Vanuit de mestwetgeving zijn boeren en telers verplicht om een teeltvrije zone langs watergangen aan te houden. Een agrariër kan kiezen om de zone groter te maken dan wettelijk vereist is. Dit kan mogelijkheden bieden voor akkerranden, houtwallen of als buffer voor water dat van het perceel afkomstig is. Door deze aanpassingen wordt de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater significant verminderd. Bovendien kan het water op het perceel worden geïnfiltreerd, bijvoorbeeld door de aanleg van een wadi, wat bijdraagt aan duurzaam waterbeheer.
Gepubliceerd op woensdag 20 maart 2024
Bredere teeltvrije zone langs oppervlaktewater zoals sloten
Effectiviteit ToepasbaarheidDe uitbreiding van de teeltvrije zone langs watergangen biedt de gelegenheid om andere initiatieven te ontplooien, zoals het creëren van (permanente) akkerranden ter ondersteuning van natuurlijke vijanden (functionele agro-biodiversiteit) en ter bevordering van de biodiversiteit. Deze randen kunnen op diverse manieren worden aangelegd, bijvoorbeeld met bloemenranden of houtwallen.
Teeltvrije zone als opvanggebied voor perceelafspoeling
Daarnaast kan de bredere zone dienen als opvanggebied voor water afkomstig van het perceel, inclusief nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen (de zogenaamde first flush). Door dit water tijdelijk op het perceel vast te houden, kunnen nutriënten en middelen in de bodem worden opgenomen. Hierdoor wordt emissie naar het oppervlaktewater voorkomen. Bovendien kan het water tijdelijk worden vastgehouden op het perceel voor infiltratie in de bodem.