Het beperken van drift, het verwaaien van gewasbeschermingsmiddelen, is een essentieel onderdeel van emissiereductie. Hoewel er veel manieren en technologieën zijn om de drift terug te dringen, ziet Erik Hogervorst, mede-eigenaar van mechanisatiebedrijf Hogervorst in Noordwijkerhout, de vooruitgang de laatste jaren stagneren. “Dat is niet alleen slecht voor het gewas en milieu, maar voor de hele sector. We moeten niet saneren maar innoveren. We hebben de techniek, dus pak de handvatten die er zijn.”
Erik begon 33 jaar geleden al met de ontwikkeling van driftreductie-technologieën. Erik: “Het is goed om te zien dat steeds meer akkerbouwers actief bezig zijn met driftreductie, maar helaas is dat de laatste jaren flink gestagneerd.” Als we de techniek op de correcte manier gebruiken, én we de richtlijnen in acht nemen, hoeft er volgens Erik geen drift meer te zijn. Dat is steeds noodzakelijker. “Het is daarnaast ook veel voordeliger voor de teler!”, benadrukt Erik. “Minder drift betekent ook minder verlies van middelen en dat is met de hoge prijzen van tegenwoordig een flinke kostenbesparing.”
Het is nu of nooit
“We moeten ons allemaal aan de doelstellingen houden om de voortgang van de hele sector te stimuleren,” vertelt Erik. En dat moet met urgentie want in 2026 start de volgende fase van het Nationaal Actieplan op gebied van duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Erik: “We moeten dan voldoen aan de vermindering van 90% ten opzichte van het aantal normoverschrijdingen van 2011 tot 2013. Doen we dat niet, dan krijgt de hele sector te maken met strengere maatregelen en zijn er minder gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar. Dat voelen we uiteindelijk allemaal in de omzet. Het is nu of nooit om actie te ondernemen.”
Driftreductie
Wat kun je als akkerbouwer doen? Er zijn verschillende technologische maatregelen om de drift van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Zo bestaan er meerdere driftarme spuitdoppen en speelt het hanteren van de juiste spuitdruk een grote rol. “Daarnaast moet je de spuitboom niet hoger dan 50 cm boven het gewas plaatsen en alleen spuiten als er een maximale windsnelheid van 5 m/s op spuitboomhoogte is. Daarnaast moet in de 14-meter zone langs het oppervlaktewater gespoten worden met 50% driftarme doppen en een driftarme kantdop. Bij hogere windsnelheden neemt de driftreductieklasse van de doppen af. Dan is het belangrijk om luchtondersteuning te gebruiken of bijvoorbeeld te investeren in een Wingssprayer. Daarmee kan je ook bij hogere windsnelheden effectiever spuiten omdat wind van minder invloed is op de druppels”, vertelt Erik.
Verantwoordelijkheid
Erik: “Je hebt als akkerbouwer simpelweg de verantwoordelijkheid om op een verantwoorde manier om te gaan met gewasbeschermingsmiddelen. Door te investeren in de juiste technieken en het bewust verminderen van de emissie die vrijkomt bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, draag je bij aan de duurzaamheid van de hele gezonde sector. Maar het gaat om het totaalplaatje. Kijk dus naar alle emissieroutes op je bedrijf. Ga in gesprek met je adviseur en ga aan de slag. Zo werken we samen aan een groenere toekomst voor de akkerbouw.”
Zo voorkom je drift:
- Kies spuitdoppen met een lage driftgevoeligheid.
- Zorg voor de juiste spuitdrukinstelling.
- Houd de spuitboom op een hoogte van maximaal 50 cm boven het gewas.
- Spuit alleen bij windsnelheden lager dan 5 m/s op de hoogte van de spuitboom.
- Gebruik doppen met een lage drift en plaats een driftarme kantdop in het gebied binnen 14 meter van oppervlaktewater.
- Overweeg het gebruik van luchtondersteuning tijdens het spuiten.