Voor het eerste jaar teelt Pieter van Leeuwen Boomkamp uien. Hij wil niets aan het toeval overlaten en legde ondergrondse druppelirrigatie aan. Als je niet beter zo weten zou je denken dat Pieter van Leeuwen Boomkamp een ervaren uierteler is. Het gewas staat er gezond bij en de deels zichtbare uien zijn goed ontwikkeld en mooi gaaf. Toch is dit het eerste jaar dat de NPPL-teler dit gewas op zijn percelen heeft staan. Het bedrijf heeft jarenlang snijmais in het teeltplan gehad, maar dat paste niet meer zo goed. ‘Een ander gewas mocht de aardappelen en bieten niet in de weg zitten. Uien zijn dan geschikt.’
Dat de uien er florissant bijstaan zal zeker met de teeltkwaliteiten van de ondernemer te maken hebben, maar ook met een ander aspect: de watervoorziening is tiptop in orde. In het perceel ligt namelijk niet minder dan 60 kilometer aan slangen 12 centimeter onder de grond. Tijdens droge perioden komt via kleine gaatjes in de slangen een paar keer per week druppelsgewijs water bij de plant. Het perceel is verdeeld in 2 secties die hij handmatig of via een app kan bedienen. Voor het zaaien door een loonwerker zijn de slangen door Pieter zelf in een aparte werkgang in de grond gebracht.
Efficiëntere watergift
Op deze hoge zandgrond is beregenen echt wel nodig, aldus de akkerbouwer, zeker voor een gewas als uien. Een belangrijke reden om te investeren in extra beregeningstechniek is dat de haspel exclusief beschikbaar blijft om de 30 hectare aardappelen fatsoenlijke van water te kunnen voorzien. De afgelopen maand was dat geen overbodige luxe.
Dit systeem sprak hem het meeste aan: het is eenmalig een investering in materiaal en arbeid maar verder in het seizoen vraagt het minimale inspanning. En hij verwacht door meerdere malen per dag een kleine hoeveelheid water onder de grond te geven een veel efficiëntere watergift. ‘Ze krijgen niet in 1 keer geen koude plens water op hun dak.’
Minder brandstofkosten
Een ander belangrijk voordeel is dat de brandstofkosten maar een kwart zijn van een traditionele beregening. ‘Normaal gaat er zo’n 65 liter per hectare doorheen om 40 millimeter te geven; nu is het maar 16 liter.’ Van Leeuwen Boomkamp heeft nog niet het hele plaatje economische doorgeteld maar de investering kan volgens hem waarschijnlijk uit. De eenmalige investering in onder andere hoofdslangen en verdeelbuizen is € 3.000. Daar komt voor 6 hectare € 5.000 bij aan slangen die in principe eenmalig worden gebruikt. Als hij alle kosten op een hoop gooit is dat € 1.300 per hectare. Aardig wat geld, maar hij rekent voor een haspel per keer beregenen ook € 110 tot € 130 per hectare.
Dat is gerekend op basis van eenmalig gebruik van de slangen. De ondernemer gaat proberen aan het einde van het seizoen deze te hergebruiken; ter plaatse in dit perceel of anders in een ander gewas bovengronds leggen. En hij heeft de waarde van minder arbeid en voordelen voor het gewas niet eens geteld.
Meststoffen geven
Als met een drone over het veld wordt gevlogen, blijkt ook vanuit de lucht dat het gewas er prima bijstaat. Op deze beelden is mooi te zien welke slangen waarschijnlijk niet goed hebben gewerkt; daar tekenen de uien wat minder mooi. Slangen die geen water geven zijn waarschijnlijk gedraaid tijdens het leggen. “Daar is het systeem wel gevoelig voor”, weet de teler inmiddels. “Maar het heeft ook te maken met de niet-kerende grondbewerking die we uitvoeren. Daardoor zitten er nog veel gewasresten in de grond.” Met een aanpassing op de machine verwacht de teler al een veel beter resultaat te kunnen halen.
Van Leeuwen Boomkamp ziet ook nog wat andere verbeterpunten. Zo zou het handig zijn als via het watersysteem ook meststoffen gegeven kunnen worden. “In eerste instantie leek dat mogelijk, maar toen weer niet.” Angst voor loofverbranding, wat altijd een risico is bij bemesting via water, is er op deze manier niet.
Geavanceerder systeem
Verder zou het aansturen van het systeem nog wat secuurder op de werkelijke behoefte kunnen. In de tuinbouw zijn toepassingen waar dit volledig automatisch gebeurt op basis van de vochtbehoefte van de planten. De akkerbouwer heeft al wel een beetje ervaring hiermee; sinds dit voorjaar heeft hij een bodemsensor in het perceel maar die meet maar op 1 diepte en 1 plaats. Een wat geavanceerder systeem met meer sensoren en dieptes zou al meer inzicht in het verloop van de waterhuishouding kunnen geven. Ook een weerpaal kan aan dat inzicht bijdragen. “We wilden eerst kijken of de druppelirrigatie bevalt. Dat lijkt wel zo te zijn dus gaan we waarschijnlijk verder kijken wat er te automatiseren is. Het moet natuurlijk wel betaalbaar blijven.”
‘Nu al voordelen, maar mogelijkheden zijn nog helemaal niet benut’
NPPL-begeleider Jean-Marie Michielsen is enthousiast over de toepassing van druppelirrigatie op het bedrijf van Pieter van Leeuwen Boomkamp. “Water op het juiste moment geven is altijd gunstig, voor de plant en het efficiënt gebruik van water.” Michielsen is erg te spreken over de stand van het gewas en het functioneren van het systeem.
De manier waarop het nu is aangelegd biedt volgens hem al voordelen terwijl de potentie nog niet helemaal wordt benut. ‘Een nauwkeurige bepaling van de werkelijke vochtbehoefte zou het systeem nog beter maken. Ik denk wel dat Pieter de persoon is om daar verder mee te gaan.” Hij heeft al bodemsensoren vanuit het NPPL-project, dus met meer sensoren kan de akkerbouwer een beter beeld krijgen wanneer hij moet beregenen. Ook een weerpaal zou volgens Michielsen wel nuttig zijn. “Er is veel mogelijk, weten we ook vanuit het buitenland en soortgelijke toepassingen in de tuinbouw. Maar het moet wel betaalbaar blijven.’