Albert Jan Knijp boert op Drentse zandgrond tussen natuurgebieden in, het gebied heeft een drinkwaterfunctie en er zijn strenge restricties aan beregening, waardoor het gros van de percelen en de gewassen niet beregend mag worden. Met een regeneratieve en natuurinclusieve teeltaanpak wil hij de bodem in optimale conditie krijgen, bijvoorbeeld door vocht en organische stof in de bouwvoor te behouden en zoveel mogelijk natuurlijke processen benutten van wat het bodemleven aan de gewassen kan geven. Hoe kijkt hij terug op afgelopen teeltseizoen? ‘De onkruidbestrijding viel mij tegen.’
Gepubliceerd op woensdag 16 oktober 2024
Akkerbouwer Albert-Jan blikt terug op zijn seizoen: ‘Mechanische effectieve onkruidbestrijding is een uitdaging’
Het eerste teeltseizoen zit er zo goed als op, wat viel je tegen?
Albert-Jan: ‘Onkruidbestrijding was een uitdaging dit jaar omdat we streven naar volledig mechanisch onkruidbeheer. Onderdeel van de proef is om groenbemesters slechts licht te werken in de winterperiode om te voorkomen dat de vertering dan al start. Vanwege het natte najaar, gevolgd door een nat voorjaar hebben we de bladrammenas groenbemester niet bewerkt in de winterperiode. Het perceel lag er na klepelen later in het voorjaar in eerste instantie goed bij, maar de bladrammenas kwam toch weer opzetten en zette snel zaad, uit deze zaden ontstond massaal opslag. De druk van de bladrammenas was dusdanig hoog en hardnekkig dat we toch moesten spuiten met titus op het proefveld. Volgend seizoen ga ik de bladrammenas bewerken voor zaadvorming, ondanks dat je door het afmaaien misschien stikstof verliest.’
Hoe beviel de inzet van directzaai in vergelijking met het Koeckhovensysteem?
‘Op Blok A waar directzaai wordt toegepast stond de opslag van bladrammenas veel massaler en had het hoofdgewas ervan te lijden in vergelijking met Blok B waar de grondbewerking werd uitgevoerd met het Koeckhovensysteem (gereduceerde grondbewerking ecoploeg).’
Je hebt veel bladrammenas mee geoogst met de gras-klaver: wat doet dit met je voerkwaliteit?
‘Ons hoofdgewas is gras-klaver als voer voor onze koeien. Wat de hoeveelheid bladrammenas doet met de voederwaarde van de kuil, zal straks blijken uit de kuiluitslagen en de koeien zullen ons vertellen of het effect heeft op de smakelijkheid.’
Jouw doel met deze proef is een meer natuurinclusieve aanpak met minder chemie en minder diepe grondbewerking. Hoe denk je daar nu over?
‘De wil is er, maar met name effectieve onkruidbestrijding is niet gemakkelijk. Zeker niet in dit soort natte jaren. Als ik helemaal niet meer wil spuiten tegen onkruid moet ik investeren in bijvoorbeeld cameragestuurde precisiemachines. Die investering zie ik niet terug in mijn opbrengst zoals de melkprijs en de uitbetaling van de zetmeelaardappels. Machines voor mechanisch beheer halen het in gebruiksgemak niet bij chemie. Wel kunnen we door spotsprayen zorgvuldiger omgaan met chemie, en ook kun je beide methoden goed naast elkaar in zetten daar blijf ik van overtuigd.’
En heb jij je groenbemester al gezaaid?
‘Om chitwoodi (ook wel maiswortelknobbelaaltje, red.) te kunnen beheersen zaai ik bladrammenas. Als het al later in het teeltseizoen is, bijvoorbeeld na latere oogst vanzetmeelaardappelen, zaai ik rogge. Met een groen perceel de winter ingaan, vind ik heel belangrijk. Ik doe dit om het bodemleven te voeden, stikstof vast te houden en de bodemstructuur te verbeteren, maar vooral ook om aaltjes te beheersen.’ Meer weten over de effecten van verschillende soorten groenbemesters? Het DAW ontwikkelde een online cursus die je gratis leert over welke oplossingen groenbemesters op je perceel kunnen bieden.
‘Een groenbemester zaai ik om het bodemleven te voeden, stikstof vast te houden, maar vooral ook om aaltjes te beheersen’
De meerjarige velddemo op Nieuw Altinge, bij Albert – Jan
Het demoveld in Anderen (Drenthe) is opgedeeld in een blok met niet-kerende grondbewerking met directzaai met de Koeckhoven flexeeder zaaimachine, gecombineerd met wiedeggen en schoffelen (BLOK A) en een blok gereduceerde grondbewerking d.m.v. ecoploegen met het Koeckhovensysteem ) en ook mechanisch onkruidbeheer door middel van wiedeggen en schoffelen (BLOK B). Het bouwplan met de rotatie van verschillende voeder- en akkerbouwgewassen bevat gerst-erwten met onderzaai van gras-kruiden-klaver, zetmeelaardappelen met nateelt van rogge,snijmais met nateelt van bladrammenas en tweejarig gras-kruiden-klaver. De boerenproef op DAW-demobedrijf Nieuw Altinge duurt vier jaar. In de winterperiode van 2024 worden de metingen aan het demoveld uitgebreid met nitraatmetingen via peilbuizen in het ondiepe grondwater. Lees meer over dit bedrijf.
Wat heb je nodig om deze vierjarige proef tot een goed einde te brengen?
‘Kennis op gebied van de teelttechniek en de bodemprocessen rond nutriënten en vochthuishouding. Die komt nu vooral van leveranciers van machines, zaaizaden, meststoffen en spuitmiddelen en hun bijdrage is daardoor belangrijk. Ik denk dat pilots als deze ook heel belangrijk zijn om de praktische kennis te vergroten en met regeneratief werken voet aan de grond te laten krijgen.’
Samen leren van de pilot op kringloopbedrijf Nieuw Altinge?
Momenteel worden de laatste metingen op het demoveld in Anderen (Drenthe) uitgevoerd. Albert-Jan neemt stikstofmetingen (Nmineraal) op verschillende dieptes in de bodem, onderzoekt de hoeveelheid vastgelegde nutriënten in de oogst en oogstresten en onderzoekt de voederwaarde. In januari houdt dit DAW demobedrijf een bijeenkomst over de resultaten van de regeneratieve aanpak van dit eerste seizoen. Bijwonen? Meld je interesse via onderstaand formulier en ontvang de uitnodiging als eerste!