Schoner grondwater voor landbouw en drinkwater

In Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg gaan de provincies en waterbedrijven samen met landbouworganisatie LTO de nitraatuitspoeling in grondwaterbeschermingsgebieden aanpakken. Maatregelen in deze gebieden moeten zorgen voor een betere grondwaterkwaliteit en landbouw bedrijfsvoering.

De deelnemende partijen willen stimuleren dat agrariërs vanuit hun vakmanschap zelf maatregelen nemen om de uitspoeling van nitraat tegen te gaan en daarmee ook de bodemkwaliteit verbeteren.    ´Dit heeft de sector al bewezen dankzij lopende projecten als Vruchtbare Kringloop, Boeren voor drinkwater en Duurzaam Schoon Grondwater. Hierbij is de nitraatuitspoeling zichtbaar afgenomen en zijn de bedrijfsresultaten verbeterd´, aldus LTO-Nederland-bestuurder Claude van Dongen. In totaal is door Rijk, provincies en waterbedrijven een bedrag van 12 miljoen euro beschikbaar gesteld voor agrarische bedrijfsbegeleiding en monitoring in de komende 5 jaar. De uitvoering vindt plaats door boeren in samenwerking met de provincies en drinkwaterbedrijven. Ze worden gefaciliteerd door het team van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW).

Van 40 naar 34 gebieden

In december 2017 tekenden LTO Nederland, Vewin, IPO en het Rijk samen de Bestuursovereenkomst voor de aanpak, als onderdeel van het 6e Actieprogramma. Op provinciaal niveau worden deze zomer de hierbij behorende uitvoeringsovereenkomsten getekend. De provincie Limburg kiest voor een eigen uitvoeringsroute, hierover wordt later dit jaar beslist. In de Bestuursovereenkomst werd nog gesproken over 40 aan te pakken grondwaterbeschermingsgebieden in de zand- en lössgebieden van Oost- en Zuid-Nederland. Deze waren gekozen op grond van een modelstudie van het RIVM.  Na toetsing van de reële situaties zijn er uiteindelijk 11 gebieden afgevallen en 5 gebieden bijgekomen, waardoor het aantal uitkomt op 34. Dit jaar richt de aanpak zich op 24 gebieden, volgend jaar komen daar de overige 10 gebieden bij.

Vrijwillig, maar niet vrijblijvend

De agrariërs worden benaderd voor deelname, via de organisatie van het Deltaplan agrarisch Waterbeheer (DAW). Het streven is dat minimaal 50-80% van de boeren in een gebied meedoet. Individuele bedrijfsbegeleiding, uitwisseling van ervaringen via studiegroepen en velddemonstraties zijn onderdeel van de aanpak. De bedrijfsgegevens worden door de deelnemers bijgehouden via de Kringloopwijzer, dit aangevuld met perceelsgewijze bemestings- en opbrengstgegevens. Verder moet men bereid zijn om de gegevens te bespreken met de bedrijfsbegeleider en andere deelnemers. Tijdens de looptijd van het project zal verder de monitoring veel gegevens aanleveren waardoor we de bedrijfsvoering nauwkeuriger kunnen aansturen.

'Meedoen is vrijwillig, maar het traject is niet vrijblijvend. Wanneer we de nitraat gerelateerde knelpunten niet zelf oplossen in deze gebieden, dan kan de sector op grond van de huidige regelgeving worden verplicht om maatregelen te nemen', aldus LTO-bestuurder van Dongen.

Back to top