Met alleen gewasbeschermingsmiddelen gaan we het niet redden. Maar zonder chemie óók niet. Aan het woord is de jonge ondernemer Martijn Hendrickx. Hij heeft samen met zijn ouders een vollegrondsgroenteteeltbedrijf in Ossendrecht (Noord-Brabant). Ze telen koolrabi, prei, zoete aardappelen en knolvenkel op 50 hectare en die nicheproducten maakt het bedrijf interessant voor afnemers. In Australië maakte Martijn kennis met het inzetten van natuurlijke vijanden in combinatie met gewasbeschermingsmiddelen. De juiste mix inzetten bij de bestrijding van schimmels en insecten dat probeert hij nu ook in Brabant. ‘Ik geloof dat je met niet spuiten uiteindelijk meer resultaat behaalt dan met wel spuiten. Als demobedrijf wil ik dat verder uitzoeken.’
Facelia lokt kortschildkever tegen trips
In de prei heeft Martijn veel last van trips. Hij besloot daarom om voor de preiteelt Facelia (groenbemester) in te zaaien met als doel kortschildkevers te lokken. Die bestrijdt de poppen en larven van de trips voordat de prei geplant wordt. Vervolgens is de Facelia door Martijn ondergewerkt en daarna de prei geplant. Martijn: ‘Naast de bestrijding van de trips, behoud je ook de nutriënten in de bodem door een groenbemester in te zaaien. Dat zie ik ook op het land terug: een gezonde bodem met veel leven.’ Omdat het geen tripsjaar was – te nat – kan Martijn niets zeggen over het effect van de kortschildkevers voor de trips.
Naast het planten van Facelia heeft Martijn ook kortschildkevers uitgezet: één groepje kortschildkevers, een dubbele groep kortschildkevers en géén kortschildkevers. ‘Ondanks dat het geen tripsjaar was, zien we toch resultaat op de trips. Natuurlijke vijanden doen iets.’
Uitspoeling zoveel mogelijk voorkomen
Op de zandgrond waar Martijn met zijn ouders teelt is (nitraat)uitspoeling naar het oppervlakte- en grondwater een groot aandachtspunt. Op het bedrijf nemen ze daarom meerdere maatregelen om nutriënten zo effectief mogelijk te gebruiken. ‘Het draait om het goede doen op het juiste moment.’ Martijn bemest vooral organisch, kunstmest zet hij is als bijbemesting. Ook voert hij compost aan. Zo vermindert hij nitraatuitspoeling zo veel mogelijk.
Martijn wil als DAW demobedrijf zijn werkwijze laten zien, maar vooral ook ervaringen en kennis met andere boeren uitwisselen. ‘Ik wil het bedrijf van mijn ouders overnemen en zie tegelijkertijd grote uitdagingen op ons afkomen. Daar wil ik op reageren, want uiteindelijk moet men blijven eten. We moeten oplossingen vinden om op een goede manier voedsel te produceren.’