trekker met giertank - nitraatweerbericht
Resultaten bekend

Nitraatweerbericht van half augustus

Telers handvaten geven om de kunnen sturen op duurzamer en efficiënter stikstofgebruik. Dat is in de inzet van het Nitraatweerbericht, dat de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) en DAW hebben geïntroduceerd. Het Nitraatweerbericht is een waardevol hulpmiddel dat boeren ondersteunt bij het optimaliseren van hun bemestingsstrategieën.

Door de driewekelijkse N-mineraalmetingen (N-min metingen) op 25 Limburgse percelen kunnen boeren slimmer omgaan met stikstof, kosten besparen en de opbrengst van gewassen verhogen.

Let op: De meetresultaten in het Nitraatweerbericht zijn gebaseerd op Limburgse percelen en weersomstandigheden. De inzichten zijn daarom indicatief voor andere regio’s in Nederland. Houd in andere gebieden rekening met lokale verschillen in bodemtype, neerslag en teelt.

Nitraatweerbericht van half augustus

Op 11 augustus zijn alle percelen weer bemonsterd. In de periode ervoor zijn er geregeld kleine buien gevallen, al overheerst de droogte.

Veel gewassen zijn in een stadium dat ze weinig stikstof meer opnemen. De hoge temperaturen, met af en toe neerslag houden de bodemmineralisatie echter wel op gang.

Op percelen waar de stikstofopname door het hoofdgewas nu is gestopt, of waar al geoogst is, maar waar de hoeveelheid stikstof nog vrij hoog is, is het belangrijk om een goede groenbemester of vanggewas te telen om de stikstof vast te leggen.

Aardappelen

Alle percelen zijn ondertussen verder gedaald. Aardappelen nemen vanaf 10 weken na opkomst bijna geen stikstof meer op, dus de stikstofopname op deze percelen is ondertussen vrijwel gestopt.

Uien

Ook bij de uien is de stikstofopname vrijwel gestopt. De uien zijn gestreken of zijn aan het strijken en zullen op korte termijn gerooid worden. Op deze percelen is de hoeveelheid stikstof nog hoog en zal met een groenbemester de stikstof vastgelegd moeten worden, om te voorkomen dat deze in het najaar uitspoelt.

Mais

Op de maispercelen zien we de curve mooi doorzetten. Op perceel 22 is een stijging te zien ten opzichte van drie weken geleden. Dit zou erop kunnen wijzen dat de mineralisatie doorgaat, terwijl de stikstofopname door de mais nu vrijwel gestopt is.

Suikerbieten

Van suikerbieten is bekend dat ze nog lang stikstof blijven opnemen, ongeveer tot halverwege september, wat zich vertaald in nog steeds dalende getallen.

Tuinbouwgewassen

Het perceel groene braak (11) is onlangs bemest en vervolgens is Chinese kool geplant. Hier zien we dat na een periode van lage waardes deze oplopen onder invloed van de bemesting en bodembewerking.

De hoeveelheid stikstof in de winterpeen op perceel 1 is ver gedaald. Vorig najaar is op tien percelen met peen een Nmin monster (0-90 cm) genomen, waar overal de hoeveelheid stikstof op een laag niveau laag, onder de streefwaarde. Ditzelfde geldt voor andere wortelgewassen zoals cichorei en schorseneren.

Ervaring

Een van de deelnemers aan de N-minmetingen is Bert Merx. Hij doet met vier percelen mee: suikerbieten, tarwe, aardappelen en mais. Onlangs heeft hij zijn ervaring met het Nitraatweerbericht gedeeld. Lees zijn verhaal hier.

 

Bekijk de grafieken op de LLTB-website

Afgelopen weken is eindelijk weer geregeld regen gevallen. In combinatie met de zomerse temperatuur hebben de gewassen zich afgelopen weken flink kunnen ontwikkelen. We zien op meerdere percelen terug dat de hoeveelheid stikstof gedaald is als gevolg hiervan. We zien ook percelen waar de opname lager ligt dan de mineralisatie, met hogere uitslagen als gevolg, zonder dat er nog bemest is.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Afgelopen drie weken hebben we verschillende uitersten gezien in het weer, van hele hete dagen, tot plaatselijk sterke buien. Ondanks de buien is het zeer droog op de meeste percelen. De droogte heeft ook invloed op de Nmin-cijfers. We zien op een aantal percelen een opleving van de hoeveelheid stikstof die we meten, vaak meer dan dat er bijbemest is. Stikstofmineralisatie wordt onder andere beïnvloed door vocht (door beregening of een plaatselijke bui), warmte en activering van het bodemleven door de groeiende plant. Plantenwortels scheiden wortelexudaten uit, die onder andere suikers, aminozuren organische zuren bevatten. Deze stoffen voeden het bodemleven, zoals bacteriën en schimmels. Door deze stimulans van de microbiële activiteit neemt de omzetting van organisch gebonden stikstof naar beschikbare vormen (zoals ammonium en nitraat) toe. Na droogte worden meer wortelexudaten uitgescheiden dan onder normale omstandigheden, wat tot een extra vrijgave van voedingsstoffen leidt. Daarnaast sterft een deel van het bodemleven af tijdens droogte, waardoor stikstof vrijkomt.

