trekker met giertank - nitraatweerbericht
Resultaten bekend

Nitraatweerbericht van eind september

Telers handvaten geven om de kunnen sturen op duurzamer en efficiënter stikstofgebruik. Dat is in de inzet van het Nitraatweerbericht, dat de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) en DAW hebben geïntroduceerd. Het Nitraatweerbericht is een waardevol hulpmiddel dat boeren ondersteunt bij het optimaliseren van hun bemestingsstrategieën.

Door de driewekelijkse N-mineraalmetingen (N-min metingen) op 25 Limburgse percelen kunnen boeren slimmer omgaan met stikstof, kosten besparen en de opbrengst van gewassen verhogen.

Let op: De meetresultaten in het Nitraatweerbericht zijn gebaseerd op Limburgse percelen en weersomstandigheden. De inzichten zijn daarom indicatief voor andere regio’s in Nederland. Houd in andere gebieden rekening met lokale verschillen in bodemtype, neerslag en teelt.

Nitraatweerbericht van eind september

Alle percelen zijn weer bemonsterd in de vierde week van september. Ondertussen zijn steeds meer percelen geoogst en is bij een deel een groenbemester ingezaaid. Deze activiteiten lijken bij sommige percelen de hoeveelheid nitraat die we meten te beïnvloeden. Waarschijnlijk hebben het rooien of bodembewerkingen na oogst een stimulerende werking op de mineralisatie, zeker met het relatief warme najaar.

Op al deze percelen wordt bij de volgende meting een monster op 0-90 cm diepte genomen, met een uitsplitsing tussen de lagen 0-30, 30-60 en 60-90 cm. Deze Nmin-meting is een belangrijke meting na het groeiseizoen om de stikstofbenutting gedurende de teelt te evalueren.

Aardappelen

Bij de aardappelen zien we, op perceel 23 na, hele mooie lage waardes. De lichte stijging bij perceel 5 en 23 is verwaarloosbaar, de waardes zijn in lijn met vorige metingen. Perceel 23 is wel continu hoog geweest afgelopen seizoen. Dit perceel blijft interessant om volgend jaar te volgen.

Uien

Bij de uien zien we een grote stijging bij perceel 8, wellicht als gevolg van aangewakkerde mineralisatie door de bodembewerking. Ondanks de ingezaaide Japanse haver daalt de beschikbare hoeveelheid stikstof niet, maar stijgt deze zelfs flink.

De uien zijn het hele jaar al aan de hoge kant, wat laat zien dat bij de uienteelt nog wel een uitdaging zit op dit vlak. We hopen hier komend seizoen specifiek aan te kunnen werken met uientelers, om tot een teeltwijze te komen waarbij naast opbrengst en kwaliteit ook waterkwaliteit centraal staat.

Mais

Alle maispercelen zijn op een mooi laag niveau. Deze percelen laten duidelijk zien dat bij de maisteelt goed mogelijk is om met een laag stikstofresidu te eindigen na de teelt. Hopelijk wordt dit bevestigd door de 0-90 metingen over drie weken.

Suikerbieten

De suikerbieten in Bergen (perceel 21) zijn gerooid, dit kan de stijgende hoeveelheid stikstof verklaren. We zijn benieuwd of dit komende weken weer daalt door opname door de groenbemester.

Wintertarwe

Op perceel 3 is in augustus drijfmest uitgereden en meteen een groenbemester gezaaid. De vrijkomende stikstof door de bemesting en gestimuleerde mineralisatie lijken niet volledig opgenomen te worden door de groenbemester.

Tuinbouwgewassen

De winterpeen op perceel 1 is heel interessant om te zien. Op dit perceel zijn de stikstofniveaus als sinds eind juli op een heel laag niveau. Ondertussen staat de peen er goed op en wordt er geregeld kleine hoeveelheden bijbemest met vloeibare meststoffen.

De andere percelen zijn gedurende het perceel relatief hoog geweest, maar overig is een daling ingezet afgelopen weken.

Blijvend grasland

Dit perceel is afgelopen weken niet meer bemest. Na de regen is het gras weer goed gaan groeien en afgelopen week is hier weer gemaaid, met naar schatting 2000 kg DS opbrengst.

