'Veel diverser kan het landelijk gebied in Nederland niet worden'

Carlo Vromans geeft, als senior projectleider bij het Kadaster en projectleider van de GLB Pilot Landbouwloket DAW, ondersteuning aan onder andere het Deltaplan Agrarische Waterbeheer (DAW). “In die hoedanigheid heb ik in 2020 samen met Henk Bouman van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om het landbouwportaal Noord-Holland op te schalen. Op die manier heb ik al van dichtbij kunnen ervaren hoe een loket succesvol kan functioneren.”

En nu mag Carlo aan de slag met het GLB-landbouwloket in deze pilot. “Goede ontsluiting van informatie en middelen om de uitdagingen waar de landbouw en het platteland de komende jaren voor staan, is cruciaal voor succes. Dit geldt zowel op gebiedsniveau als op bedrijfsniveau. Vanuit meerdere overheden en instanties komen er initiatieven die uiteindelijk bij elkaar komen in een gebied en op een bedrijf. Hierdoor is het overzicht van wat er kan en mag en waar informatie en financiële middelen te verkrijgen zijn, soms lastig te verkrijgen. Dit is niet voor het eerst en dit is ook niet nieuw. Er zijn al meerdere initiatieven geweest om gebieden bij te staan en boeren te ontzorgen door middel van maatwerk advies en loketten in meerdere delen van Nederland. Echter elke keer wordt er weer een nieuwe methodiek bedacht en blijkt dat afbakening van de doelen lastig is.”

Nieuwe middelen beschikbaar

Vanaf begin dit jaar wordt het nieuwe NSP-GLB uitgerold en komen er middelen vanuit de EU, ministerie van LNV, provincies en de waterschappen beschikbaar. Deze middelen kunnen ingezet worden voor een breed palet aan maatregelen zoals kennisvergroting, eco-regelingen, vergoedingen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, innovaties en investeringen en samenwerkingen. Carlo: “Veel geld wordt beschikbaar gesteld voor de gebieden die hun eigen plan mogen maken. De ervaring leert echter dat door de verschillen tussen overheden en ook de manier van verantwoorden, het verkrijgen van een subsidie en deze te verantwoorden op zijn minst onoverzichtelijke en tijdrovend is.

Vaak wordt ook gedacht vanuit de opgave die de betreffende instantie zich gesteld ziet. Voor een gebied of agrariër is het veel meer van belang dat het aansluit bij de wensen en doelen die men voor het gebied en het bedrijf heeft. Maatwerk en gerichte ondersteuning is dan ook wenselijk. Ten eerste om gebieden en boeren te ontzorgen en ten tweede om regelingen en dus subsidies effectief in te zetten.”

Bouwdoos met informatie

De wens van Carlo is om met deze pilot niet iets volledig nieuws uit te proberen maar een bouwdoos te bedenken die gebruikt kan worden door de diverse overheden en instanties om hun informatie bij de boer en het gebied te krijgen. “Belangrijk is dat het ‘ontzorgen’ van het gebied en de boer daarbij het uitgangspunt is. Deze aanpak moet voorkomen dat er telkens veel geld en energie in de methodiek wordt gestoken maar dat er op een enigszins uniforme manier, helder voor boer en gebied gewerkt kan worden waarbij bestuurders van de betreffende instantie wel aan het stuur kunnen blijven zitten. Dat de pilot uitgevoerd wordt in Limburg, Rivierengebied en Zeeland is daarbij een extra stimulans. Veel diverser kan het landelijk gebied in Nederland bijna niet worden lijkt me. Als we de pilot hier succesvol kunnen uitrollen dan kan deze ook in de rest van Nederland gebruikt worden."

Back to top