Frank Luijben is met Kaasboerderij Luijben in Aarlanderveen, ten oosten van Alphen aan den Rijn, de enige overgebleven kaasmaker in het gebied. Een derde van de melk die zijn koeien produceren wordt gebruikt voor de eigen kaas, de rest gaat naar de fabriek. De Zuid-Hollandse ondernemer runt het bedrijf samen met zijn vrouw Karina.
Wekelijks verkoopt Luijben tussen de 350 en 500 kilo kaas aan particulieren en enkele horecaondernemers in de omgeving. Op vrijdag en zaterdag is de boerderijwinkel open en elke week wordt vrijwel de volledige voorraad verkocht. ‘Maar meer maken is geen optie. We zijn maar met z’n tweeën en maken al vier keer zoveel als acht jaar geleden’, legt de ondernemer uit.
Sinds hij in 1986 bij zijn vader in de maatschap stapte, heeft Luijben naar eigen zeggen altijd winst gedraaid. De kosten onder controle houden is daarbij zijn devies, investeringen worden goed overwogen. ‘Als boer moet je afwegen wat je wel en niet doet’, stelt Luijben. ‘Je kunt het geld maar één keer uitgeven.’
Zijn 21-jarige zoon heeft vooralsnog geen intentie het bedrijf over te nemen, een reden temeer om voorzichtig te zijn met investeringen. Toch heeft Luijben de laatste jaren wel het een en ander vernieuwd op zijn bedrijf. Een investering die hoognodig was, was het vernieuwen van de mestplaat. ‘Die was net te klein en er moest wat aan gebeuren.’
Subsidie doorslaggevend
Via het project Investeringen Bewust Boeren Rijnland (IBBR) van het DAW kon de melkveehouder aanspraak maken op een subsidie voor een overkapping van de toen nog onoverdekte mestplaat. ‘De onderkant hebben we zelf betaald, het dak grotendeels met de subsidie die we kregen. Die heeft ons geholpen de mestplaat gelijk goed te kunnen maken en gaf wel de doorslag om de investering te doen.’
De mest blijft nu droog en regen die er aan de open zijde alsnog inwaait, verdampt snel. ‘We overwegen nu ook om de overkapping door te trekken voor onze hooibalen’, vervolgt Luijben. ‘En ik kijk naar mogelijkheden om de kuilen te vernieuwen en af te dekken.’
Volgens IBBR-projectleider Inge van Paassen van LTO Noord deden aan de tweede fase van het project zo’n veertig agrarisch ondernemers mee uit de omgeving van Bodegraven en rondom Leiden. De Europese Unie en het hoogheemraadschap maakten de uitvoering van dit project mogelijk. Naast LTO zijn ook collectief Rijn & Gouwe Wiericke, coöperatie De Groene Klaver en het hoogheemraadschap van Rijnland (HHR) bij het project betrokken.
Vijf overkappingen
Met als doel emissiereductie om de bodem- en waterkwaliteit te verbeteren, werden vijf overkappingen van mestopslagen gesubsidieerd, negentien veegmachines, achttien drinkbakken, twee wasplaatsen voor spuitmachines en twee perssapputten. ‘En dat is alleen in de tweede fase, in de eerste fase ging het om nog meer’, geeft projectleider Van Paassen aan.
Via het platform Landbouwportaal Rijnland blijft de mogelijkheid om subsidie te krijgen voor deze investeringen de komende jaren bestaan. Agrarisch ondernemers in het gebied kunnen een aanvraag indienen via de website landbouwportaalrijnland.nl.
Frank en Karina Luijben zijn blij met de subsidie, die de Zuid-Hollandse melkveehouders ook kregen voor de aanschaf van een veegmachine en twee drinkbakken. ‘De veegmachine schaften we al aan tijdens de eerste fase van dit project. Toen deze na een paar jaar kapotging, kochten we direct op eigen kosten een nieuwe. We gebruiken de machine elke dag.’
De drinkbakken die de ondernemers hebben aangeschaft met de subsidie, vinden ze ook fijn. ‘Die gebruiken we bij het jongvee en onze paarden. Het milieueffect van de drinkbakken is wel lastig te zien, dat is bij de overkapping van de mestplaat een stuk makkelijker’, laat Frank Luijben weten.
Volgens Luijben is het voor boeren niet altijd duidelijk voor welke investeringen subsidie beschikbaar is. ‘Er zijn zoveel projecten. In dit geval was de communicatie wel goed, met een beknopte mail vanuit het agrarisch collectief en daarin eenvoudig te begrijpen voorwaarden waaraan je moest voldoen voor de subsidie.’
Resultaten boven verwachting
Terugkijkend op het hele traject zijn Van Paassen en HHR-procesleider waterkwaliteit en ecologie Marinus Bogaard tevreden over de resultaten. ‘Er zijn meer investeringen gedaan dan we hadden verwacht. En de gebiedscollectieven en betrokken mensen hebben veel persoonlijke inzet getoond’, zegt Bogaard.
Het IBBR-project is nu beëindigd. Landbouwportaal Rijnland is inmiddels opgestart en loopt door tot 2026. ‘Dit landbouwportaal helpt het proces voor subsidieverlening te vereenvoudigen, waardoor we veel sneller kunnen schakelen’, legt Bogaard uit. Agrarisch ondernemers in het gebied die gebruik willen maken van de subsidiemogelijkheden, kunnen kosteloos een coach aanvragen via het portaal.
Het DAW-project ‘Investeringsaanvraag Bewust Boeren Rijnland, Fase 2’ wordt financieel mogelijk gemaakt door het Hoogheemraadschap van Rijnland, provincie Zuid Holland en ELFPO (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland)
Tekst: Tys Hallema, Nieuwe Oogst
Foto: Pim Mul