Hoe gebruik je stikstof zo efficiënt en duurzaam mogelijk, met minimale verliezen en een goede opbrengst? In Bocholtz experimenteert akkerbouwer Bert Merx met precies die uitdaging. Hij is een van de boeren die meedoet aan het zogeheten Nitraatweerbericht: een initiatief van de LLTB en Deltaplan Agrarisch Waterbeheer om beter inzicht te krijgen in het stikstofverloop in de bodem.

Gepubliceerd op maandag 25 augustus 2025
‘Nitraatweerbericht helpt ons boeren sturen’
Op 25 praktijkpercelen in Limburg worden er elke drie weken N-mineraalmetingen uitgevoerd op 0-30 centimeter diepte. De gegevens geven boeren concrete handvatten om bemesting beter af te stemmen op de werkelijke behoefte van het gewas.
‘Wij doen hier op ons bedrijf met vier percelen mee: suikerbieten, tarwe, aardappelen en mais’, vertelt Bert Merx. ‘Het zijn stuk voor stuk gewassen die anders reageren op stikstof. En met de lössgronden hier in Zuid-Limburg, waar het stikstofverloop grillig is, is inzicht ontzettend belangrijk.’
Van model naar praktijk
Volgens Merx wordt er veel gekeken naar modellen en gemiddelden. ‘We worden als het ware afgerekend op het droge nitraatgehalte in de bodem, maar niemand weet waar dat nitraat precies vandaan komt. Is het natuurlijke mineralisatie of is het door bemesting?’
Hij vervolgt: ‘Onze aardappels zijn 8 mei gepoot en groeiden na opkomst door droogte niet goed door. Er stond als het ware een schraal gewas. Vaak wordt dan nog met stikstof bijbemest bij voorspelde regen, maar dankzij het Nitraatweerbericht besloot ik niets te doen. We hadden volgens de meting voldoende nitraat beschikbaar in de bodem. Het was geen stikstoftekort, maar neerslagtekort. Drie weken later was volgens de meting de hoeveelheid stikstof flink gedaald, en we zagen in het veld weer een gewas aan de groei. Dat soort inzichten helpen ons als sector om op maat te bemesten.’
Eerste inzichten
Het weerbericht levert al belangrijke inzichten op. ‘Bij intensief bewerkte percelen en gewassen met ruggenbouw zie je dat de bodem veel stikstof kan leveren. Bij wintertarwe, dat al in het najaar is gezaaid, is de mineralisatie juist veel lager’, legt Merx uit. Hij pleit in de toekomst voor verdere verdieping van het Nitraatweerbericht. ‘We moeten naar een versie 2.0: met gegevens over bodemtemperatuur, neerslag, bewerking, gewasstand. Alles meten, alles vastleggen en slim combineren. Dan kunnen we echt leren sturen.’
‘Iedere teler verdient toegang tot kennis over zijn eigen bodem. Niet alleen op papier, maar tastbaar en toepasbaar.’
Meer maatwerk
Wat hoopt Merx dat het Nitraatweerbericht hem brengt? ‘Meer inzicht, minder uitspoeling – en laten zien dat we dat we ruimte moeten krijgen op basis van onze resultaten. We willen naar bemesting op maat, in een systeem met doelsturing. Als je weet wat je bodem kan leveren, kun je preciezer bemesten. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen in de praktijk. En dat begint met goede data.’
Het Nitraatweerbericht is volgens Merx een eerste stap richting een nieuw tijdperk in de teelt van gewassen. ‘Toen ik op school zat, leerde je: stop een zaadje in de grond, bemest en het groeit. Nu beseffen we dat het hele verhaal onder de grond gebeurt. Interactie tussen bodemleven, vocht, temperatuur, en gewaswortels. Dit project is een opstap naar iets groters: tot de kern komen van planten telen.’ Hij besluit: ‘Iedere teler verdient toegang tot kennis over zijn eigen bodem. Niet alleen op papier, maar tastbaar en toepasbaar. Dit weerbericht helpt ons daar naartoe.’