Elzes weet dat groenbemesters in hoge mate bijdragen aan de nutriëntenkringloop en de beperking van stikstofemissies. ‘Gebruik dat in je teelt’, deelde hij de aanwezigen van de
TopBodembijeenkomst gehouden door Akkerwijzer mee. Hij maakte een heldere samenvatting van de pluspunten van groenbemesters voor telers die het beste uit de aanwezige stikstof willen halen en die emissies tot een minimum willen beperken met 5 tips:
- Zaai zo vroeg mogelijk en vervang desnoods een wintertarwe voor een wintergerst, als je extra vroeg een groenbemester op een perceel wil zaaien.
- Groenbemesters zijn geschikte stikstofvastleggers. Gebruik ze dus daarvoor.
- Zaai vlinderbloemigen nooit solo, omdat ze dan te weinig vastleggen. In combinatie met andere, vaak sterkere groeiers, binden ze stikstof voor zichzelf en de andere soorten en tillen ze meer organische stof en stikstof de winter over.
- Werk ze (waar mogelijk) in het voorjaar in, zodat ze maximaal bijdragen aan de gewasgroei door mineralisatie van nutriënten.
- Mocht je niet vroeg kunnen zaaien, laat gezaaide groenbemester is nog steeds heel zinvol. De ondergrondse biomassa en structuurverbetering is zelfs bij een kleine bovengrondse ontwikkeling nog erg belangrijk.
Elzes vertelt over de rasontwikkeling bij Vandinter Semo, die zich sterk richt op aaltjesbeheersing van chitwoodi, fallax, Pratylenchus penetrans en bietencysteaaltjes. Nieuw is dus de aandacht voor onderdrukking van ritnaalden. Daarbij kunnen boekweit, bruine mosterd en Ethiopische mosterd wel eens een goede rol krijgen, zegt Elzes: ‘Onderzoek in Canada wijst erop dat dit kan werken. Deze groenbemesters maken stoffen aan die de ritnaalden onderdrukken.’
Deze tekst is geschreven door Jorg Tonjes voor Akkerwijzer.
