Arjan en Martine Bisschop van De Houberg in Lobith (Gelderland) werken zoveel mogelijk ‘met de natuur mee’. Regeneratief werken vormt de basis voor de bodem, het vlees van hun koeien, kippen en biggen gaat naar de betere horecazaken. ‘Zien hoe de biodiversiteit rondom ons bedrijf toeneemt is prachtig om te zien. Financieel uitkomen is en blijft een uitdaging’. Waarom kiezen deze jonge ondernemers voor regeneratief ondernemen en wat zijn hun plannen voor de toekomst?
Alles wat jullie doen moet een positief effect hebben op de natuur. Hoe werkt dat in de praktijk?
‘We hebben op onze weides zoveel mogelijk verschillende soorten bomen, planten en struiken op een gevarieerde manier aangeplant. Daarnaast dienen onze inheemse planten en struiken als voederhaag voor ons vee. Hierdoor hebben onze koeien nauwelijks last van droge weersomstandigheden’, vertelt Martine Bisschop.
Wat heeft jullie geïnspireerd om te kiezen voor regeneratieve landbouw?
Arjan: ‘We hebben er veel over gelezen en zijn actief op zoek gegaan naar andere manieren van het houden van vee. Door ons verder te verdiepen in regeneratief boeren, onder meer via een korte opleiding bij ‘Met Natuur Mee’, werd het voor ons steeds duidelijker dat dit een gezonde en toekomstbestendige manier van ondernemen is. Dat betekent bijvoorbeeld geen kunstmest, geen gewasbeschermingsmiddelen en geen grootschalige productie. We willen een positieve impact maken met ons vee. Daarnaast vinden we het fascinerend hoe alle elementen in de natuur met elkaar in verbinding staan en samenwerken.’
Kunnen jullie een voorbeeld noemen van jullie natuur-inclusieve manier van ondernemen?
Martine: ‘Twee jaar geleden zijn we begonnen met agroforestry, een systeem dat bij ons nog moet groeien. Doelstelling is een gezond ecosysteem aan te jagen met noten en fruit. Volgend jaar hopen we ons eerste fruit te oogsten. Het is de bedoeling om burgers te betrekken bij de agroforestry, zodat ze letterlijk kunnen zien waar hun voedsel vandaan komt. We denken aan het creëren van een oogst- en plukbos. Ook hier geldt weer dat we streven naar een grote diversiteit aan elementen. Hier gedijt de natuur het best bij en we zijn dan minder kwetsbaar voor ziekten en plagen.’
Vinden jullie dat er vanuit de overheid voldoende stimulans is om tot een dergelijke bedrijfsvoering te komen?
Arjan: ‘Voor een deel wel. Agroforesty hadden we nooit zo grootschalig op kunnen zetten zonder subsidies vanuit de overheid. We hebben een mooie slag kunnen slaan bij het inkopen van onze bomen en struiken. Wel denk ik dat de overheid ondernemers meer kan ondersteunen bij een duurzame omschakeling. Om een voorbeeld te noemen: aanvankelijk zouden we deelnemen aan het ‘Boeren voor natuur’-programma. Maar dat stopt nu omdat het onmogelijk blijkt ondernemers voor een langere periode ondersteuning te bieden. Dat is voor boeren die welwillend zijn een beetje demotiverend.’