Wateropgaven in kaart gebracht

In 2021 zullen waterschappen, collectieven, LTO Noord-afdelingen en andere betrokken hun intentie om te werken aan de gebiedsen wateropgaven vastleggen in bestuursovereenkomsten. In waterschapsgebied De Stichtse Rijnlanden zijn ze voorloper en formuleerden ze eind 2020 hun voornemens al. In gesprek met Arie Verhorst, portefeuillehouder Water & Bodem LTO Noord West-Nederland.
 
Arie Verhorst is als portefeuillehouder Water & Bodem bij LTO vanaf het begin betrokken bij het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Hij ziet met genoegen hoe het DAW steeds meer volwassen wordt. Dat vertaalt zich volgens hem vooral in het voortouw nemen om verbinding tussen waterschappen en agrariërs te leggen. Belangrijk, vindt de melkveehouder en akkerbouwer uit Westmaas. “De trein moet door, het DAW is niet zoals in het begin enkel vrijwillig. Het is: vrijwillig, maar niet vrijblijvend. We hebben dus wat te doen met elkaar.”
 

Verdiepingsslag maken

Een goede zaak dus dat met ieder waterschap afzonderlijk een Gebiedsdocument Agrarische Wateropgave is opgesteld. “Met de opgave helder staan alle neuzen dezelfde kant op en kunnen we maatwerk gaan bieden.” De agrarische gebieds- en wateropgave is in eerste instantie door het DAW supportteam in kaart gebracht voor de regio West-Nederland en vervolgens per waterschapgebied besproken met de regionale LTO Noordafdelingen, waterschap en collectieven. Iedere partij spreekt vervolgens zijn intentie uit mee te werken aan de uitvoering door de bestuursovereenkomst te tekenen. “Tegelijkertijd hielden en houden we de uitvoerders, de agrariërs dus, nauw betrokken door geregeld gesprekken te voeren over de opgaven.” Vanwege corona gebeurde dat in 2020 vooral digitaal. Verhorst: “Een tegenvaller, want het liefst sta je met elkaar gebogen over de landkaart om te zien waar de opgave urgent is, welke maatregelen in zo’n gebied mogelijk zijn en waar de kansen liggen.” De portefeuillehouder vindt het daarom belangrijk om te benoemen dat schuiven in maatregelen mogelijk blijft. Verhorst: “De opgave verander je niet, dit is waar we voor aan de lat staan, maar hóe we dat gaan doen, daar hebben we wat te kiezen.” En in de digitale sessies die Verhorst in 2020 heeft bijgewoond, merkt hij dat boeren en tuinders dat waarderen. “Velen zien het belang van schoon en voldoende water in en vanuit LTO Noord hebben we daarnaast altijd gezegd dat verbetering waterkwaliteit gekoppeld moet zijn aan economisch toekomstperspectief. Dat kan via het DAW.” Dus wordt een soort keuzenpakket opgesteld per gebied waaruit de deelnemers zelf hun maatregelen mogen kiezen. “En alternatieven zijn welkom, ik stimuleer experimenteren, uitproberen, van elkaar leren.” Enthousiast werd Verhorst bijvoorbeeld van alle ideeën die agrariërs uit waterschapsgebied De Stichtse Rijnlanden hebben met baggeren in de sloot om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. “Minder baggeren, gefaseerd baggeren, ene sloot wel, andere sloot niet, er werden allerlei variaties geopperd. Het komt ten goede aan de waterkwaliteit en zorgt voor minder overlast.”
 

Is er tijd genoeg?

Er is behoorlijk wat te doen, weet Arie Verhorst, maar: “Er gebeurt ook al heel veel. In de bollensector zijn ze al behoorlijk op dreef, dankzij diverse DAW-projecten zoals Schoon Erf Schone Sloot. We willen organische stof verhogen in de bollenstreek, beter omgaan met nutriënten, aanpak veenweidegebieden, enzovoort.” Of er tijd genoeg is? Verhorst: “Of het lukt om nog meer boeren en tuinders in beweging te krijgen mee te doen met het DAW maak ik mij geen zorgen. Over de resultaten kan ik en niemand een garantie geven, op sommige thema’s wel, maar Organische Stof verhogen bijvoorbeeld is een proces van jaren. Belangrijk om dat aan onze partners mee te geven. De boeren en tuinders in West-Nederland voelen de urgentie wel.”
 

In gesprek met: Waldo von Faber

Waldo von Faber, als hoogheemraad van het hoogheemraadschap van Rijnland bent u ook nauw betrokken bij het opstellen van de GAW’s in het gebied van uw waterschap. Hoe kijkt u terug op dat proces?
“Wij hebben dat als heel prettig en constructief ervaren. Het hoogheemraadschap van Rijnland wil graag van buiten naar binnen werken in contact met de omgeving en dat lukt via het DAW heel goed. Onze opstelling is daarbij van meerwaarde: “Ik reik jou de hand, dan reik jij ook mij de hand. Door zo met elkaar in gesprek te blijven creëren we begrip en bereiken we resultaten. Dit doen we als Rijnland door in inspiratiepolders samen met agrariërs kennis te delen en te verkennen welke maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren.
 
Ook het hoogheemraadschap van Rijnland ondertekent de bestuursovereenkomst om de samenwerking te bekrachtigen, wat betekent dat volgens u?
“Ik verwacht geen revolutie, maar evolutie: de agrarische sector ziet zelf ook het nut van schoon en voldoende water en goed bodembeheer en wil stappen zetten. Ik wil de sector daarvoor tijd en ruimte gunnen. Tegelijkertijd moeten we wel voldoen aan de normen van de Kader Richtlijn Water en dat betekent dat de urgentie ook echt aanwezig is. Als hoogheemraad wil ik nut en noodzaak samenbrengen met projecten, begeleiding en subsidies die ons helpen de gestelde doelen te bereiken.”
 
Arie Verhorst vraagt zich af hoe u aankijkt tegen het halen van de huidige opgave door de land- en tuinbouwsector. Wat denkt u?
“Ik ben heel optimistisch, en geloof dat iedereen zijn stinkende best gaat doen. Het is natuurlijk een uitdaging, maar als we met elkaar, met volle overtuiging hieraan werken, dan denk ik dat de opgave wel degelijk haalbaar is.”
 
 
Back to top