demonstratieproject ‘Grondig Boeren met Mais’ in Drenthe werken Wageningen University & Research en bedrijfsleven samen aan alternatieve duurzame teeltmethodes voor gangbare maïsteelt in Drenthe. Melkveehouder Kievit uit Bunne is een van de negen satellietbedrijven die deelneemt.

Melkveehouder Kievit: ‘Met goed bodembeheer is winst te halen’

In het demonstratieproject ‘Grondig Boeren met Mais’ in Drenthe werken Wageningen University & Research en bedrijfsleven samen aan alternatieve duurzame teeltmethodes voor gangbare maïsteelt in Drenthe. Melkveehouder Kievit uit Bunne is een van de negen satellietbedrijven die deelnemen aan het project. “De reden dat ik meedoe is dat ik graag de bodemkwaliteit wil verbeteren. Met goed bodembeheer is winst te halen.”

“Ik ben op mijn percelen gaan experimenteren met onderzaai van verschillende grassoorten en klaver. Ook proberen we zoveel mogelijk organisch materiaal aan te voeren op het maisland en zijn we dit jaar begonnen met het telen van voederbieten om meer vruchtwisseling te krijgen. Dit alles om het bodemleven maximaal op te bouwen.”

Geduld

Geduld is volgens Kievit het toverwoord bij goed bodembeheer. “Het is bijvoorbeeld belangrijk om vroegere maisrassen te zaaien, in combinatie met onderzaai van gras en de grond niet te diep los te maken. Dat scheelt enorm in de draagkracht van de bodem tijdens de oogst. Ik was eerst ook voorstander van latere maisrassen, omdat deze veel opbrengst geven. Maar dat gaat drie jaar goed en het vierde jaar betaal je het leergeld. Met vroegere rassen duurt het een paar jaar voordat je resultaat ziet. Maar dan heb je ook wat en daar wordt de bodem beter van.”

Minimale grondbewerking

Ook bewerkt de melkveehouder niet of nauwelijks zijn grond. Zo is hij gestopt met ploegen. “Ik merk bij collega’s dat er nog veel weerstand is om niet meer te ploegen. Dit hebben we tenslotte altijd zo gedaan en na het ploegen liggen de percelen er mooi schoon bij. Als je niet ploegt, ziet het land er veel ruiger uit na het inzaaien van mais. Maar je bodemleven profiteert hier echt van.

“Zo neemt de hoeveelheid vaste mest toe op de melkveebedrijven door het gebruik van grote strohokken in de transitieperiode. Deze mest kan je mooi gebruiken voor op je maisland om de bodemvruchtbaarheid op te krikken. Ga de mest dan niet onderploegen, maar laat het er bovenop liggen. De wormen moeten hun ‘voedsel’ in de toplaag vinden. Als je het omploegt, verlies je deze functie. Door de mest er bovenop te leggen neemt de wormenpopulatie toe en heb je minder last van water op het land”, adviseert Kievit.

Nauwelijks nitraatuitspoeling

Uit de resultaten van het project blijkt dat alternatieve teeltsystemen bijdragen aan een verbeterde bodemkwaliteit. “Ik merk dat mijn bodem weerbaarder wordt. Ondanks dat het nu een natte periode is, heb ik bijvoorbeeld geen water op mijn land staan”, zegt de melkveehouder.

Tijdens een rondgang eind november langs vier verschillende satellietbedrijven werd door waterschappers van het Waterschap Hunze en Aa’s een nitraattest gedaan in het grond- en slootwater. “De uitspoeling van nitraat was minimaal. Veel bodemleven draagt hier zeker aan bij. Wat soms vergeten wordt is dat niet alleen iets ‘groens’, maar ook het bodemleven mineralen als stikstof opneemt. Kortom; probeer het vliegwiel aan de gang te krijgen. Het verbeteren van de bodem is niet alleen goed voor het milieu, maar levert uiteindelijk ook een hogere opbrengst op”, besluit Kievit.