Tuinders zetten puntjes op de i

Glastuinders in Drenthe en Groningen hebben zich ingespannen om uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het oppervlaktewater te verminderen. De komende jaren zetten ze de puntjes op de i om voldoende effect te sorteren.

 

Dit is in het kort de stand van zaken van project ‘DuurSaam Glashelder’. Het project dat startte in 2017, komt voort uit een samenwerking tussen Glastuinbouw Nederland, de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen, de provincies Drenthe en Groningen en de gemeenten Emmen en Midden-Groningen. Uitvoerder is LTO Noord.

Projectleider Harrie Vreman constateert dat de projectdoelstelling is behaald. ‘Het gros van de glastuinders in het projectgebied hebben we bereikt. Bedrijven met mogelijkheden om uitspoeling te verminderen, hebben een bedrijfswaterscan laten uitvoeren’, vertelt hij.

De uitvoering van de tientallen bedrijfsscans gebeurde door een specialist van Delphy. Bij iedere scan was Cees Ruhé, voorzitter Glastuinbouw Nederland regio Groningen en Drenthe, aanwezig. ‘Daar hebben we bewust voor gekozen’, zegt Ruhé. ‘Enerzijds om het vertrouwen van de ondernemers te wekken, anderzijds omdat ik zelf wilde ervaren hoe ondernemers met deze problematiek aan de slag willen. Als belangenbehartiger moet je goed weten wat de achterban wil.’

Alle deelnemende bedrijven hebben het stappenplan dat voortvloeide uit de bedrijfsscan uitgevoerd. In veel gevallen ging dat gepaard met pittige investeringen. Er waren beperkte subsidiemogelijkheden.

‘Dat ondernemers toch in groten getale gemotiveerd waren om te werken aan minder uitspoeling, is deels te verklaren doordat ze door uitvoering van het stappenplan in aanmerking kwamen voor een certificaat. Daarmee kunnen ze aantonen dat het restwater dat zij lozen, is gezuiverd van gewasbeschermingsmiddelen. Zo’n certificaat is nodig om bepaalde gewasbeschermingsmiddelen te mogen kopen’, aldus Ruhé.

Lekverliezen

De komende maanden organiseert de projectleider weer bijeenkomsten voor de glastuinders. ‘Daarbij gaan we het onder andere hebben over mogelijkheden om lekverliezen te voorkomen.’ Volgens de waterschappen is de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater rond de bedrijven nog onvoldoende. Vreman: ‘Dat is mogelijk te verklaren doordat er op bedrijven nog lekverliezen zijn. Dus plekken waar vervuild water toch nog kan wegstromen richting oppervlaktewater. Onze inzet is om die lekverliezen op te sporen en te dichten.’ Dat de waterschappen met nauwkeuriger metingen willen opsporen van welke bedrijven de vervuiling afkomstig is, vindt Ruhé een goede zaak. ‘De groep hoeft niet op te draaien voor individuele bedrijven waar het niet goed gaat. Belangrijk is wel dat bedrijven voldoende tijd krijgen om verbeteringen te realiseren.’

Back to top