Interview Henri Mulder, KadasterProjectleider GLB-pilot Gebiedsgerichte aanpak DAW

Welke opgaven zijn er in een bepaald gebied rondom waterkwaliteit, waterkwantiteit en bodemgezondheid? Welke partijen in een gebied hebben hier invloed op? Hoe kunnen en willen ze een bijdrage leveren aan een oplossing? En hoe kan ieders bijdrage gefinancierd worden? Daarover wordt nagedacht in de GLB-pilot Gebiedsgerichte aanpak.

“Het doel van het project is om van onderaf een gebiedsproces vorm te geven”, vertelt Henri Mulder, coördinator van het project. “Om samen met verschillende ketenpartners te komen tot een gebiedsplan en een gebiedsdeal die vanuit de specifieke opgaven in een gebied gestuurd wordt en toch blijft aansluiten op de systematiek van financieren vanuit het nieuwe GLB.”

Deze bottom-up aanpak is ook direct wat dit project volgens Henri zo uitdagend maakt. “Het is een hele nieuwe manier van werken, redeneren vanuit wat een gebied nodig heeft in plaats van het opleggen van generieke regels. Ze noemen dit een gebiedsgerichte aanpak, een werkwijze die de overheid in de toekomst steeds meer van ons gaat vragen. Deelname aan dit project is voor partijen dan ook direct een kans om aan deze nieuwe werkwijze te wennen. Organisaties die nu al meedoen, bouwen als het ware een voorsprong op de rest op.”

In de pilot wordt in vier gebieden gewerkt aan zo’n gebiedsgerichte aanpak, zijnde Achterhoek, Flevoland, Limburg en Twente. “Binnen het project ontwikkelen we tools die de partners in de gebieden moet helpen om onderling goede afspraken te maken die aansluiten bij de financieringsinstrumenten voor gebiedsgerichte samenwerking in het nieuwe GLB. Denk aan een format voor een gebiedsplan waarin afspraken vastgelegd kunnen worden. Of een begrotingsformat waarmee een gebiedsprogramma voor meerdere jaren zo begroot kan worden zodat er in de uitvoering ruimte en flexibiliteit ontstaat die vaak nodig is. Ieder gebied heeft de vrijheid om te experimenteren met de beste volgorde om de plannen ingevuld te krijgen. Zo starten ze in het ene gebied met de ketenpartners en in het andere gebied met de agrariërs. Doel van het project is ook om te leren welke aanpak het beste werkt door de voor- en nadelen van de verschillende aanpakken naast elkaar te leggen om zo uiteindelijk te komen tot een beproefde werkwijze die breed toepasbaar is.”

Door onduidelijkheid rondom regelgeving merkt Henri dat partners soms afwachtend zijn om mee te doen in de pilot. “We weten inderdaad nog niet precies hoe de richtlijnen rondom het GLB en de Nitraatrichtlijn eruit gaan zien. Dat zou partijen echter niet moeten weerhouden om mee te doen en mee te denken.” Naast het feit dat organisaties alvast – gefinancierd vanuit het project - kunnen wennen aan de nieuwe werkwijze rondom een gebiedsgericht aanpak, hebben ze via de pilot ook de gelegenheid om input te leveren voor toekomstig beleid. “We hebben allemaal belang bij schoon en voldoende water en een goede bodemgezondheid. De meest efficiënte manier om hier stappen in te zetten is door ervaringen uit de praktijk met de beleidsmakers te delen zodat de werkwijze om te komen tot een gebiedsgerichte aanpak, aansluit op financieringsinstrumenten vanuit het nieuwe GLB en maximaal kan bijdragen aan het behalen van de doelen. En dat is precies wat we met deze pilot doen.”

Om die invloed op het beleid zo groot mogelijk te maken hebben er inmiddels verschillende sessies plaatsgevonden. “Het is belangrijk dat we van elkaar weten waar we mee bezig zijn. Dat het gebiedsplan dat wij ontwikkelen met de bijbehorende begroting niet alleen aansluit bij de wensen vanuit het gebied maar ook bij de kaders waarbinnen de beleidsmakers moeten opereren.”

Naast de gebiedsgerichte aanpak wordt via een aparte pilot ook gewerkt aan de ontwikkeling van een landbouwloket waar agrariërs straks terecht kunnen voor financiering van de maatregelen die binnen het gebiedsplan passen. “Door naast de werkwijze om te komen tot goed water- en bodembeheer in een gebied ook de financiering van de daadwerkelijke maatregelen laagdrempelig in te richten, leveren we via deze twee pilots een bijdrage aan het voorbereiden van de gebieden op de toekomst.”

 
Contact
Heeft u vragen over de pilot in uw gebied? Neem dan contact op met:
 
Achterhoek: Hennie Mones, Kadaster, 06 23 07 47 65
Flevoland: Albert Jan Olijve, FAC, 06 518 995 79
Limburg: Paul Simons, Arvalis, 06 83 82 38 02
Twente: Astrid van der Weg, Kadaster, 06 21 50 37 38
Back to top