Hoe bemest je mais zo efficiënt mogelijk? Binnen een DAW Impuls-project in de Gelderse Vallei en Veluwe loopt een pilot rond precisiebemesting in de mais. Op het perceel van loonbedrijf Van Geresteijn worden stroken onderzocht met volvelds geïnjecteerde drijfmest, rijenbemesting met behulp van GPS en kunstmest in de rij, en alleen BlueN. Tijdens een recente bijeenkomst werden de eerste ervaringen en resultaten van de pilot gedeeld.

Gepubliceerd op dinsdag 24 juni 2025
Hoe bemest je mais zo efficiënt mogelijk?

Precisiebemesting in de maisteelt
Barrie van Geresteijn lichtte zijn proefveld toe, samen met Klaas Willem van den Berg van Aequator. In de pilot worden verschillende bemestingsstrategieën vergeleken:
- Volvelds geïnjecteerde drijfmest
- Rijenbemesting met behulp van GPS en kunstmest in de rij
- Alleen BlueN – een biostimulant die op het blad wordt gespoten en de mais helpt stikstof uit de lucht op te nemen
De voor- en nadelen van rijenbemesting werden besproken. Zoals bij veel maatregelen blijkt ook hier dat er geen methode is die alleen maar voordelen kent. Het blijft constant een kwestie van afwegen. De pilot loopt door tot 2027; de komende jaren volgen meer resultaten.

Leren van andere proeven: mais op gescheurd grasland
Na de uitleg over de pilot presenteerde Gijs van Schriek, teeltadviseur bij Groeikracht en DAW Bodemadviseur in Gelderland, de onderzoeksresultaten van mais op scheurgrond. Deze eenmalige proef vond plaats op een ander perceel, waar een vier jaar oude graszode werd gescheurd om mais te kunnen telen. Het onderzoek sluit daarmee goed aan bij de pilot.
Er is gekeken naar:
- Drie soorten grondbewerking: ploegen, eco-ploegen en spitten
- Twee manieren om de oude graszode te vernietigen: chemisch (glyfosaat) of mechanisch
- Drie bemestingsniveaus: geen bemesting, alleen kunstmest, of kunstmest + 20 m³ drijfmest per hectare
Wat zijn de belangrijkste lessen uit de proef van Gijs? Dit viel op tijdens het seizoen én bij de oogst:
Al tijdens het groeiseizoen waren er zichtbare verschillen tussen de behandelingen. Die verschillen kwamen bij de oogst terug in de opbrengstcijfers en nitraatmetingen. Opvallend was dat sommige uitkomsten anders waren dan vooraf verwacht, vooral bij de manier van graslandvernietiging.
Spitten scoorde het best als grondbewerking.
De mais op de gespitste stroken had een betere stand, een hogere droge stof- en zetmeelopbrengst en liet na de oogst het laagste nitraatgehalte in de bodem zien.
Een extra gift drijfmest was niet nodig.
De oude graszode leverde al veel stikstof, zeker bij een goede mechanische bewerking. Een extra drijfmestgift (20 m³/ha) zorgde niet voor meeropbrengst, maar leidde wel tot een hoger nitraatgehalte in de bodem. Een gerichte startgift van kunstmest in de rij volstaat, zeker in combinatie met een aanvulling van kali en fosfaat voor een goede kolfontwikkeling.
Mechanisch vernietigen van de oude zode werkte beter dan verwacht.
Hoewel tijdens het seizoen chemische vernietiging gunstiger leek, leverde de mechanische aanpak uiteindelijk meer planten per hectare én een lager nitraatgehalte in de bodem op.
Meer weten?
Het volledige rapport met alle cijfers, grafieken en conclusies kun je downloaden via onderstaande knop.
Samen leren, samen onderzoeken in Gelderse Vallei en Veluwe
De pilot over precisiebemesting is onderdeel van het DAW Impuls-project in de Gelderse Vallei en Veluwe, waarin we onder het motto “demonstreren en leren, iedereen is welkom” werken aan toekomstbestendige landbouw. Dit doen we samen met LTO, BoerenNatuur, bodemadviseurs en projectleiders zoals Heidi Uenk. De projecten lopen in drie gebieden:
- Toekomstbestendige landbouw in GEUS
- Vooruit boeren rond de Voorsterbeek
- Boeren beheren beekdalen in de Gelderse Vallei
Hier leren we van proefvelden met onder andere compostthee, structuurherstel, NKG, Nmin-metingen en precisiebemesting.