Het verhaal van Geertje: ‘Een manier van boeren vinden waar je hart van klopt’

‘De beschikbaarheid van water is ons belangrijkste thema:
het tekort en de overvloed ervan’

“Wij hebben een gemengd bedrijf, middenin het Nationaal Park de Drentsche Aa. Vlakbij het Rolderdiepje en het Gastersche Diep. Een bedrijf op het Drents Plateau, zandgrond dus. Op onze akkers verbouwen we mais, graan, luzerne, veldbonen, zetmeelaardappelen en mengteelten zoals gerst-erwten. Water is ons belangrijkste thema. De beschikbaarheid van water: het tekort en de overvloed ervan. Het gebied waar wij zitten, heeft naast landbouw ook de functie van bron voor de drinkwatervoorziening. Daarom is de waterkwaliteit extra belangrijk. Wateraanvoer van elders is in dit gebied niet mogelijk. Wij, de boeren, maar ook de natuur en de drinkwatervoorziening, zijn afhankelijk van de neerslag.”

 

Bekijk het bedrijf van Geertje Enting en Albert Jan Knijp
Geertje naast Albert Jan

“Na de havo ben ik de Hogere Agrarische School (HAS) in Groningen gaan doen. Na drie jaar volledige afstudeerrichting veehouderij, ben ik in het laatste jaar nog deels overgestapt naar akkerbouw en keuzevakken op het gebied van ketenkwaliteit. Daarna heb ik de hts-bedrijfskunde gedaan. Dus ik heb me breed georiënteerd. Mijn vaste taak op het melkveebedrijf is traditioneel: ik doe de kalfjes. Ik vind het gewoon heel leuk om te doen. Er stond vanochtend weer een rij met zeven kalfjes te drinken, dan kijk ik ernaar en denk ik, ach man wat hebben we toch een rijk leven. Ja, daar word ik echt heel blij van.”

Innovaties doorvoeren

Wat ons de afgelopen jaren is meegevallen, dat is dat we toch een aantal innovaties hebben kunnen doorvoeren. Bijvoorbeeld het aanschaffen van de ecoploeg (beperkte diepte in grondbewerking en toch voldoende kering van de grond). We gaan gedeeltelijk overstappen op directzaai (beperkte grondbewerking en dan direct de gewassen zaaien in de stoppel). We hebben kruidenrijk grasland. En we proberen de hoeveelheid koeien af te stemmen op de hoeveelheid beschikbare grond. Zodat we uiteindelijk naar de norm kunnen gaan voor biologisch boeren. Maar dat is nog een hele klus.”

Zoektocht voor ons

“We hebben een Natura 2000-gebied op 150 m uit onze stal. Wij maken deel uit van het decor van het Nationaal Park Drentsche Aa. Hoe kun je in je  bouwplan zorgen dat je grip krijgt op het water? Het is een zoektocht voor ons en mede daarom zijn wij een demobedrijf van Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) geworden. Met die hevige regenval is het voor de koeien vaak te nat in de wei. Bovendien is er dan kans op afspoeling van water inclusief nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar de sloot. Of het is te heet. Hoe houd je je koeien koel bij 30 tot 35 graden? Eerst dachten we nog, het is alleen dit jaar. Toen werd het twee jaar. Tot je beseft dat het extreme weer niet meer overgaat. Daar moeten we ons op gaan aanpassen.”

‘Hoe kun je in je bouwplan zorgen dat je grip krijgt op het water?’

“De provincie heeft ons de vraag gesteld of we niet biologisch willen gaan boeren? Dat is een goeie vraag, want we zijn zelf ook op weg naar zoveel mogelijk natuurinclusief. Maar om daarin verder te gaan, hebben we echt hulp nodig. Wij hebben nu de hoeveelheid koeien die afgestemd is op onze hypotheek. Dit is een best stevig gefinancierd bedrijf. Mijn schoonouders hebben pas op iets latere leeftijd de gelegenheid gekregen om vrijwillig midden uit het dorp Anderen weg te gaan. Ze zijn net buiten het dorp opnieuw begonnen. In feite hebben wij hun beslissing van destijds overgenomen.

‘Doen niets anders dan rekenen’

We zijn nu aan het kijken hoe we verder kunnen. We hebben staatjes gemaakt en berekend welke scenario’s mogelijk zijn. We doen eigenlijk niks anders dan rekenen. Stel dat je teruggaat met een derde van het aantal koeien? Of met een kwart, of met de helft? Hoe werkt dat door in je saldo? En hoe zit dat dan met de huidige melkprijs? Als we nu omschakelen naar biologisch, met behoud van 120 koeien, die dan wat minder melk geven, komen we op jaarbasis een ton te kort. Voor het akkerbouwgedeelte hebben we machines nodig om minder herbiciden te gebruiken en het bodemleven te beschermen. We hebben diverse aanvragen gedaan voor subsidie of een lening op een schoffelbak (gewassen mechanisch onkruidvrij houden). Maar daar zijn we nog geen steek verder mee gekomen. Daar kan Albert-Jan heel verdrietig van worden. We zouden graag willen dat daarin meer met ons mee wordt gedacht.

