Lauwersmeer

Verzilting leeft onder akkerbouwers in de noordelijke kleikust

Verzilting leeft onder boeren. Dat bleek tijdens een drukbezochte informatieavond in Baflo op maandag 26 mei. De bijeenkomst werd georganiseerd door het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), op verzoek van bestaande verziltingsstudiegroepen in het gebied. Peilbeheerders van waterschap Noorderzijlvest gaven een praktische toelichting op hoe het watersysteem werkt, met speciale aandacht voor verzilting in de regio.

Zoet water is een puzzel

De vraag naar zoet water neemt toe, zowel vanuit landbouw als industrie en natuur. Toch ligt het probleem volgens peilbeheerder Martin van der Maar niet bij de aanvoer van zoet water. “Er komt nog steeds genoeg zoet water binnen. Vroeger werd dat afgevoerd naar zee, maar tegenwoordig gebruiken we het water langer, door het water eerst langs de kust door te spoelen. Het wordt dus niet direct bij Lauwersoog afgevoerd, maar ook bij Noordpolderzijl of Spijksterpompen.”

Het IJsselmeer is een belangrijke buffer voor Noord-Nederland. Vanuit daar regelt het waterschap de verdeling met behulp van inlaten, gemalen en stuwen. “Het is soms een hele puzzel om de waterhoeveelheid én kwaliteit in balans te houden in het westen en oosten van Groningen,” aldus Van der Maar.

Zoutgehalte stijgt

Het waterschap vermoedt dat door klimaatveranderingen en bodemdaling het grondwater- en oppervlaktewater zouter is dan tientallen jaren geleden. Peilbeheerder Roelf Haaksema legde uit: “In het vroege voorjaar start het waterschap al met het doorspoelen van het water om het water zo zoet mogelijk te krijgen. Veel akkerbouwers constateren zelf ook dat het water zouter wordt. Steeds meer akkerbouwers meten de EC-waarden (zoutwaarden) in hun eigen sloot. Zoet water blijft nodig om gewassen te kunnen beregenen.

Let op bij beregenen

Tot nu toe was het voorjaar vrij droog. Daardoor was het voor de peilbeheerders gemakkelijk om door te spoelen en het water zoet te houden. Maar bij veel regenval kan het zoutgehalte ineens gaan  schommelen. Haaksema: “Boeren willen nu beregenen, maar als je de pomp aanzet zakt het waterpeil in de sloot waardoor het zoute water sneller omhoogkomt. Denk dus na als je een pomp aanzet en meld het bij ons – dan kunnen we daar rekening mee houden. Water oppompen heeft heel veel invloed op de kwantiteit en de kwaliteit van het water.”

Samen werken aan oplossingen

De afgelopen tien jaar is de aandacht voor verzilting flink toegenomen. Het waterschap werkt momenteel aan een nieuw zoetwaterplan. Kennisdeling en samenwerking met boeren staan daarbij centraal. Van der Maar: “Je moet het systeem begrijpen om iets over verzilting te kunnen zeggen. En we willen plannen samen met het gebied vormgeven.”

Boeren kunnen zelf veel doen

Naast het gezamenlijk plannen maken, worden boeren ook gestimuleerd om na te denken over hun eigen waterhuishouding. Van der Maar: “Bereken hoeveel water je nodig hebt en kijk of je zelfvoorzienend kunt worden. Denk aan drainage of het plaatsen van een boerenstuw. Dat kan vaak snel geregeld worden, en wij denken daarin graag mee.”

Peilbeheer is mensenwerk

DAW-projectleider Minou Hegge kijkt positief terug op de avond: “Er ontstond wederzijds begrip. De peilbeheerders lieten zien dat peilbeheer mensenwerk is. In samenspraak is er echt veel mogelijk.”

In het najaar volgt een nieuwe bijeenkomst, waarin agrariërs kunnen meedenken over het toekomstig zoetwaterbeheer van Noorderzijlvest.

Gerelateerde advies & subsidies