Bestendigere bodem in waterwingebied door restmaaisel op het land

Maaisel, gewas- en voerresten en ruige mest  op je land toepassen, draagt bij aan een bestendigere bodem. Dat zegt melkveehouder Rene Hobelman. Al jaren legt de Waterwijs Boeren-deelnemer voerresten en ruige mest op zijn perceel. Het helpt het organische stofgehalte en dus het bodemleven in stand te houden. “De bodem lijdt onder de droge zomers en waterwinning, het opbrengen van resten compenseert dit een beetje.” De vergoeding van de agrarische natuurvereniging is daarnaast mooi meegenomen.

In de driehoek Vorden-Hengelo-Ruurlo zit Rene Hobelman met zijn melkveehouderij, midden in waterwingebied en op de voor de Achterhoek zo kenmerkende lichte zandgrond. Hoe ga je om met de droogte? Hoe houd je water beter vast? Je kunt er lang over praten en na drie droge jaren zelfs moedeloos van worden,  maar Hobelman vertelt het als een aanpakker: “Water is de sterkste factor en grootste bedreiging op mijn bedrijf. Dagelijks ben ik bezig met het versterken van het vochtvasthoudend vermogen van mijn bodem. Onder meer door gewasresten en ruige mest op het land te brengen.”

Voer- en gewasresten omzetten naar waardevolle grondstof  

De strohokken van de kalveren en voor het afkalven leveren de ruige mest en Hobelman bewaart het voer dat niet is opgegeten door de koeien. De percelen waar veel onkruid is gaan groeien door de droogte zijn afgemaaid en de slechtere gewasresten hergebruikt Hobelman ook op zijn land. “Al met al heb ik een redelijke hoeveelheid om op mijn percelen te leggen, ik schat honderd ton.” Voor sommigen restafval, voor de Achterhoekse melkveehouder een bron van waardevolle organische stof.

Om in aanmerking te komen voor de vergoeding van de agrarische natuurvereniging (VALA) brengt Hobelman 20 ton resten en ruige mest per hectare op. “In tegenstelling tot eerder verdeel ik de resten niet meer over meerdere percelen, maar pas ik het op één perceel toe.”  Dat werk gebeurt overigens door een loonwerker. “Die doet er 2 uur over, in plaats van twee dagen zoals mijn vader en ik. Dan is de keuze snel gemaakt.”

Sterkere bodem door toevoeging organische stof

Met de ruige mest en de voerresten voegt Hobelman organische stof toe aan de bodem. Daardoor is er minder sprake van verdichting en houdt de bodem beter vocht vast. “En dat is hard nodig in dit gebied met niet alleen extreme droogte, maar ook nog schade door waterwinning.” Hobelman ziet dat hij op deze manier het OS-gehalte in stand houdt, deels is dat ook te danken aan het blijvend grasland op zijn bedrijf. “Het duurt wel een aantal jaar voordat je effect ziet, maar ik vind het een goede manier van gebruik maken van resten.”

Meer onkruid in het gras?

Rene Hobelman hergebruikt alleen zijn eigen gewas- en voerresten. “We maaien ook een aantal bermen voor de gemeente, maar daar tref ik nog wel eens Japanse duizendknoop of Sint Jakobskruid aan. Die onkruiden wil ik niet in mijn land hebben.” Een oplossing zou zijn om het gemeentelijke maaisel dat hij maait om te zetten naar compost of bokashi. “Dat heb ik wel eens geprobeerd, maar het is vrij intensief en de vergoeding compenseert dat niet. Daarnaast heb ik zelf eigen maaisel genoeg.”

Ook maaisel omzetten naar organische stof?

In Haarlo en Olden Eibergen is al een aantal jaren ervaring opgedaan met het toevoegen van berm- en slootmaaisel op bouwland. Hier levert de gemeente inmiddels vrij schone gewasresten aan boeren die hieraan meedoen. Door een burgerinitiatief worden de bermen ontdaan van plastic en blikjes en door de gewasresten in de winter op een grote hoop te leggen en deze regelmatig te keren, ontstaat broei waardoor de meeste kiemen verdwijnen. Hierdoor ontstaat geen extra onkruiddruk op het bouwland. Kijk voor meer informatie over Waterwijs Boeren op deze pagina. 

Back to top