Berm- en slootmaaisel is waardevolle compost

De composteermachine belucht de organische reststromen. Uiteindelijk ontstaat compost, goed voor de bodem.

Ruim veertig boeren leerden tijdens de excursie Gelderse Vallei meer over compostering. Op het bedrijf van Van den Hengel in Achterveld verwerken vader en zoon reststromen tot waardevolle compost. 
 
Wim van den Hengel kan er duidelijk over zijn: "Wat vroeger nog als afval werd gezien, zijn nu grondstoffen. Berm- en slootmaaisel, blad van de boom, drijfmest kan waardevolle compost worden. Compost verbetert de bodemstructuur en draagt bij aan het bodemleven, sluit aan bij het kringloopdenken, is kostenbesparend (minder kunstmest) en het legt CO2 vast in de bodem."
 
In 2002 is Van den Hengel samen met zoon John aan de slag gegaan met compostering. “We waren een paar jaar daarvoor biologisch geworden en wilden de kwaliteit van ons gras verhogen. Dat kan alleen door de kwaliteit van de bodem te verbeteren. Niet met kunstmest, maar met goede compost!” Van compost maakt het bodemleven, met medewerking van de plant, humus. Dit is belangrijk voor de mineralenbinding in de grond en verhoogd het voedend vermogen van het groeiend gewas.
 
Van den Hengel wil de VKG-deelnemers meegeven dat compostering vele voordelen heeft. “Met drijfmest uit je stal, blad, natuurmaaisel/-hooi en berm- en slootmaaisel kun je kwalitatief goede compost krijgen.”
 
Zelf compost maken
Van den Hengel legt uit: “De organische reststromen die je wilt composteren verdeel je over een ril. Een ril is een baan organische reststromen van ongeveer 2½ meter breed en 1½ met hoog, de lengte is afhankelijk van de hoeveelheid materiaal dat je wilt of kunt composteren. Vervolgens gaan we beluchten met een composteermachine. Door de werking van de aerobe bacteriën stijgt de temperatuur in de ril naar 60 á 65°C, het vochtgehalte moet ongeveer 55% zijn. Door vaker omzetten houden we de temperatuur op 60 á 65°C en wordt de compost ziektekiem- en onkruidvrij. Met omzetten gaan wij door tot wij het goed genoeg verstrooibaar vinden om met een breedstrooier op het land te brengen. Voor onszelf composteren we ongeveer 2 á 3 weken, voor de (particuliere) afzet ongeveer 6 weken.”
 
Bokashi
Bokashi is een anaeroob proces (zonder lucht) en lijkt veel op gras inkuilen. Hierbij meng je door het organisch materiaal toevoegingen ten behoeve van het proces en kun je eventueel (drijf)mest toevoegen tot het product ongeveer 70% vocht bevat. Daarna trek je er kuilplastic overheen en sluit het luchtdicht af, waardoor de hoop gaat fermenteren. Na 6 tot 8 weken kan de hoop over het land gestrooid worden.
 
Slootmaaisel
Een melkveehouder uit Noordeinde geeft aan dat hij ook al wel compost maakt: “Maar ik gooi het bermmaaisel op een hoop en roer het een keer om. Dat moet vaker begrijp ik als ik de kwaliteit wil verhogen.”
 
Waterschap Vallei en Veluwe wil maaisel wat in watergangen groeit ook bij de boeren in omgeving composteren en terug op het land brengen, de kringloop. Er is interesse voor compostering van niet alleen het waterschap, maar ook boeren, landschappen en landgoederen. Met het maaisel in de watergangen werk je mee aan het verhogen van de organische stofgehalte in de bodem: 1% organische stof gehalte verhogen staat voor 6 mm watervasthoudendvermogen extra. “Nuttig om droge perioden in het jaar door te komen.”
 
Mineralenniveau in bodem verbeteren
Van den Hengel pakt compostering inmiddels professioneel aan en heeft een grote loods neergezet voor de compostering. Met een professionele machine kan hij de compost doorrillen waardoor hij binnen 6 weken compost heeft. Hij werkt onder andere voor het waterschap.
 
Vader en zoon werken ook samen met bodemonderzoeker Eddo de Veer. Hij voegt supplementen zoals calcium, steenmeel, magnesium en spoorelementen aan de compost toe. De Veer: “Met het in balans brengen van de minderalen kan de vruchtbaarheid van de bodem flink verbeteren. Een bodem bestaande uit klei heeft meer calcium dan magnesium nodig ten opzichte van zandgrond. Door de juiste balans aan mineralen, verbeter je de structuur, gewasgroei en plantweerbaarheid.”
 
De Veer vertelde de aanwezigen dat boven elke akker 78 procent luchtstikstof (N2) gratis hangt. “Dat kan de plant niet zelf opnemen, maar is wel heel waardevol voor groei van gewassen. Met stikstofbindende bacteriën en Rhizobium bacteriën kunnen we de geoogste stikstof beschikbaar maken voor de plant.” Voldoende beschikbaar molybdeen en kobalt zijn voorwaarden voor dit ‘trucje’. Meer informatie over het werk van Eddo de Veer op www.weerbaartelen.nl
 

Back to top