Omgaan met afbouw derogatie

Het afbouwen van de derogatie is ook nog zoiets. Daar heb ik wel buikpijn van. Vanaf dit jaar moeten ook wij een flink aantal vrachtwagens mest afvoeren. Een groot deel van die waardevolle mest kan naar onze eigen akkers. Maar niet alles. Dan zou je je veestapel moeten inkrimpen. Dat betekent dat je minder inkomsten hebt. Kunnen we daar een draai
aan geven? Hoe krijgen we vee en akkers in het cirkeltje geplakt?

beweiden koeien in weiland zwartbont

Verandering van regels

“Wat ik moeizaam vind is dat we te maken hebben met allerlei regels, zowel voor het akkerbedrijf als voor de veehouderij. En regelmatig veranderen de regels dan weer, waardoor iets niet meer kan of mag. Terwijl je het net helemaal hebt uitgedacht. We zijn erg op zoek naar, waar vinden we het dan wel. Bij welk subsidiepotje? Als je iets rendabel wilt maken zou de overheid een gebied met zoveel opgaven als de Drentsche Aa juist heel goed kunnen helpen om de weg te vinden naar maatschappelijke doelen zoals schoon water.

Wij leveren melk af aan FrieslandCampina. Maar bij onze melkfabriek is een gemengd bedrijf met tijdelijk kruidenrijk grasland heel lastig in te passen. In Drenthe is het ruilen van grond tussen akkerbouw en veeteelt heel gebruikelijk. Het is op zandgrond moeilijk om grasland langere tijd productief en onkruidvrij te houden. Maar FrieslandCampina beloont blijvend grasland, vanwege het behoud van de organische stof in de grond.”

‘Wij blijven plannen maken’

“Je moet goed begrijpen dat wij ondanks alles blijven zoeken naar oplossingen. Wij willen graag in dit gebied blijven en we geloven dat het mogelijk is om hier een gemengd bedrijf te hebben. Mijn collega Gjalt Mulder zegt het altijd zo mooi: ‘Verliezers hebben alleen maar excuses en winnaars hebben een plan’. Nou ja, wij blijven plannen maken. Door onze deelname als demobedrijf bij DAW, bouwen we een eigen netwerk op. De ervaring leert dat het heel wat oplevert als we onze eigen kop volgen, hier en daar gaan kijken bij andere boeren, regionaal uitwisselen. Zo hebben we laatst zelf een aantal bijeenkomsten georganiseerd over groenbemesters. Hoe werk je die in, hoe doe je dat mechanisch, wanneer werk je die in? Dat is heel nuttig en leerzaam. Vorig jaar hebben we samen met een zorgboerderij onze gewassen voor het eerst volledig bewerkt met een wiedeg. Dat was ook zo’n experiment. En dan kom je erachter dat mechanisch beheer van onkruid gewoon erg intensief is. Het moet allemaal op hetzelfde moment en dan loop je een beetje tegen je eigen grenzen aan. Maar het levert je het besef op dat je zo’n machine alleen kunt aanschaffen met buren, als je de arbeid ook kunt verdelen.

‘Een manier van boeren vinden waar je hart van klopt’

Mijn droom

“Mijn droom is dat we in de komende 10 jaar ons gemengd bedrijf voortzetten met een robuuste en knappe veestapel, een goeie akkerbouwtak die we gezond hebben ingericht, en de beschikking over machines die we nodig hebben om de grond duurzaam te bewerken. Dat we dat ‘oet stro’ kunnen zett en. Dat zijn we nu aan het leren. Gezonde grond, gezond gewas, gezonde koe. Er wordt ons wel eens gevraagd, wat doe je je kinderen aan? Want dit is een erg moeilijk gebied om te boeren. Het gaat hier in huis best vaak over de financiën, de staatjes, de hypotheek. Mijn moeder zei altijd: ‘Dat rot geld, geen hond die het vreten wil, maar je kunt niet zonder.’ We betrekken de kinderen bij onze zorgen, maar ook bij het feit dat we op zoek zijn naar een goede manier van boeren in dit gebied. Onze oudste dochter, Marieke, is gek op koeien. Onze middelste, Lucas  is erg technisch en inventief. Onze jongste, Hendrieke, heeft tegen haar zus en broer gezegd: ‘Als jullie de boerderij niet over willen nemen, word ik wel boerin.’ Voor ons gevoel staan er opvolgers voor het bedrijf klaar. De jeugd is er echt heel erg van overtuigd dat we hier gewoon een goede manier van boeren vinden. Een manier waar je hart van klopt. Op z’n Drents gezegd: ‘Hier kom ik weg, hier heur ik thoes’.”

 

Dit verhaal van Geertje Enting staat in het boek ‘En de boer…’, samengesteld door Ellie van den Bos. In dit boek delen dertien boeren uit het Noorden van het land hun verhaal. Ze vertellen waar ze nu staan en waar ze in tien jaar tijd naartoe willen. Persoonlijke verhalen waaruit een mentaliteit spreekt van niet opgeven. Kijk voor meer informatie op de website van Agro Agenda

 

Alle verhalen uit het boek 'En de boer...'