In gesprek met… ZLTO-voorzitter Wim Bens

Vraag Wim Bens naar het DAW en er volgt een reeks met succesvol lopende water- en bodemprojecten in Brabant en Zeeland. De voorzitter van de ZLTO brengt het met gepaste trots. ‘Ik zie een uitdaging om te laten zien wat er allemaal al gebeurt binnen het DAW. Je ziet nu nergens de optelling van alle effecten’, stelt Bens in de interviewserie ‘In gesprek met’.

Wel goed water geven, BodemUP, het Masterplan Zoetwaterbeschikbaarheid Zeeland of het Grondwaterconvenant Brabant. Het zijn enkele voorbeelden van met name wat grotere projecten en, samenwerkingsafspraken – in aantal deelnemers en hectares – waar schoon en voldoende water en een betere bodem centraal staan.

‘Omvangrijke water- en bodemprojecten voeren we al tientallen jaren met succes uit, samen met andere organisaties’, zegt Bens. ‘Vanuit ZLTO krijgen met name deze genoemde projecten veel aandacht bij onze achterban. Dat herkennen boeren. Het gaat om dezelfde doelstellingen als binnen het DAW, dus om waterkwaliteit en -kwantiteit, minder emissies en een vruchtbare bodem. Alleen leeft het DAW als begrip hier minder in het zuiden, misschien omdat onze boeren en tuinders al langer heel bewust bezig zijn met deze onderwerpen. Boeren lopen voorop in de aanpak.’

Waar zie je nog kansen voor het DAW?

‘Misschien doen we onszelf als boeren en als sector tekort door aan de slag te gaan, maar dat niet goed zichtbaar te laten zijn. We moeten leren om het goede verhaal te vertellen en uit te dragen. Ik zie nog een uitdaging om juist te laten zien wat er allemaal al gebeurt binnen het DAW, ook vanuit andere partners. Want je ziet nu nergens de optelling van alle effecten.
Door boeren zijn er afgelopen jaren 7000 maatregelen genomen, zoals het plaatsen van stuwen. Waar bij een project als ‘Wel goed water geven’ meer dan 50 procent door boeren zelf betaald wordt.’

Wat heb je zien veranderen op het thema water en bodem?

‘Aan de ene kant is het langer vasthouden van water belangrijk, om droogteschade te verminderen. Dat is nog eens benadrukt na drie heel droge zomers. Aan de andere kant blijft het belangrijk om te zorgen dat water snel weg kan, als natschade dreigt. Dat hebben we de afgelopen zomer wel gezien.
Samen met waterschappen hebben we berekend dat boeren en tuinders van oktober 2020 tot en met maart 2021 zo’n 480 miljoen kuub water hebben vastgehouden. In een gemiddelde zomer pompen boeren zo’n 50 miljoen kuub op voor beregening van hun gewassen. In droge jaren 2018 – 2020 is jaarlijks rond de 95 miljoen kuub opgepompt. Dat lijkt veel, maar is slechts 20 procent van hetgeen wij toevoegen aan het watersysteem.
Water valt er genoeg, alleen niet op goede momenten. Hoe zorgen we met elkaar – de gehele samenleving - voor het vasthouden van voldoende water? Daar ligt de uitdaging!’

Hoe zijn jullie daar in Brabant en Zeeland mee bezig?

‘Met verdere opschaling van BodemUP. En met de spin-off: het bedrijfs-, bodem- en waterplan (BBWP). Daarin is het mogelijk om concreet afspraken vast te leggen – wat heb jij als boer gedaan om meer water vast te houden, te besparen? Of om uitspoeling of afspoeling van nutriënten te verminderen? Als dat geborgd is, dan mag ik als boer ook beregenen. Je wordt beloond als je je nek uitsteekt. Het bedrijfs-, bodem- en waterplan geeft voor de toekomst ook mooie kansen voor meer maatwerk.
Daarnaast hebben we in Brabant afspraken gemaakt om samen te zorgen voor grondwater dat op juiste niveau blijft.’

Om welke afspraken gaat het?

‘We hadden al het beregeningsconvenant in Brabant. Met provincie, drie waterschappen, Brabant Water, terreinbeherende organisaties en ZLTO hebben we een nieuw convenant opgesteld rond grondwateronttrekking en grondwaterbeheer. We hebben afgesproken dat iedere partij zijn uiterste best gaat doen om minder grondwater te betrekken, meer water vast te houden en te kijken naar toekomstige alternatieven voor gebieden waar nu watertekorten zijn zoals op de hoge zandgronden. Naast de agrarische sector gaat dit ook over de natuur en stad. Een mooie volgende stap.’

Wat wil je DAW-partners meegeven?

‘Behoud de geborgde zetels in waterschapsbesturen. Ik geloof er niet in dat het weghalen van geborgde zetels tot het beter functioneren van het waterschap leidt. Waarom zou je de oudste bestuurlijke laag van Nederland meer politiek gaan maken? Als het steeds meer politiek wordt, dan krijg je minder effectievere besluitvorming. Terwijl we juist voor grote uitdagingen staan, zoals klimaatadaptatie.
De geborgde zetels vanuit terreinbeherende organisaties, industrie en agrarische sector in het algemeen en dagelijks bestuur van het waterschap zorgen voor verbinding naar natuur, bedrijven en boeren en tuinders. Die onderlinge verbondenheid zorgt ervoor dat we droge voeten houden, maar toch voldoende zoet water hebben. Juist door die verbinding, krijg je een goed samenspel. Het uitstekende werk van het waterschap zie je vaak niet en dat is goed.’

Back to top