Wat blijft er aan stikstof achter na de oogst?

Ervaringen delen over maisteelt en verminderen uitspoeling

Niet alleen een kwalitatief goede maisoogst en goede opbrengst, maar ook rekening houden met de waterkwaliteit bij de teelt van mais. Dat is de uitdaging waar Limburgse boeren voor staan. Kan dat allemaal samen gaan? Ellen Kusters van AgriConnection denkt van wel, maar de weersomstandigheden maken het niet gemakkelijk. In dit artikel deelt ze haar ervaringen uit het project Grondig Boeren met Mais, dat ook op demobedrijf en proefboerderij Wijnandsrade in de gelijknamige plaats sinds 2023 wordt uitgevoerd. 

 

 

Lees meer over het project Grondig Boeren met Mais

Kern van het project is nieuwe werkwijzen uitproberen en daarover kennis uitwisselen. Zo wisselden maistelers ervaringen uit rond bemestingsplannen, verschillende organische meststoffen en rassenkeuze tijdens een bijeenkomst bij satellietbedrijf Loonbedrijf van Lin in Afferdenen.  In het demoperceel zijn stroken aangelegd waar is bemest volgens landbouwkundig advies, de gebruiksnorm en de gebruiksnorm min 20 procent. ‘De onderlinge percelen zijn niet met elkaar te vergelijken’, geeft Kusters aan.

‘Visueel was de indruk dat op dit perceel de strook met de gebruiksnorm min 20 procent dunner staat’, vervolgt de eigenaar van AgriConnection. ‘Maar met de oogst kan dat anders uitpakken. De verschillen zijn klein, als ze er al zijn. Dat was ook onze indruk bij satellietbedrijf Derikx-Weijers VOF in Heide bij Veulen.’

Resultaten zijn dus nog niet te noemen in dit stadium. ‘Wat in Afferden is opgevallen, is dat er heel laat gezaaid is’, aldus Kusters. ‘Als je dan een goede rassenkeuze hebt, kun je toch nog goede maiskolven krijgen. Als je laat bent, kun je het beste een vroeg ras met weinig groeidagen pakken. De grote uitdaging is dat het moet afrijpen. Laat zaaien en een hoge luchtvochtigheid versnellen dit niet.’

Maisteelt

Wat blijft er achter aan stikstof?

Het is vooral wachten op de oogst. ‘Er worden stikstofmonsters genomen, ook tijdens de teelt’, legt Kusters uit. ‘Dat gebeurt elke maand in twee lagen. Na de oogst wordt dat in drie lagen gedaan, namelijk op 0 tot 30, 30 tot 60 en 60 tot 90 centimeter diepte. Na de oogst zijn de opbrengsten en achtergebleven stikstofresten bekend. Dan zal blijken of er inderdaad verschillen zijn. Verder worden monsters genomen om de voederwaarde van de mais en stikstofinhoud te bepalen.’

Voor de maistelers zelf is het ook afwachten wat hun andere manier van telen doet. ‘Ze vinden het heel nuttig en interessant als ze aan de rand van het veld staan. Het vergroot de inzichten. Je hoopt dat ze dat in de praktijk gaan toepassen. Sommige telers zijn er bijvoorbeeld al bewust mee bezig.’

Verschillende soorten organische mest

Daarnaast past een aantal maistelers volgens Kusters verschillende soorten organische mest toe om diversiteit in het bodemleven te krijgen. ‘Dus ze gebruiken niet alleen runder- of varkensmest. Een discussie daarover was er tijdens de veldbijeenkomst ook, dat was heel interessant.’

Met Grondig Boeren met Mais wordt samen met de praktijk volop ingezet op toekomstbestendige maisteelt met een zo laag mogelijke milieubelasting. ‘Je realiseert dit niet binnen één jaar, want ook de bodem moet in orde zijn. Stappen worden nu gezet, maar het is en blijft altijd lastig omdat je met de weersomstandigheden te maken hebt. De eerste goede aanknopingspunten zijn er desondanks al wel’, besluit Kusters.

Meer over Grondig Boeren met Mais in Limburg

Gerelateerde advies & subsidies

Gerelateerde demobedrijven