Het warme weer heeft ook tot stijgende bodemtemperaturen geleid, zeker op de zandgronden, maar ook de lössgrond is flink opgewarmd.

Dus wanneer en voldoende regen valt of beregend wordt, zijn dit ideale omstandigheden voor stikstofmineralisatie. Bij de onderstaande cijfers zien we de hoeveelheid stikstof uit nitraat en ammonium die we meten in de bouwvoor (0-30 cm), wat we niet meten is de hoeveelheid stikstof die is vrijgekomen, maar al opgenomen is door het gewas. Lage cijfers willen dus niet per definitie zeggen dat er geen stikstof beschikbaar is voor het gewas.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

In de afgelopen periode  eind mei – half juni liepen de temperaturen op. Er waren dagen bij van 25 graden en meer. Ook is in deze periode de nodige neerslag gevallen. Ideale omstandigheden voor de mineralisatie in de bodem.

Ook zien we dat de gewassen flink aan het groeien zijn. Er komt dus stikstof vrij in de bodem en dat kan direct worden opgenomen door het gewas.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Op 22 mei is op alle referentiepercelen weer een N-minmonster genomen. De resultaten laten steeds grotere verschillen zien tussen de gewassen, terwijl we binnen gewassen vaak dezelfde trends zien.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Op 1 mei zijn de percelen weer bemonsterd en geanalyseerd op ammonium (NH4+) en nitraat (NO3) gehalte. We zien bij meer dan de helft van de percelen het nitraatgehalte stijgen, met name de percelen die bemest zijn, waarschijnlijk door het verder vrijkomen van stikstof uit de bemesting, maar ook stikstofmineralisatie in de bodem die gestimuleerd wordt door de bodembewerking.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

Het eerste nitraatmonster is gestoken op de 23 deelnemende referentiepercelen, hiermee start dan ook ons periodieke Nitraatweerbericht. Het komende jaar wordt hier iedere drie weken een monster gestoken, waarmee we een goed beeld proberen te krijgen van de ontwikkeling van de minerale stikstof in de bodem gedurende het groeiseizoen.

Op enkele percelen is al mest uitgereden, wat resulteert in hogere Nmin-waardes dan de niet bemeste percelen. Met name de NH4+ concentratie neemt snel toe na aanwenden van dierlijke mest. Daarnaast komt de stikstof die opgeslagen zit in de ondergewerkte groenbemester langzaam vrij, wat ook bijdraagt aan de gemeten Nmin-waardes. In combinatie met de bemesting, waardoor de C/N ratio veranderd, zal de stikstof nog sneller vrijkomen uit de biomassa.

Op verschillende percelen hebben ze onder goede omstandigheden al kunnen zaaien op planten, of gaan ze dit komende weken doen. Komende weken zullen we zien hoe de langzaam opkomende gewassen en verdere mineralisatie in de bodem de Nmin-waardes beïnvloeden.

Bekijk de uitgebreide resultaten op de website van de LLTB.

 

 

Het belang van inzicht in stikstof

De bodem en de bodemprocessen, zoals mineralisatie en denitrificatie, zijn nog een grote onbekende bij het opstellen van een bemestingsplan. Hoe meer we weten van de bodem, hoe beter de bemesting hier op aangepast kan worden. Dit inzicht kan helpen om te komen tot een efficiëntere bemesting, lagere kosten en minder uitspoeling van nutriënten naar grond- en oppervlaktewater.

Met de inzet van N-mineraalmetingen op de 25 demopercelen, waarbij driewekelijks de stikstofstatus wordt beoordeeld en geanalyseerd, wordt waardevolle informatie verzameld. Deze gegevens worden gebruikt om bemestingsplannen te optimaliseren, wat niet alleen bijdraagt aan een beter rendement, maar ook aan een vermindering van uitspoeling van stikstof en fosfor naar het milieu.

Nitraatweerbericht: Praktische kennisdeling

Op basis van deze de metingen wordt via het Nitraatweerbericht toelichting gegeven op de bodemprocessen en advies gegeven hoe hier op ingespeeld kan worden met de bemesting. Op de meetpercelen wordt een breed spectrum aan gewassen geteeld: van aardappelen en suikerbieten tot mais en uien. De bodemadviseurs van het Regionale Bodemteam van het DAW analyseren de metingen en geven in ieder Nitraatweerbericht tips per gewas.
Het doel? Het vergroten van bewustwording en kennisdeling over de N-min metingen en het belang van een goede bemestingsstrategie voor verschillende teelten, bodemsoorten en weersomstandigheden.

Met het Nitraatweerbericht werken we aan een toekomstbestendige landbouwsector waarin stikstof efficiënter wordt benut. Dit zorgt niet alleen voor lagere kosten en hogere opbrengsten, maar ook voor een positieve impact op het milieu.

Gerelateerde regiocoördinatoren

Gerelateerde advies & subsidies