Conclusie
Ondanks kleine verschillen binnen gewassen, zien we duidelijk verschil tussen gewassen. Zo is de hoeveelheid stikstof in de bodem aan het eind van het groeiseizoen zoals verwacht laag bij de bieten en gras, maar ook bij de mais en groot deel van de aardappelpercelen. Bij de uien en een deel van de tuinbouwgewassen zien we echter nog grote hoeveelheden stikstof in de bodem. Als LLTB willen we vanuit ons project WaterWinst volgend jaar aan de slag met telers om samen te ontdekken welke stappen we kunnen zetten in de teelt om te werken aan stikstofbenutting en voorkoming van nitraatuitspoeling, net als we afgelopen jaren gedaan hebben in aardappels, mais en prei.

Bekijk de grafieken op de LLTB-website

Op 1 september zijn de percelen weer bemonsterd. Bij de meeste percelen zien we nog een dalende lijn in de hoeveelheid stikstof die we meten. Dat is ook nodig om in november met een lage Nmin meting (0-90 cm) te eindigen.

Op steeds meer percelen is de stikstofopname door het gewas echter gestopt of is het gewas al geoogst. In deze periode kan de mineralisatie in de bodem nog doorgaan, met een risico dat de vrijkomende stikstof uitspoelt als er geen passende maatregelen genomen worden.

Een vanggewas kan nitraatuitspoeling, en verlies van waardevolle stikstof, beperken door deze op te nemen en vast te leggen. Dit komt het volgende seizoen weer deels beschikbaar. Hoe eerder het vanggewas gezaaid wordt, hoe meer stikstof er nog vastgelegd kan worden.

Voor meer tips over vanggewassen en groenbemesters, zoals de groenbemestersoorten, effect op bodemstructuur of aaltjes en de voordelen van groenbemestermengsels, kijk op de website van Handboek Groenbemesters.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Op 11 augustus zijn alle percelen weer bemonsterd. In de periode ervoor zijn er geregeld kleine buien gevallen, al overheerst de droogte.

Veel gewassen zijn in een stadium dat ze weinig stikstof meer opnemen. De hoge temperaturen, met af en toe neerslag houden de bodemmineralisatie echter wel op gang.

Op percelen waar de stikstofopname door het hoofdgewas nu is gestopt, of waar al geoogst is, maar waar de hoeveelheid stikstof nog vrij hoog is, is het belangrijk om een goede groenbemester of vanggewas te telen om de stikstof vast te leggen.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Afgelopen weken is eindelijk weer geregeld regen gevallen. In combinatie met de zomerse temperatuur hebben de gewassen zich afgelopen weken flink kunnen ontwikkelen. We zien op meerdere percelen terug dat de hoeveelheid stikstof gedaald is als gevolg hiervan. We zien ook percelen waar de opname lager ligt dan de mineralisatie, met hogere uitslagen als gevolg, zonder dat er nog bemest is.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Afgelopen drie weken hebben we verschillende uitersten gezien in het weer, van hele hete dagen, tot plaatselijk sterke buien. Ondanks de buien is het zeer droog op de meeste percelen. De droogte heeft ook invloed op de Nmin-cijfers. We zien op een aantal percelen een opleving van de hoeveelheid stikstof die we meten, vaak meer dan dat er bijbemest is. Stikstofmineralisatie wordt onder andere beïnvloed door vocht (door beregening of een plaatselijke bui), warmte en activering van het bodemleven door de groeiende plant. Plantenwortels scheiden wortelexudaten uit, die onder andere suikers, aminozuren organische zuren bevatten. Deze stoffen voeden het bodemleven, zoals bacteriën en schimmels. Door deze stimulans van de microbiële activiteit neemt de omzetting van organisch gebonden stikstof naar beschikbare vormen (zoals ammonium en nitraat) toe. Na droogte worden meer wortelexudaten uitgescheiden dan onder normale omstandigheden, wat tot een extra vrijgave van voedingsstoffen leidt. Daarnaast sterft een deel van het bodemleven af tijdens droogte, waardoor stikstof vrijkomt.

Het warme weer heeft ook tot stijgende bodemtemperaturen geleid, zeker op de zandgronden, maar ook de lössgrond is flink opgewarmd.

