velddemo uienteelt

Dierlijke mest in uien kan teeltrendement opvoeren

Inzet van dierlijke mest in uien in plaats van kunstmest kan het rendement van de teelt flink opschroeven. Vooral gezien de huidige hoge kunstmestprijzen. Dat blijkt uit een proef van Delphy, LTO Noord en Cumela in het Drentse Valthermond. Daarbij moet wel worden aangetekend dat het seizoen nog niet klaar is en daarin dus nog wat kan veranderen. In samenwerking met het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer werd deze velddemo georganiseerd. 

De uien op het proefveld van loonbedrijf Schnieders in het Groningse Ter Apelkanaal zijn bemest met 40 ton zeugendrijfmest per hectare. De mest bezit 90 kilo stikstof (N) per hectare, 40 kilo fosfaat (P) en 100 kilo kalium (K). Ter vergelijking liggen er op het perceel ook proefveldjes met kunstmest: 400 kilo NPK per hectare in een verhouding van 12-10-18. Daarnaast is er per hectare 200 kilo patentkali, 20 kilo magnesium en 135 kilo kalkammonsalpeter gestrooid.

Kosten

Voor wat betreft de kunstmestkosten rekent Delphy-adviseur Gert Snippe met 460 euro per hectare, uitgaande van de prijzen van dit voorjaar. Wat Schnieders voor de afname van de varkensmest krijgt, is nog niet bekend, maar dat zal naar verwachting circa 3 euro per ton zijn, oftewel 120 euro. Opgeteld betekent dat een verschil van bijna 600 euro in teeltkosten.

Snippe: ‘Tot nu toe zien we in de proef geen verschil in groei en kwaliteit tussen dierlijke mest en kunstmest. Als dat zo blijft, dan is het rendabel om op zandgrond met dierlijke mest te werken.’ Wel verwacht hij dat de veldjes met varkensmest langer groen blijven. Delphy maakt na het rooien, waarschijnlijk eind augustus, een vergelijking in kwaliteit en bekijkt of er extra dubbelneuzen of scheurkonten te constateren zijn.

Dunne fractie

Schnieders reed dit voorjaar op het proefveld met het ras Dormo de dunne fractie van zeugenmest uit. De loonwerker doet dat al zeven jaar volgens een vaste afspraak met een varkenshouder en stelt jaar op jaar nauwelijks kwaliteitsverschillen in de mest vast. Het digestaat gebruikt hij niet. ‘Dat schijnt ook een negatieve invloed te hebben op de kwaliteit van de uien. Bij andere mestsoorten is dat nog niet bewezen’, weet Snippe. Volgens hem werd eerder vaak rundveedrijfmest gebruikt, omdat dat meer bijdraagt aan de verhoging van het organischestofgehalte. Wel is bekend dat zeugendrijfmest sneller werkt.

Nauwelijks vaste mest

Vaste mest wordt nauwelijks gebruikt. ‘Het probleem daarvan is dat je nooit weet wanneer het vrijkomt’, zegt de Delphy-adviseur. Snippe meldt dat zeugendrijfmest op kleigronden ‘not done’ is, maar het resultaat is volgens een aanwezige teler ook zichtbaar. ‘In Zuidelijk Flevoland is op sommige plekken door geen gebruik van dierlijke mest het organischestofgehalte in veertig jaar tijd van 7,8 procent naar 3,2 procent gezakt.’

Op het Drentse proefveld is hondspeterselie aanwezig. Ook daarin zijn geen verschillen te ontdekken tussen de mestsoorten. Nadeel van het onkruid is dat het laat opkomt en bestrijding daardoor lastig is.

Bron: Nieuwe Oogst