren, we weten dat veel boeren en tuinders schroom voelen om resultaten te delen. Dat is zonde want zo kunnen we niet laten zien hoeveel we al doen.” Van ’t Klooster: Het is inderdaad van belang dat we resultaten laten zien. Het motiveert jezelf, maar het motiveert ook de overheid om ons te blijven steunen.” Want hoe je het ook wendt of keert, zegt Gerbrand van ’t Klooster: “Er ligt een opgave en het niet voldoen aan die opgave leidt tot meer ingrijpen door overheid op onze bedrijfsvoering. Met ieders inzet en de DAW-aanpak bereiken we op bedrijfseigen wijze goede resultaten. Daar mogen we trots op zijn.”
 

 

 

 

Back to top