Innovatie in de boerenpraktijk: belangrijke lessen geleerd in Gouwe Wiericke

Al zo’n 5 jaar laten agrarische ondernemers in de regio Reeuwwijk Bodegraven via het DAW-project Bewust Boeren Gouwe Wiericke en vervolg Innovatie in de praktijk – Gouwe Wiericke zien hoe een goed nutriënten-management zowel de agrarische bedrijfsvoering als de waterkwaliteit kan bevorderen: kringlooplandbouw in de praktijk. Onlangs is het project afgesloten, maar zoals de deelnemers zelf zeggen: ‘Uitgeleerd zijn we waarschijnlijk nooit’.

In het begin van het project is vooral gefocust op het begrijpen van de mineralenkringloop: hoe werkt het, hoe grijpt de kringloop in elkaar, waar moet je op letten bij optimalisatie en wat is de relatie met de slootwaterkwaliteit? Belangrijk daarbij was ook de samenwerking tussen de deelnemers en waterschappen hoogheemraadschap van Rijnland en Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Met elkaar werd het gesprek gestart om gezamenlijk naar oplossingen te zoeken die bijdragen aan de waterkwaliteit én de bedrijfsvoering. 

Water

De deelnemers aan het project werden verdeeld over twee studiegroepen, één gericht op water en éen op bodem. Doel binnen de watergroep was het in kaart brengen van alle kansen en mogelijkheden op het gebied van het verbeteren van de slootwaterkwaliteit, zowel chemisch als ecologisch. Dat is voor ieder bedrijf anders. Belangrijke lessen in de studiegroep water zijn meer kennis over de chemische en ecologische waterkwaliteit en het belang van schoon water in de sloot, ook voor het vee. De waterkwaliteit was bij de meeste deelnemers op orde, wel is er een negatief effect door smienten, ganzen en rivierkreeft. Ook waterschappen Rijnland en Stichtse Rijnlanden trok lessen uit het project, zij hebben nu meer aandacht voor het financiële aspect van waterkwaliteit en zijn uitgenodigd mee te denken over een meer praktische aanpak voor sloot schonen. 

Bodemgroep

In de bodemgroep wilden de deelnemers inzicht krijgen in gewasopbrengsten- en kwaliteiten en stikstof- en fosfaatverliezen beperken. Dit is onder meer gedaan door de stikstofbenutting in kaart te brengen. Deelnemers zetten de hoeveelheid bemesting af tegen de gewasopbrengst (die ook werd bemonsterd). De uitkomsten van waren het startpunt voor de bodemgroep om de grote verschillen in bodemkwaliteit en stikstofbenutting verder te bespreken. Belangrijkste eyeopeners was het feit dat met de mestgift en het maaimoment het ruw eiwit in de voorjaarskuil vrij goed te sturen. Goed om te zien dat mede dankzij de inzichten door het project deelnemers langer wachten met maaien. Daarmee wordt het ruw eiwitgehalte lager wat bijdraagt aan minder ammoniakuitstoot en bemestingskosten.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over dit project op de projectpagina

Back to top