Samenwerking is onontbeerlijk voor een vitaal platteland

Voorzitter Sjaak van der Tak van LTO Nederland en Marjolein Jansen, lid van de raad van bestuur bij het Kadaster, ondertekenden dinsdag een overeenkomst om de samenwerking tussen beide partijen te bekrachtigen. ‘Samenwerking in de gebiedsgerichte aanpak is voor ons de weg naar een duurzamere landbouw.’
 
LTO Nederland en het Kadaster werken al lange tijd samen binnen Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW). In dit nationale programma wordt de waterkwaliteit, de waterkwantiteit en het bodembeheer per gebied onder de loep genomen. Vanuit de boer zelf wordt hierin naar oplossingen gezocht om de landbouw te verduurzamen. 
 
Maatregelen betreffen aanpassingen op het eigen erf, maar kunnen ook collectief worden opgepakt binnen een gebied. Met name de combinatie van op het erf én in het gebied in samenwerking met de werkzaamheden van de waterschappen maakt de gezamenlijke aanpak waardevol. Inmiddels lopen er ruim 500 deelprojecten en zijn er 15.000 boeren bij aangesloten. 
 

Is DAW het paradepaardje van de samenwerking tussen LTO Nederland en Kadaster? 

Van der Tak: ‘Het laat inderdaad goed zien hoe we samenwerken. Een gebied heeft bijvoorbeeld een wateropgave. LTO neemt het voor touw binnen een gebied en zet de betreffende partijen rond de tafel. Dan schuift het Kadaster aan en die kan helder en feitelijk laten zien hoe een gebied in elkaar zit en waar de uitdagingen liggen. Daarna is het gebied zelf aan zet.’ Jansen: ‘DAW laat ook goed zien hoe je met kleine dingen iets groots kunt bereiken. Wij bieden niet alleen een kaart aan die inzicht geeft in het gebied, maar we registeren en monitoren ook wat er is bereikt. Daardoor maken we de resultaten aantoonbaar.’ 
 

Waarin versterken jullie elkaar? 

Van der Tak: ‘Het Kadaster lijkt soms onzichtbaar, maar het is een enorm belangrijke speler in gebiedsprocessen. Deze organisatie is voor boeren en tuinders megabelangrijk, denk aan stikstof, wateropgave, landinrichting en kavelruil. De boeren die vrijwillig maatregelen nemen, moeten kunnen vertrouwen op de informatie die wordt verstrekt. Alles draait om feiten en die heeft het Kadaster. Dit instituut is oprecht, adequaat en betrouwbaar. Daardoor kunnen we op basis van feiten met elkaar praten.’ Jansen: ‘We hebben de wettelijke taak om de rechtszekerheid te borgen in gebiedsprocessen. We zijn de stille motor. We bieden hulp. We maken de vertaalslag van de wensen in het gebied naar de haalbaarheid ervan. We objectiveren de dialoog zogezegd. Daarbij willen we niet de rol van LTO overnemen, maar juist de handen ineenslaan. LTO heeft een netwerk onder de boeren dat wij niet hebben, buiten de gebieden waar kavelruil of herverkaveling plaatsvindt.’ 
 

Hoe helpt dit de boer en tuinder verder? 

Van der Tak: ‘Stel dat een boer piekbelaster is als het gaat om stikstof. Hij heeft dan verschillende keuzes. Hij kan bijvoorbeeld innoveren, hij kan een samenwerkingsovereenkomst met zijn buurman aangaan, maar hij kan ook verplaatsen. Dat laatste is natuurlijk heel erg ingrijpend, maar op basis van feiten, aangeleverd door het Kadaster, kan hij wel keuzes maken. Als het Kadaster kan aantonen dat hij op de nieuwe locatie voldoende mogelijkheden heeft voor zijn bedrijf, dan wordt die keuze voor hem wellicht makkelijker.’ Jansen: ‘In veel gevallen kun je een win-winsituatie creëren. Door een kavelruil kan een boer een grotere huiskavel krijgen, waardoor hij efficiënter kan werken, maar waarbij hij ook bijdraagt aan maatschappelijke opgaves binnen het gebied. In deze processen bieden wij transparantie. Alle kaarten liggen letterlijk open op tafel en iedereen kan zien wat er gebeurt in het gebied. ‘Zoiets duurde voorheen misschien twintig of dertig jaar, maar ook wij zijn gedigitaliseerd en geautomatiseerd, dus tegenwoordig gaat zo’n proces veel sneller.’ 
 

Jullie werkten al samen. Waarom dan toch een bekrachtiging van de samenwerking? 

Van der Tak: ‘Nu is het momentum. Met de ondertekening laten we zien dat we elkaar vertrouwen. Kom aan tafel en zeg het. Geef ons advies op basis van feiten. Dat zeggen we in principe hiermee. Er liggen nog genoeg uitdagingen op het bord van de agrarische sector, denk aan stikstof en klimaat. Daar hebben we elkaar bij nodig. De ondertekening is dan ook niet vrijblijvend. Het geeft ons de verantwoordelijkheid om ook in de toekomst gezamenlijk naar oplossingen te blijven zoeken.’ Jansen: ‘De energie is er nu. We hebben afgelopen tijden veel geleerd en willen deze lessons learned gebruiken in de toekomst.’ 
 

Heeft u een voorbeeld van een lesson learned? 

Jansen: ‘Wat we vooral hebben geleerd, is: maak het klein. Doelen kunnen groots en meeslepend zijn, maar de kracht is juist om dat naar het erf te brengen. Juist met een gebiedsgerichte aanpak, zoals in DAW, kun je de oplossingen op het eigen erf vinden. Daarnaast hebben we geleerd dat alles een kwestie van lange adem is. Plannen moeten niet om de vier jaar worden gewijzigd. Het heeft tijd nodig om een gebiedsverandering door te zetten. Je gaat met de toekomst van mensen in een gebied aan de slag en de oplossingen moeten minstens voor de volgende 25 jaar perspectief bieden.’ Van der Tak: ‘Land van Waarde in Salland en de Gelderse Vallei zijn daar goede voorbeelden van. Een gebiedsgerichte aanpak levert daar een vitale plattelandsstructuur op, waar kan worden gewoond, geleefd, gewerkt en gerecreëerd. Er is veel meer dan de stad. Nederland kan niet zonder platteland, maar we leven in een delta en daarbij is samenwerking onontbeerlijk’.
 
Back to top