Slootrand in agrarisch waterbeheer

Video met conclusies uit DAW-project Boermarke Zeijen staat online

In 2018 nam de Boermarke Zeijen het initiatief voor het project Duurzaam Agrarisch Waterbeheer Boermarke Zeijen. Doel was om met data, metingen en modellen het waterbeheer in het gebied beter af te stemmen op de lokale behoeftes, zonder daarbij concessies te doen aan de waterkwaliteit.
Het project is uitgevoerd in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en werd mede mogelijk gemaakt door de provincie Drenthe, het waterschap Noorderzijvest en LTO Noord. Het project wordt op 31 december aanstaande afgesloten. Ter gelegenheid daarvan is er een video gemaakt waarin een aantal belangrijke resultaten worden toegelicht.
De al in het gebied aanwezige meetapparatuur is uitgebreid met sensoren, die op diverse plaatsen real-time data verzamelen over het weer, de hoeveelheid bodemvocht en de grond- en oppervlaktewaterstanden. Via een ‘dashboard’ op hun computer kunnen de boeren deze informatie gebruiken om bijvoorbeeld hun beregenings- en bemestingsplannen op te stellen. Het waterschap gebruikt de meetgegevens om de waterhuishouding in het gebied te verbeteren.

Conclusies uit het project

Door de data uit het meetnet te combineren met traditionele water- en grondmonsters is het inzicht in de grondwater- en nutriëntenstromen in het gebied sterk verbeterd. Enkele belangrijke conclusies uit het project zijn:

  1. Sensoren zijn een waardevolle aanvulling op de bestaande meettechnieken.
  2. De stikstof- en fosforconcentraties in de sloten en de drains waren laag; in het oppervlaktewater bleven ze binnen de normen van de Kaderrichtlijn Water (KRW).
  3. Toch voldeed de oppervlaktewaterkwaliteit niet altijd aan de KRW-criteria. Oorzaak is dat binnen de KRW niet alleen wordt gekeken naar nutriënten in het oppervlaktewater, maar bijvoorbeeld ook naar de watertemperatuur. In het Boermarke-gebied was deze relatief hoog. Dit aspect is echter niet door de landbouw te beïnvloeden.
  4. In het beekdal bij de Grote Masloot bleek de voorraad beschikbaar fosfaat in de bodem laag te zijn. Dit als gevolg van een door derogatieregels lage fosfaatbemesting in combinatie met een hoog ijzergehalte in de bodem. IJzer legt fosfaat vast, zodat het niet door het gewas kan worden opgenomen.
Samengevat: in het Boermarke-gebied zal minder bemesting voor de waterkwaliteit weinig verschil maken, zeker waar het gaat om fosfaat. Voor de (veel mobielere) stikstofverbindingen ligt dat mogelijk genuanceerder. De grootste winst is echter te behalen door gebiedsgericht maatwerk, bijvoorbeeld door grondverbetering en door het plaatsen van boerenstuwtjes. Als het lukt om op deze manier de sponswerking van de bodem te herstellen, is dat niet alleen goed voor de waterhuishouding, maar (mede door een betere benutting van stikstof) ook voor de gewasopbrengst en de waterkwaliteit. De Boermarke wil hier via het BedrijfsBodemWaterPlan verdere stappen in zetten.

Beleid

Richting beleid is de aanbeveling om in de wetgeving (veel) meer rekening te houden met gebiedseigenschappen. Concrete resultaten kunnen worden bereikt door per gebied de opgaves, de beperkende factoren en het einddoel te benoemen; metingen zijn noodzakelijk om de uitgangssituatie in beeld te brengen, de juiste maatregelen te kiezen en de voortgang te monitoren.
En last but not least: het was de samenwerking tussen boeren, waterschap en provincie die dit project tot een succes heeft gemaakt. Dat biedt een hoopvol perspectief voor de toekomst.