Wist je dat het animo voor agrarisch natuurbeheer ieder jaar toeneemt? Wist je dat de agrarische collectieven uitvoering geven aan de ANLb-regeling, maar dat de provincie de kaders bepaalt? Wist je dat het ANLb zich richt op vijf verschillende leefgebieden en dat daar een zesde bijkomt? We spraken hierover met Sybe van der Schaar, vanuit LTO Noord werkzaam als ambtelijk secretaris bij KBF en coördinator bij agrarisch collectief ANC Westergo.
Wat zijn agrarische collectieven en wat doen ze?
Sybe: “Een collectief is een samenwerking tussen agrarische ondernemers en andere partijen in een bepaald gebied, die zich toelegt op de stimulering en uitvoering van agrarisch natuurbeheer. Er wordt nauw samengewerkt met bijvoorbeeld natuurbeherende organisaties, gemeenten, waterschappen, jagers, vogelwachten en andere vrijwilligers. Door die samenwerking wordt externe kennis betrokken en de slagkracht vergoot. In Nederland zijn er momenteel 40 agrarische collectieven waarvan 7 in Friesland.”
“Agrarische collectieven zijn de exclusieve uitvoerende organisaties van het ‘Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer’ (ANLb)”, vervolgt Sybe. “Op basis van door de provincies bepaalde kaders en doelstellingen maken agrarische collectieven een gebiedsplan, waarin ze aangeven op welke manier ze de doelen van provincies willen behalen. Er van uitgaande dat het plan wordt geaccordeerd, verleent de provincie een subsidie voor de duur van 6 jaren.”
Werkzaamheden en eigen projecten
“Agrarische collectieven sluiten vervolgens overeenkomsten af met agrarische ondernemers en begeleiden hen bij de uitvoering en zien (deels) toe op de uitvoering. De agrarische ondernemers zijn in feite onderaannemers”, zegt Sybe. “Na afloop van het kalenderjaar ontvangt het collectief de subsidie vanuit de provincie en betaalt zij dat door aan de agrarische ondernemers. Indien er in de uitvoering tekortkomingen zijn geconstateerd kan het collectief een sanctie opgelegd krijgen die in de meeste gevallen doorberekend wordt aan de veroorzakende onderaannemer.”
“Collectieven houden zich bezig met het uitvoeren van de ANLb-regeling, maar zijn daarnaast ook actief in diverse projecten. Projecten op het gebied van: biodiversiteit, natuur, landschap, milieu, energie of waterkwaliteit. Deze projecten worden veelal gefinancierd door overheden of waterschappen en zijn soms in samenwerking met organisaties zoals LTO Noord”.
Passende vergoedingen uit ANLb
“Door de uitvoering van ANLb-beheerpakketten maken agrarische ondernemers aanvullende kosten of treedt er inkomstenderving op vanwege gebruiksbeperkingen. Voor alle beheerpakketten zijn die kosten en de inkomstenderving berekend, de landelijke adviestarieven zijn daarop gebaseerd”, legt Sybe uit.
“Hoewel deze tarieven moeilijk concurreren met de hoogst renderende gewassen en hoogst productieve percelen, is het zo dat de meeste natuurwaarden doorgaans te vinden zijn in minder productieve percelen en hoeken. De tarieven zijn een stuk aantrekkelijker, wanneer we de ANLb-pakketten toepassen op minder productieve percelen of op percelen op afstand.”
“De intekening van het beheer komt altijd in overleg tot stand, het collectief heeft een sturende rol en handelt vanuit het belang van de ANLb-doelen; beheer van biodiversiteit. Er wordt rekening gehouden met de inpasbaarheid van de maatregelen”, vervolgt Sybe. “Soms handelen agrarische ondernemers vanuit hun eigen motivatie en bedrijsbelang. Het komt wel eens voor dat de wederzijdse belangen niet bij elkaar passen, waardoor samenwerking niet tot stand komt.”
“Als agrarische ondernemer moeten op verschillende manieren tijd steken in agrarisch natuurbeheer. Soms gaan de maatregelen ten koste van efficiëntie en schaalvergroting, waardoor agrarische ondernemers concessies moeten doen. Omdat het agrarisch natuurbeheer is gebaseerd op vrijwilligheid, merken we dat onze deelnemers gemotiveerd zijn en hun kennis willen vergroten. Daardoor krijgen ze meer oog voor de aanwezigheid van planten en dieren op hun bedrijf, genieten ze er van en zijn ze er oprecht trots op. Ik ben dan weer trots op dat effect”, aldus Sybe.
