Sinds drie jaar hebben melkveehouders Tjerk Hof en Greet Ruitenberg in het Friese Oldeberkoop kruidenrijk grasland. Het legt ze geen windeieren, vertellen ze aan Nieuwe Oogst. Het vee is gezonder, het kunstmestgebruik is gedaald en de koeien geven meer melk. Op de bijeenkomst Landelijke Demodag Duurzame Landbouw horen zo’n 15 collega-boeren het enthousiaste verhaal van Hof.
Gepubliceerd op maandag 16 september 2024
‘Zelfs perceeltje hopeloos doet het goed met kruidenrijk grasland’ is de ervaring van demoboer Tjerk Hof
De aanwezige boeren luisteren aandachtig naar Hof, die vertelt waarom hij met kruidenrijk grasland begon. ‘De GLB-inkomsten, onze locatie op het zand en interesse in waterkwaliteit hebben ons ertoe gebracht die stap te zetten.’ Na een voorzichtige start hebben de melkveehouders nu meer dan 20 hectare staan met behalve raaigras ook verschillende klaversoorten, cichorei, rietzwenk en timothee.
De kruidenrijke percelen krijgen alleen derogatiebemesting en geen kunstmest. Hof, die de kruiden jaarrond in het rantsoen houdt, ziet dat het gras het goed doet. ‘Dat verrast mij. In het voorjaar komt het wat later op gang, maar ik ben heel enthousiast. Zelfs op wat wij ‘perceeltje hopeloos’ noemen, gaat het goed. Dit terwijl dat perceel altijd te nat aan de randen en te droog in het midden was, waardoor mais, aardappelen en gras het er allemaal niet goed deden.’
Door de geneeskrachtige kruiden in het gras is de gezondheid van het vee met stappen vooruitgegaan. Hof: ‘Ik heb amper meer uierontsteking.’
‘Weg uit de monocultuur‘
Adviseur Pim Clotscher van Zaadhandel Neutkens hoort het verhaal met tevredenheid aan. ‘Ik ken niet veel gangbare bedrijven die kruidenrijk grasland zo goed oppakken’, zegt hij. Clotscher houdt tijdens de demodag een pleidooi voor diversiteit. ‘We moeten weg uit de monocultuur. Maar al te gek hoeft ook niet.’
Voor het kruidenrijke maaigras bij het bedrijf van Hof wordt een mengsel van vijftien verschillende soorten gebruikt waarvan 45 kilo per hectare wordt ingezaaid. Voor het gras dat wordt beweid, gelden dezelfde kilo’s met een mengsel van zestien soorten.
‘We moeten weg uit de monocultuur, maar al te gek hoeft het ook niet’.
‘Extreem divers is heus niet altijd de beste optie. Het is duur en niet altijd te handhaven. Hoe diverser, hoe complexer’, zegt de adviseur. Diversiteit is maatwerk, stelt hij. ‘Welke diersoort, hoe intensief is het gebruik, welke grondsoort, hoe ziet je bouwplan eruit, de bemesting, de beweidingsstrategie’, somt hij op. Het zijn allemaal factoren die het succes van kruidenrijk grasland beïnvloeden.
Diversiteit slijt, stelt Clotscher. Een oplossing daarvoor is vruchtwisseling. Samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers kan uitkomst bieden. Hof beaamt dat: ‘We hebben afspraken gemaakt met een akkerbouwer voor uitruil van grond. Er ligt al een bouwplan.’