Bladrammenas in de winter - groenbemester

Groenbemesters toepassen

Effectiviteit
Toepasbaarheid

Een groenbemester is een gewas dat wordt geteeld om de bodem te verbeteren en te beschermen, in plaats van te worden geoogst voor consumptie. Met een groenbemester voeg je organisch materiaal toe waardoor je de bodemvruchtbaarheid verhoogt. De groenbemester houdt de bodem bedekt en beschermt daarmee de bodemstructuur. Ook onderdrukt de groenbemester onkruidgroei. Tevens legt het voedingsstoffen vast en voorkomt zo uitspoeling. Gerichte inzet van groenbemesters kan ook bijdragen aan de bestrijding van ziekten en plagen.  

De groenbemester wordt vaak ondergeploegd of op de grond achtergelaten als mulch. Een gezondere bodem door inzet van groenbemesters kan een betere opbrengst voor volgende gewassen opleveren. Er zijn verschillende soorten groenbemesters, elk met zijn eigen goede eigenschappen.

Bekijk de factsheet Ken je onze online cursus groenbemesters al?

‘Er bestaat niet één perfecte groenbemester. Een geschikte groenbemester moet passen bij het doel waarvoor deze geteeld wordt en de omstandigheden van een perceel’ 

Wat zijn goede groenbemesters? 

Goede groenbemesters zijn onder andere ruwbladige gewassen die snel groeien, veel organisch materiaal produceren en de bodemstructuur verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn bladrammenas en Japanse haver. Daarnaast heb je vlinderbloemigen, zoals klaver en wikke, die stikstof uit de lucht vastleggen en in de bodem brengen. 

Uiteraard kan je ook kijken naar een mengsel van deze soorten die de voordelen van verschillende groenbemesters combineren. De keuze hangt af van de specifieke behoeften van de bodem en de gewenste effecten.  

Waar moet ik op letten? 

  • Kijk in je omgeving naar voorbeelden en ga in gesprek. Wat zijn ervaringen op de aanwezige  grondsoort?  Wat werkt wel, wat niet? 
  • Experimenteer eerst op een klein stukje om ervaring op te doen. Kies de juiste soort of mix: combineer groenbemesters met verschillende eigenschappen voor een optimaal resultaat. 
  • Werk de groenbemester tijdig onder of mulch het in de bodem. Idealiter enkele weken voordat je het volgende gewas plant, zodat het materiaal kan verteren en voedingsstoffen vrijkomen. 

Waarom groenbemesters gebruiken? 

  • Bemesting van de bodem: voor het op peil houden of verhogen van het humusgehalte van de bodem is een groenbemester nodig die zoveel mogelijk effectieve organische stof produceert. Daarnaast brengen vlinderbloemige groenbemesters stikstof uit de lucht in de bodem.  
  • Verbeteren van de bodem: een groenbemester beschermt de bodem tegen erosie door wind en regen en helpt de bodemtemperatuur te reguleren. Daarnaast verbetert het de bodemstructuur, bevordert het de waterinfiltratie en helpt het om vocht vast te houden. 
  • Inzetten als stikstofvanggewas: een groenbemester kan uitspoeling tegengaan door stikstof vast te leggen die het volggewas kan benutten. Na de oogst van het hoofdgewas kunnen grote hoeveelheden nitraat in de bodem voorkomen. Groenbemesters kunnen een (groot) deel van deze stikstof vastleggen, waardoor de uitspoeling van stikstof tijdens de winter en het voorjaar wordt beperkt. Groenbemesters verschillen sterk in de mate van N-opname en N-conservering en daarmee in de geschiktheid als “stikstofvanggewas”.  
  • Bestrijding van aaltjes: er zijn groenbemesters die resistent zijn tegen bepaalde aaltjes en daardoor de populatie sterk kunnen verminderen. De groep van plantenparasitaire aaltjes bestaat uit een bonte verzameling van soorten. Wees hierbij alert: de groenbemester die de ene aaltjesgroep bestrijdt, kan het probleem met een andere groep juist verergeren! 
  • Bescherming tegen ziekten en plagen: doordat groenbemesters de bodem verbeteren kunnen ze de weerbaarheid van gewassen tegen ziekten en plagen verbeteren. Let hierbij op dat groenbemesters die de winter over staan mogelijk ook ziekten en plagen de winter door kunnen helpen.  
  • Bestrijden van onkruiden: door de bodem te bedekken en licht tegen te houden kunnen groenbemesters de onkruiddruk verminderen.  
  • Bijdragen aan biodiversiteit: groenbemesters bieden een schuilplek en voedsel in de herfst en winter voor insecten, een periode waarin normaal weinig te vinden is op percelen. Bloeiende soorten, zoals facelia en wikke, en soorten met zaden zoals Japanse haver en bladrammenas bieden voedsel voor onder andere bestuivers en vogels. 
  • Telen van veevoer: een groenbemester kan geteeld worden om het bovengrondse gewas te bestemmen als veevoer (drogen, inkuilen of stalvoedering) en de wortel- en gewasresten als groenbemester te gebruiken. Hiervoor zijn met name snelgroeiende raaigrassen geschikt, maar ook onder andere bladkool, voederwikke en spurrie kunnen als veevoer dienen.