Diverse doelen agrarisch natuurbeheer
Het ANLb kent op dit moment op hoofdlijn 5 verschillende doelen;
- In ‘Leefgebied Open Grasland’ worden maatregelen getroffen voor weidevogels;
- In ‘Leefgebied Open Akker’ geldt dat voor vogelsoorten die in akkerbouwgebieden voorkomen;
- In ‘Leefgebied Droge Dooradering’ worden landschapselementen beheerd;
- In ‘Leefgebied Natte Dooradering’ wordt beheer uitgevoerd gericht op vissen en amfibieën;
- In ‘Categorie Water’ wordt gewerkt aan verbetering van waterkwaliteit en -kwantiteit.
Vanaf 2023 wordt dit aangevuld met de categorie ‘klimaat’. Binnen elk leefgebied zijn er meerdere beheerpakketten beschikbaar met verschillende keuzemogelijkheden. Sommige maatregelen zijn gemakkelijk inpasbaar, terwijl andere maatregelen een grotere impact hebben en ook een hogere beheervergoeding genereren.
Vraag groter dan aanbod
Over vraag en aanbod zegt Sybe: “ANLb-budgetten worden bepaald door de provincie, deze zijn immers gebaseerd op hun doelstellingen. Om met deze budgetten het meeste natuurresultaat te behalen, zoeken de agrarische de meest geschikte gebieden en benaderen daar potentiële deelnemers.”
“Ook komt voor dat agrarische ondernemers collectieven benaderen voor deelname. Soms kan het verzoek ingewilligd worden, maar het komt ook vaak voor dat verzoeken voor deelname niet meer ingewilligd kunnen worden. Bijvoorbeeld omdat er geen budget meer is. De vraag is groter dan het aanbod.”
“De overeenkomst tussen een provincie en een collectief heeft een looptijd van 6 jaar. Agrarische collectieven sluiten in beginsel voor dezelfde looptijd raamovereenkomsten af met haar deelnemers, hoewel de intekening van de ANLb-pakketten wel kunnen wijzigen in deze periode.”
“Zowel het collectief als de deelnemer kan daar om vragen”, vervolgt Sybe. “Indien overeenkomsten worden opgezegd bijvoorbeeld vanwege overdracht of bedrijfsbeëindiging, zoekt het collectief voor de resterende periode een nieuwe gegadigde. Vanwege de aanwezige animo is dat tot dusver nooit een probleem gebleken”, aldus Sybe.
Meer biodiversiteit dankzij agrarisch natuurbeheer
Over biodiversiteit zegt Sybe: “Een hoge biodiversiteit is een indicatie voor een gezonde bodem en weerbaar ecosysteem. Dat heeft een gunstig effect op diergezondheid en plantengroei. Op landschapsschaal zorgt het voor een gevarieerd en aantrekkelijk landschap. Alhoewel niet alle agrarische ondernemers met het ANLb mee kunnen doen, kan iedereen wel op een kleinere schaal een bijdrage leveren. Bijvoorbeeld door anders met het boerenerf, bermen en taluuds om te gaan.”
Agrarische ondernemers houden dit volgens Sybe vaak veel te ‘netjes’ door regelmatig te maaien en te snoeien. Maar ‘netjes’ is slechts een beleving. “Door de onderhoudsfrequentie van je erf en bermen terug te schroeven bespaar je op je arbeid en krijg je er de beleving van meer biodiversiteit voor terug.”
Meerwaarde in samenwerking tussen LTO Noord en collectieven
Sybe van der Schaar is bij LTO Noord aangesteld als projectadviseur maar werkt in opdracht van het KollektivenBeried Fryslân (KBF) als ambtelijk secretaris en heeft daarmee een rol in de afstemming en samenwerking tussen de 7 Friese collectieven. Daarnaast werkt hij in opdracht van Agrarisch Collectief Westergo als coördinator en vormt de spil tussen het bestuur en de werkorganisatie.
“Deze positie maakt het gemakkelijker om LTO Noord en de collectieven op een aantal dossiers te laten samenwerken. Bij de uitvoering van diverse projecten en bij meerdere beleidsmatige ontwikkelingen is er tussen beide organisaties afstemming rondom standpunten en over taak- en rolverdeling. Dat versterkt elkaars positie en voorkomt dubbel werk”, concludeert Sybe.
Programma Biodiversiteit
Dit artikel is geschreven in het kader van het programma Biodiversiteit van LTO Noord. LTO Noord hecht veel waarde aan toekomstbestendige bedrijfsvoering, waarbij ondernemerschap en verdienvermogen centraal staan. De implementatie van biodiversiteit in de bedrijfsvoering is één van de vele manieren om het toekomstbestendig te maken. Middels dit artikel willen wij informeren over de (financiële) mogelijkheden van agrarisch natuurbeheer.