Eerste resultaten onderwaterdrainage veenweide Overijssel

Bij elf agrarische bedrijven startte in 2018 in het veengebied Kostverloren- en Kloosterzijl ten westen van Rouveen en Staphorst een experiment met onderwaterdrainage. In de afgelopen twee jaar zijn de grondwaterstanden en de bodembeweging gemeten en hebben de agrarische ondernemers ervaring opgedaan met het onderwaterdrainagesysteem. Bij de elf proeflocaties is onderzocht wat het effect van het onderwaterdrainagesysteem is op de grondwaterstand in droge en natte perioden. De resultaten van dit onderzoek zijn niet eenduidig. Wel laten de eerste resultaten van de gemeten bodembeweging een seizoensgebonden dynamiek zien.

De proefperiode is nog te kort om conclusies te trekken over de effecten op landbouw en het lange termijneffect op de maaivelddaling in dit gebied. De werking van het bodem- en watersysteem is complex. Het effect van de onderwaterdrainage is van veel factoren afhankelijk. Verder onderzoek is noodzakelijk om meer grip te krijgen op de werking van het infiltratiesysteem onder verschillende omstandigheden.

Nieuw peilbesluit

Het huidige zogeheten peilbesluit is inmiddels dertig jaar oud en moet mogelijk worden herzien. Over de jaren is het veen geoxideerd en de bodem gedaald. Hierdoor zijn de grondwaterstanden in het gebied relatief hoog. Voor het naastgelegen Natura2000-gebied Olde Maten en Veerslootlanden is dit gunstig. Maar voor de landbouw is dit ongunstig, omdat de draagkracht van de bodem in het geding komt. De aanleg van onderwaterdrainage ook wel infiltratiesysteem genoemd, is hiervoor een mogelijke oplossing.

Verschillende onderwaterdrainagesystemen

Met onderwaterdrainage wordt water uit de sloot geïnfiltreerd via drainbuizen onder de percelen. Daarmee wordt het uitzakken van grondwater en veenoxidatie in een droge periode voorkomen en bodemdaling geremd. In een natte periode kan de overtollige neerslag via de drainage worden afgevoerd, zodat het grondwaterniveau daalt en de agrariërs met hun landbouwmachines het land op kunnen.

Bij elf agrariërs werden proefpercelen met onderwaterdrainage aangelegd. In afstemming met deze agrariërs bepaalde Aequator Groen & Ruimte de wijze van aanleg. Hierbij werd rekening gehouden met het verschil in bodemopbouw, dikte van het veen en de aanwezigheid van een onderbemaling. Zo is drainage aangelegd direct op de sloot, drainage aangesloten op een verzameldrain of drainage op een put uitgevoerd. In de put kan het peil afzonderlijk van het slootpeil worden geregeld. De effecten van onderwaterdrainage zijn intensief onderzocht. Zo zijn er metingen verricht aan grondwaterstanden en draagkracht en zijn de ervaringen van de agrariërs met het graslandgebruik bijgehouden.

Bodemdalingsmetingen

Op acht van de elf proeflocaties doet Deltares onderzoek naar bodemdaling. Sanneke van Asselen, bodemdalingsexpert bij Deltares: "Het belangrijkste tussentijdse resultaat is dat er een seizoensgebonden dynamiek zichtbaar is: een daling van het maaiveld in de relatief droge en warme zomerperiode en een stijging van het maaiveld in de relatief natte en koude winterperiode, waarbij een op- en neergaande beweging plaatsvindt in de orde van grootte van enkele centimeters. Op kortere tijdschaal (dagen, weken) is de bodembeweging sterk gerelateerd met de grondwaterstand. Om er een lange termijn trend voor bodemdaling uit te kunnen halen, moeten we langer meten dan twee jaar. Hopelijk kunnen we hier over drie jaar iets meer over zeggen."

Landbouwkundig effect

De eerste resultaten van de grondwaterstandmetingen zijn niet eenduidig. "Bij slechts een paar bedrijven zien we een duidelijke infiltrerende werking. De grondwaterstanden zijn verhoogd in de zomer, maar op een groot aantal bedrijven zien we geen of kleine (0 tot 5 centimeter, red.) grondwaterstandsveranderingen ten opzichte van het referentieperceel", aldus Everhard van Essen, bodemkundige bij Aequator Groen en Ruimte, die de proef begeleidde. Bij de helft van deelnemers blijkt er in natte perioden een drainerend effect te zijn. Dit blijkt ook uit de metingen die zijn uitgevoerd aan de draagkracht. De effecten zijn wisselend en vooral zichtbaar in het voorjaar. Op de onderwaterdrainagepercelen lijkt de draagkracht sneller te herstellen. "De helft van de deelnemers ervaart positieve effecten van de onderwaterdrainage op de draagkracht en slechts enkele deelnemers op de graskwaliteit en grasopbrengst. Op de vraag of men het areaal onderwaterdrainage op het bedrijf wil uitbreiden of wil adviseren aan andere melkveehouders zijn de meningen sterk verdeeld. De meesten geven aan dat het te snel is om conclusies te trekken." Bekijk voor meer informatie onderstaand filmpje.

Europese subsidieprogramma

Het experiment is mede mogelijk gemaakt door Waterschap Drents Overijsselse Delta, LTO, provincie Overijssel en de agrarische ondernemers uit het gebied. Voor de uitvoering is een subsidie vanuit het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) ontvangen. Dit is een Europees subsidieprogramma voor het ontwikkelen, verduurzamen en innoveren van de agrarische sector in Nederland. Het onderzoek werd uitgevoerd door Aequator Groen en Ruimte in nauwe samenwerking met de elf betrokken agrarische ondernemers, Waterschap Drents Overijsselse Delta en DAW/LTO Noord.

Back to top