In gesprek over de drijfveren van Patricia van Haaren en Brord Sloot: waarom zijn zij omgeschakeld van een traditioneel melkveebedrijf naar een natuurinclusief landbouwbedrijf? Wat levert het hen op en welke hobbels moesten ze nemen om te komen waar ze nu staan? En: welke wensen hebben ze nog voor hun bedrijf?
Waar komt jullie duurzame drive vandaan?
Sloot: ‘Rond het jaar 2000 heb ik ons bedrijf al omgeschakeld naar biologisch, maar dit bleek iets te vroeg. Na zes jaar ben ik weer omgeschakeld naar gangbare melkveehouderij omdat er geen vraag was naar biologische melk. Maar de trigger om te proberen zonder kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen te produceren is altijd gebleven.’
Van Haaren: ‘Ik heb lange tijd gewerkt als inkoper bij Unilever. In samenwerking met een aantal grote bedrijven heb ik geprobeerd om wereldwijd oplossingen te vinden voor het verduurzamen van de voedselproductie. Het viel op dat boeren niet makkelijk waren te overtuigen om een andere weg in te slaan, maar uiteindelijk toch met een positief gevoel meewerkten aan duurzame projecten. Ze kwamen er ook achter dat ze er financieel niet op achteruit hoefden te gaan.’
Geldt dat ook voor jullie?
Sloot: ‘Zeker. Er zijn veel potjes beschikbaar waarmee je investeringen in agrarisch natuurbeheer kunt terugverdienen. Dat is voor ons een goede stimulans gebleken. De overheid is echt wel bereid financiële ondersteuning te bieden aan duurzame trajecten. Door contracten af te sluiten met collectieven krijgen we betaald voor het onderhoud aan bijvoorbeeld onze hagen, kikkerpoelen en patrijzenranden. Het is wel belangrijk om goed vast te leggen welke kant je op wilt met je bedrijf.’