Op de vraag of er toekomst is voor boeren in Aarlanderveen, zeggen Jaap Verduijn en Peter Pieterse tegelijkertijd ‘ja’. ‘Je moet alleen geen haast hebben’, verzucht Jaap Verduijn, melkveehouder in polder Aarlanderveen, een veenpolder tussen Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop. ‘Het is inderdaad een zaak van de lange adem’, valt Peter Pieterse, eveneens melkveehouder in de polder, zijn buurman bij. Beide zijn betrokken bij het project ‘Boeren met toekomst in polder Aarlanderveen’. Ze zitten als vertegenwoordiger van een tiental boeren in de werkgroep van het gelijknamige project. De boeren hebben in dit proces (de gebiedsgerichte aanpak) veel te bieden aan de verschillende betrokken overheden: provincie Zuid-Holland, gemeente Alphen aan den Rijn en hoogheemraadschap Rijnland. Allemaal vragen zij iets van de boeren.
‘Alle regelgeving die op nationaal en in Europees verband op ons afkomt, is funest voor het draagvlak in de polder’
Maar zo zeggen ze allebei: ‘Het is een tamelijk stroperig proces. En alle regelgeving die op nationaal en in Europees verband op ons afkomt, maakt het niet gemakkelijker. Dat is funest voor het draagvlak in de polder. De verschillende boeren dragen allemaal al op hun eigen wijze een steentje bij aan de verscheidenheid aan doelen. Jaap is actief voor weidevogels en bezig met de omschakeling naar biologisch’, geeft Pieterse aan. Zelf heeft hij maatregelen genomen om de stikstofuitstoot te verminderen. En ook biodiversiteit staat bij beide hoog in het vaandel. In het project zijn bijvoorbeeld duikers onder de dammen aangelegd voor een betere waterkwaliteit en doorstroming van het water en in het kader van de groenblauwe dooradering. Ook een van de wensen van de overheid.
‘Boeren zijn cruciaal’
Mariette van den Berg is namens LTO Noord de projectleider. Ze onderschrijft wat de boeren zeggen. ‘Het uitgangspunt dat alle partijen drie jaar geleden hebben onderschreven bij de start van dit project, is dat boeren in de toekomst mogelijk moet blijven. De polder is ook belangrijk voor de inwoners van Alphen aan den Rijn (recreatie).’ Volgens haar spelen boeren hierbij een cruciale rol. ‘Maak dat dan ook mogelijk. Geef duidelijk een stip op de horizon, zodat de boeren weten waar ze aan toe zijn. We zijn onderweg door de regelgeving ingehaald en hebben hierdoor veel tijd verloren’. Verduijn vult aan: ‘Bovendien lijkt het erop dat de bedrijven die goed bezig zijn volgens de Kringloopwijzer, nu gestraft en hard geraakt worden door de regels.’ Pieterse vraagt zich af waarom bedrijven die het goed doen op een of meer terreinen niet worden beloond.
Mariette van den Berg, LTO Noord projectleider: ‘Geef duidelijk een stip op de horizon, zodat de boeren weten waar ze aan toe zijn.’
Beide melkveehouders twijfelen over het vervolg. Ook omdat er in de afgelopen periode een nieuw collectief met boeren is ontstaan, gericht op vernatting en extensivering. Dit zorgt voor nieuwe onzekerheid. Ook is er een fieldlab in oprichting. Ze benadrukken dat alles staat of valt met draagvlak. ‘We moeten helder krijgen wanneer het goed genoeg is. Door alle regels wordt het steeds moeilijker iedereen gemotiveerd te houden’, zeggen zij. Pieterse: ‘Bestuurders willen hun nek uitsteken. Nu nog heldere doelen, commitment over de route en een vorm van beloning. Dat zijn essentiële onderdelen op weg naar de toekomst.’ Van den Berg besluit: ‘We hebben mensen nodig die een visie met een plan kunnen verkopen in het gebied en daarbuiten.’