Marc Balemans (Regiocoördinator DAW), Dorine Kea (LTO Noord), Toon van Kessel (Vitens), Toon Hulshof (deelnemer Vruchtbare Kringloop Achterhoek), Jacqueline Laumans (Provincie Gelderland) en Henk Jolink (bestuurder LTO Noord) zijn weer op Nederlandse bodem. Ze kijken terug op een paar geslaagde, leerzame dagen in het Spaans Almería, waar ze kennis maakten met collega’s uit een groot aantal Europese landen. Ook bezochten ze een aantal agrarische bedrijven in de omgeving van Almeria.
High Tech
,,Wat mij opviel is dat er ook hier met innovatieve technieken gewerkt wordt”, zegt Toon van Kessel. ,,Toen we aankwamen zag ik de ‘plastic kassen’ en kon me niet voorstellen dat gewassen daarin goed konden groeien. Tijdens de excursie werd het tegendeel bewezen. De Spaanse boeren gebruiken ‘High Tech’ apparatuur. Mooi om te zien.”
Vlnr: Dorine Kea, Toon van Kessel, Marc Balemans,
Jacqueline Laumans, Toon Hulshof en Henk Jolink
Dezelfde uitdagingen
Dorine Kea en Jacqueline Laumans vonden het opvallend dat de sector in alle Europese landen voor dezelfde uitdagingen staat. ,,In het begin had ik het idee dat we allemaal met heel verschillende projecten bezig zijn”, laat Dorine weten. ,,Maar als je met mensen in gesprek raakt dan blijkt al snel dat we eigenlijk allemaal dezelfde uitdagingen hebben.” Jacqueline vult aan: ,,Dat klopt, daarom moeten we met elkaar optrekken. Samenwerken is belangrijk, ook op internationaal niveau.”
Nederlandse boeren en tuinders proactief
,,In Nederland hebben we het als agrarische sector goed voor elkaar, vindt Toon Hulshof. ,,Ik vond het opvallend dat in veel landen nog sprake is van een top down benadering als het gaat om innovaties. In Nederland komt dit vaak vanuit de boeren en tuinders zelf. In dat opzicht doen we het goed!” Henk Jolink bevestigt dit. ,,Als we er met elkaar van bewust zijn dat sommige zaken anders moeten en die met elkaar oppakken, dan komen innovaties van de grond.”
In Nederland nog veel te doen
Regiocoördinator Marc Balemans is enthousiast over de workshops en de excursies. ,,Het was goed om kennis te halen en te brengen. We hebben vanuit onze delegatie het signaal afgegeven aan de andere landen om boeren nog meer bij elkaar te brengen om ervaringen te delen en zo de kennisontwikkeling van de individuele boer te versterken. In Nederland doen we dat al volop, maar we merkten dat dit in andere landen niet altijd het geval is. Ook werd duidelijk dat landbouw belangrijk is voor Europa. Er zal geld vrij komen voor innovaties op het gebied van waterkwaliteit en om op de klimaatveranderingen in te kunnen spelen. We hebben bovendien elkaar als team ook beter leren kennen. Ook dat is nuttig, want er is in Nederland ook nog veel te doen als het gaat om water en bodem. Europa, zowel de collega boeren en tuinders als de Europese commissie, kan ons daar bij helpen.”