Demo Waterwijs Boeren: Welke grondbewerking past het beste?

Voor de akkerbouwer, loonwerker en melkveehouders in de grondwaterbeschermingsgebieden is het een zoektocht welke grondbewerking het beste past bij de bodem, het moment of het volggewas. De voorkeur gaat uit naar minimale grondbewerking, zo ondiep mogelijk, de grondlagen niet vermengen en alleen op het land komen onder de juiste weersomstandigheden. Vrijdag 11 september kwamen deelnemers van Waterwijs Boeren uit de drie waterwingebieden naar Hengelo, Gld om op het perceel van deelnemer Theo Zweverink een demonstratie over grondbewerking bij te wonen. Een verslag. 

Wanneer is grondbewerking nodig?

Een prikstok en een schop: die heb je als loonwerker en akkerbouwer altijd bij je op de trekker om de bodem goed te kunnen beoordelen. Op het demonstratieperceel in Hengelo van deelnemer Theo Zweverink was op ploegdiepte duidelijk weerstand te voelen: last van ploegzool. Is het dan wel goed om een grondbewerking uit te voeren? En wanneer dan? Volgens bodemexpert Mattheijs Pleijter van Aequator voer je grondbewerkingen alleen uit onder droge omstandigheden. “De bodem herstelt slecht als het nat is. Ook is het belangrijk om dieper te kijken dan alleen het grondoppervlak.” Wat Pleijter betreft voer je zo min mogelijk grondbewerkingen uit, want elke grondbewerking is negatief voor het bodemleven en de bodemstructuur.

Grondbewerkingsmachines

Tijdens de demo werden zes machines aan het werk gezet. Bodemexpert Matheijs Pleijter gaf zijn reflectie op de mogelijkheden van de grondbewerkingsmachines. De eerste machine was een ploeg van Lemken. Deze keert de grond, waardoor gewasresten worden ondergewerkt en een schoon oppervlak achterblijft. Hierdoor is kans op ziekten en plagen in het volggewas zeer klein. De ploeg heeft als voordeel het land klaar te leggen in 1 werkgang en brengt veel lucht in de bodem. Het nadeel is dat het het bodemleven verstoort en het organische stof wegstopt.

Ecoploeg

De achtschaar ecoploeg van Ovlac stond als tweede machine opgesteld. Het grote voordeel is dat deze machine niet in de voor loopt en dat het bodemleven meer intact blijft. Deze ecoploeg kan op 5 tot 20 cm diep ploegen.Voor op de trekker zat een 3 meter brede Moreni rotorkopeg. Waar normaal 2 tanden per rotor zijn gemonteerd, beschikt deze machine over drie tanden. Dit zorgt voor een intensievere werking, waardoor gewasresten maar ook de graszode wordt verkleind. De ecoploeg kan zo makkelijker (ondiep) inploegen. Daarnaast zorgt deze machine voor egalisatie.

De derde machine is een 9 tandswoeler. Deze machine is opgebouwd uit twee rijen tanden, die ten opzichte van elkaar hydraulisch in hoogte versteld kunnen worden. Hierdoor kan met de eerst rij tanden diep worden gewerkt en storende lagen worden gebroken en met de twee rij tanden ondiep worden gewerkt om de grond en gewasresten met elkaar te mengen. Het advies van Evers Agro is om met deze machine de onderlaag die dicht zit, los te trekken in het najaar (vooral ook op de kopakkers).

Schijveneg als alternatief voor glyfosaat

Daarnaast toonde Evers Agro een schijveneg, waarbij de twee schijvenrijen in stand van elkaar te verstellen zijn. Een bewerking met een schijveneg zorgt ervoor dat gewasresten worden verkleind en met de grond worden vermengd. Hiervoor komt de vertering van de gewasresten beter op gang en komen onkruidzaden en zaden van onder andere granen tot kieming. De ondergrond wordt onberoerd gelaten. De schijveneg kan in het voorjaar gecombineerd worden met een voorzetwoeler. Hierdoor wordt in een werkgang de ondergrond gebroken en het zaai- of pootbed gevormd. De schijveneg wordt ook ingezet om overblijvende onkruiden te vernietigen: interessant als alternatief voor het gebruik van glyfosaat.  

Ook getoond werd een voorzetwoeler van Vogel en Noot. Deze machine heeft zogenoemde Micheltanden. Dit zijn gebogen tanden die de grond breken en iets optilt; het grondoppervlak wordt onberoerd gelaten. Loonbedrijf De Covik zet deze machine in om na de oogst van mais storende lagen te breken. Door achter deze machine een zaaimachine te monteren kan in één werkgang de groenbemester worden gezaaid. Gerard Meuffels van M-ARC, begeleider van de akkerbouwgroep binnen Waterwijs Boeren, legde uit dat bij verdichting in een onderlaag een dergelijk woeler goed werk kan leveren door 5 cm onder de ploegzool de grond te breken. 

Ondiep werken

De laatste machine die werd getoond, is de spitmachine van Imants Met dit type spitmachine kan een bewerkingsdiepte tussen de 15 en 30 cm worden bereikt. Het is een halfkerende grondbewerking, zoals tijdens de demo ook getoond. Stroresten en graanstoppel waren nog aan de oppervlak zichtbaar. Tijdens de demonstratie merkten meerdere aanwezigen op dat de grond na spitten wel erg losligt. Dit is een kwestie van de juiste aandrukrol monteren. 

Structuurproblemen voorkomen

Op het perceel van deelnemer Theo Zweverink is afgelopen zomer zomergerst geteeld. Een mooi gewas dat diep wortelt. Mattheijs Pleijter: “Zeer positief voor de verdichting in de bodem.” Hij adviseert altijd een graan mee te nemen in de gewasrotatie om de bodemstructuur te verbeteren. Een deel van het perceel is na de bijeenkomst bewerkt met een diepe grondbewerking om de aanwezige storende laag (mechanisch) te breken. Het andere deel is onberoerd gelaten, om de effecten van de diepe grondbewerking goed te kunnen evalueren. Er is inmiddels bladrammenas als groenbemester ingezaaid.

Structuurproblemen voorkomen kan door de grond weerbaarder te maken en het bodemleven te stimuleren. Met de juiste gewasrotatie, het inzaaien van groenbemesters en het toevoegen van organische stof in de vorm van vaste mest en compost draagt daaraan bij. Een goede bodemstructuur leidt tot betere opname van nutriënten en voorkomt nitraatuitspoeling.

Waterwijs Boeren

Deelnemers aan Waterwijs Boeren kunnen een Bedrijf-,Bodem- en Waterplan laten maken. Dan wordt de opbouw van een perceel in kaart gebracht, met bodemanalyses- en kaarten als referentie. Bij een aantal deelnemers is dit inmiddels uitgevoerd en de eerste reacties zijn zeer positief. Wie ook geïnteresseerd is, kan zich melden bij de gebiedsregisseur.  Kijk op deze pagina voor meer informatie en contactgegevens. 

 

Back to top