Dus wanneer en voldoende regen valt of beregend wordt, zijn dit ideale omstandigheden voor stikstofmineralisatie. Bij de onderstaande cijfers zien we de hoeveelheid stikstof uit nitraat en ammonium die we meten in de bouwvoor (0-30 cm), wat we niet meten is de hoeveelheid stikstof die is vrijgekomen, maar al opgenomen is door het gewas. Lage cijfers willen dus niet per definitie zeggen dat er geen stikstof beschikbaar is voor het gewas.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

In de afgelopen periode  eind mei – half juni liepen de temperaturen op. Er waren dagen bij van 25 graden en meer. Ook is in deze periode de nodige neerslag gevallen. Ideale omstandigheden voor de mineralisatie in de bodem.

Ook zien we dat de gewassen flink aan het groeien zijn. Er komt dus stikstof vrij in de bodem en dat kan direct worden opgenomen door het gewas.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Op 22 mei is op alle referentiepercelen weer een N-minmonster genomen. De resultaten laten steeds grotere verschillen zien tussen de gewassen, terwijl we binnen gewassen vaak dezelfde trends zien.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Op 1 mei zijn de percelen weer bemonsterd en geanalyseerd op ammonium (NH4+) en nitraat (NO3) gehalte. We zien bij meer dan de helft van de percelen het nitraatgehalte stijgen, met name de percelen die bemest zijn, waarschijnlijk door het verder vrijkomen van stikstof uit de bemesting, maar ook stikstofmineralisatie in de bodem die gestimuleerd wordt door de bodembewerking.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Het eerste nitraatmonster is gestoken op de 23 deelnemende referentiepercelen, hiermee start dan ook ons periodieke Nitraatweerbericht. Het komende jaar wordt hier iedere drie weken een monster gestoken, waarmee we een goed beeld proberen te krijgen van de ontwikkeling van de minerale stikstof in de bodem gedurende het groeiseizoen.

Op enkele percelen is al mest uitgereden, wat resulteert in hogere Nmin-waardes dan de niet bemeste percelen. Met name de NH4+ concentratie neemt snel toe na aanwenden van dierlijke mest. Daarnaast komt de stikstof die opgeslagen zit in de ondergewerkte groenbemester langzaam vrij, wat ook bijdraagt aan de gemeten Nmin-waardes. In combinatie met de bemesting, waardoor de C/N ratio veranderd, zal de stikstof nog sneller vrijkomen uit de biomassa.

Op verschillende percelen hebben ze onder goede omstandigheden al kunnen zaaien op planten, of gaan ze dit komende weken doen. Komende weken zullen we zien hoe de langzaam opkomende gewassen en verdere mineralisatie in de bodem de Nmin-waardes beïnvloeden.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

 

 

Het belang van inzicht in stikstof

De bodem en de bodemprocessen, zoals mineralisatie en denitrificatie, zijn nog een grote onbekende bij het opstellen van een bemestingsplan. Hoe meer we weten van de bodem, hoe beter de bemesting hier op aangepast kan worden. Dit inzicht kan helpen om te komen tot een efficiëntere bemesting, lagere kosten en minder uitspoeling van nutriënten naar grond- en oppervlaktewater.

Met de inzet van N-mineraalmetingen op de 25 demopercelen, waarbij driewekelijks de stikstofstatus wordt beoordeeld en geanalyseerd, wordt waardevolle informatie verzameld. Deze gegevens worden gebruikt om bemestingsplannen te optimaliseren, wat niet alleen bijdraagt aan een beter rendement, maar ook aan een vermindering van uitspoeling van stikstof en fosfor naar het milieu.

Nitraatweerbericht: Praktische kennisdeling

Op basis van deze de metingen wordt via het Nitraatweerbericht toelichting gegeven op de bodemprocessen en advies gegeven hoe hier op ingespeeld kan worden met de bemesting. Op de meetpercelen wordt een breed spectrum aan gewassen geteeld: van aardappelen en suikerbieten tot mais en uien. De bodemadviseurs van het Regionale Bodemteam van het DAW analyseren de metingen en geven in ieder Nitraatweerbericht tips per gewas.
Het doel? Het vergroten van bewustwording en kennisdeling over de N-min metingen en het belang van een goede bemestingsstrategie voor verschillende teelten, bodemsoorten en weersomstandigheden.

Met het Nitraatweerbericht werken we aan een toekomstbestendige landbouwsector waarin stikstof efficiënter wordt benut. Dit zorgt niet alleen voor lagere kosten en hogere opbrengsten, maar ook voor een positieve impact op het milieu.

Gerelateerde regiocoördinatoren

Gerelateerde advies & subsidies