Deelnemers waarderen onze bijeenkomsten en activiteiten gemiddeld met een 8,1. Woorden als ‘leerzaam’, ‘praktisch’ en ‘goede uitleg’ komen vaak terug in de evaluaties na afloop van onze velddemo’s, excursies met onze DAW Waterkaravaan of van studiegroepen die met een bodemadviseur een vraagstuk uitpluizen.
De velddemo’s en bijeenkomsten vanuit het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) trekken een breed en geïnteresseerd publiek: van boeren en telers tot beleidsadviseurs en bestuurders tot agrarische opleidingen en studiegroepen. Bezoekers vinden het prettig dat kennis direct gekoppeld wordt aan voorbeelden in het veld. In het veld kun je zien, voelen en vergelijken wat maatregelen in de bodem en het gewas doen. Dat maakt theorie concreet en helpt boeren om keuzes te maken voor hun eigen bedrijf.
‘Velddemo geeft het eerlijke verhaal’
Francien van der Werff, vanuit LTO Noord projectleider bij DAW-projecten, vertelt waarom deze aanpak werkt. ‘Men kan in het echt ervaren, voelen en vergelijken. Boeren leren graag van andere boeren en letten daarbij op toepasbaarheid, effecten en de financiële kant.’
Volgens haar zit de kracht vooral in de mix van theorie en praktijk. ‘Theorie kan vaak abstract zijn. Tijdens een demo zie je wat er gebeurt. Dat kunnen keuzes, fouten en resultaten zijn, maar in ieder geval het eerlijke verhaal.’
Waardering voor uitleg en ruimte voor vragen
Dat de activiteiten door zoveel verschillende groepen worden bezocht, ziet Francien als meerwaarde. Waar studieclubs vaak vaste groepen melkveehouders of akkerbouwers bereiken, trekken bijeenkomsten en velddemo’s juist nieuwe gezichten en verschillende doelgroepen aan. Uit de evaluaties blijkt dat bezoekers vooral de duidelijke uitleg, de praktische voorbeelden en de ruimte voor vragen waarderen. Ook de samenwerking tussen adviseurs, onderzoekers en DAW Demobedrijven wordt positief genoemd.
Inspiratie voor op het eigen erf
Francien ziet het als geslaagd wanneer bezoekers met inspiratie vertrekken. ‘Boeren zoeken vooral naar handvatten die passen bij hun eigen bedrijf. Als ze daarmee thuis stappen kunnen zetten, blijft de sector in beweging.’