Met de Regionale Bodemteams wil het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) bodemadvies aan boeren en tuinders versterken. Een goede zaak vindt LTO Noord die in de rol van projectleider Dirk Johan Feenstra de bodemteams ondersteunt. Een gesprek tussen hem en bodemadviseur bij Aequator Groen & Ruimte Jan van Berkum.
Dirk Johan Feenstra (LTO Noord): ‘In 2022 hebben we een eerste Landelijke Bodemteamdag georganiseerd als aftrap van de DAW Regionale Bodemteams. Hoe kijk jij als bodemadviseur terug op deze dag?’
Jan van Berkum (Aequator): ‘Positief, je leert elkaar kennen en weet elkaar beter te vinden. Het belang van verenigde bodemadviseurs vind ik groot: Er is geen één recept voor bodemverbetering. Maar met alle ervaring van alle bodemadviseurs kunnen we veel verder komen dan waar we nu staan. Bodemadvies is tegenwoordig enorm gecommercialiseerd omdat een bedrijf belang heeft bij een bepaald advies. Samenwerken door verschillende bodemadviseurs en een situatie van verschillende kanten belichten, levert veel winst op voor de toekomst.’
Dirk Johan vult aan: ‘Ik vond op de Landelijke Bodemteamdag het mooist dat we een diversiteit aan adviseurs hadden en er interesse was voor alle workshops. Met name het netwerken en de samenwerking tussen de verschillende partijen vond ik goed om te zien. Met de aanwezigheid van 60 adviseurs durf ik te concluderen dat een Landelijke Bodemdag voor herhaling vatbaar is. Dat bleek ook wel uit de evaluatie: er is enorm behoeft aan sparren over de juiste bodemaanpak.’
Dirk Johan: ‘Wat is voor jou de reden om aan te sluiten bij een bodemteam?’
Jan van Berkum: ‘Het is goed en leerzaam om gezamenlijk het veld in te gaan. Dit doen we binnen Aequator al regelmatig, maar met adviseurs van andere organisaties krijg je een nog frissere kijk. De verdiepende workshops geven je ook nieuwe inzichten en informatie. Bijkomend voordeel is dat de Regionale Bodemteams los staan van bedrijfsbelangen en je daarmee echt onafhankelijk goed bodemadvies op het boerenerf brengt.’
Dirk Johan: ‘Wat is volgens jou de meerwaarde dat de Regionale Bodemteams regionaal zijn opgezet?’
Jan van Berkum: ‘Nou, een Brabander is geen Fries. En dat geldt ook voor de bodem. Elke regio heeft een eigen dynamiek als het op de bodem aankomt. Het is belangrijk om het onderlinge contact tussen de bodemteams zo laagdrempelig mogelijk te houden. Dan is het goed dat mensen uit de regio elkaar kennen en gebruik maken van elkaars expertise. Op die manier kun je als adviseur makkelijk de vertaalslag naar de het boerenerf maken.’
Dirk Johan: ‘Wat kunnen boeren en tuinders hebben aan de Regionale Bodemteams?’
Jan van Berkum ‘Heel veel! ‘De bodem onder het maaiveld blijft voor de meeste boeren nog een soort black box. Een goed bodemadviseur kan dan het verschil maken. De informatiebijeenkomsten en uitwisseling van expertise en ervaringen binnen de Regionale Bodemteams dragen bij aan de kennis van de bodemadviseurs. Door als de adviseurs van elkaar te leren wordt het uiteindelijk het advies voor de boeren beter en praktischer.’
Dirk Johan: ‘De bodem is de basis. Het hele plaatje moet kloppen, de bodem is een belangrijke productiefactor die je in zijn kracht moet zetten en daar moet je de tijd voor nemen. Helemaal in de toekomst, want een boer zal met steeds minder hulpstoffen moeten produceren. We willen daarom de bodem in topconditie krijgen. En daar komen de adviseurs van pas, als de onderlinge samenwerking beter wordt, heeft de boer een (nog) betere sparringpartner.’