De grijze wolkendeken die de afgelopen weken het landschap vormde, maakte afgelopen vrijdag plaats voor een waterig zonnetje tijdens de velddemonstratie van melkveehouder Geert Stevens in Holten. Na een seizoen meten stelt Geert zichzelf de vraag: heeft hij geld verdiend als water met het plaatsen van een boerenstuw?
Het effect van een maatregel zoals deze boerenstuw gaat verder dan alleen de eigen percelen. Draagvlak bij boeren in de omgeving is nodig, omdat ook zij gebruikmaken van het water in de sloot. ‘De omgeving moet het ermee eens zijn als je zo’n maatregel neemt’, stelt melkveehouder Geert. Tot op heden gaat die samenwerking met de omgeving goed. ‘Als iemand iets wil, belt hij wel. Er is bijvoorbeeld een boer met een lager liggend perceel die graag aardappels wil rooien. Dan doe ik de stuw open, zodat het water eenvoudig weg kan lopen.’
Sturen op stikstofbodemoverschot
‘Ik stuur op stikstofbodemoverschot. Hoe hoger het overschot, hoe hoger het nitraatgehalte in het grondwater. Daarom streef ik naar een stikstofbodemoverschot van maximaal 150 kg per hectare’, zegt Geert. Of dat een realistisch streven is? ‘Dat is het zeker, maar daar moet je wel op sturen. Vooral aan het einde van het jaar moet je kijken: wat geef ik het gewas nog wel en wat niet meer?’
Een onderdeel van het bodembeheer van Geert is kruidenrijk grasland; in bufferstroken en op één van zijn percelen. Hij merkt wel dat het op de lange termijn lastig is om de kruiden te behouden. ‘Je wilt van twee walletjes eten: je wilt het gewas langer laten bloeien, maar ook een zo hoog mogelijke opbrengst op je perceel.’ Colin Dekker, onderzoeker gras- en mestbeheer bij Wageningen University & Research (WUR) ziet ook dat het behoud van kruiden lastig is: ‘Je ziet dat de beworteling in het kruidenrijke perceel is verminderd ten opzichte van april.’ Daarom kiest Geert ervoor om kruidenrijk grasland op te nemen in wisselbouw.
Geld in de zak of in de sloot?
‘Het was zo’n goed jaar, dat het een slecht jaar was voor deze proef’, stelt Colin Dekker. ‘In de winter en in het vroege voorjaar was er voldoende regen, waardoor de stuw in staat was om het waterpeil in het gebied te verhogen ten opzichte van het peil in de waterschapssloot. Met de peilbuizen die zijn geplaatst was de relatie tussen het stijgen van de waterstand en het meestijgen met de grondwaterstand goed te zien.’
Tijdens de metingen werd duidelijk dat omgevingsfactoren zoals het weer bepalend zijn in het succes van de stuw. ‘Eind mei was er een langere periode van droogte. Het water is dan weg en houd je ook met een stuw niet langer dan een aantal dagen vast. Vanaf dan ben je afhankelijk van een bui regen’, benoemt Colin. Dat de stuw dit jaar voor meer opbrengst van het land heeft gezorgd, is niet aantoonbaar. ‘Door voldoende regenval in de zomermaanden was grondwater minder belangrijk voor gewasgroei’, zegt Colin Dekker.
Bewust boeren met bodem en water
Een jaar geleden plaatste Geert in samenwerking met het waterschap een stuw in sloot, met als doel meer gewasopbrengst en efficiëntere beweiding. Dat doet hij in combinatie met meer gebruik van kruidenrijk grasland, om zo de bodemkwaliteit te verbeteren. Daarnaast werkt hij met de BedrijfsWaterWijzer om zich meer bewust te worden van de waterkwaliteit op en om zijn bedrijf en door mogelijkheden inzichtelijk te krijgen rondom beter bodem- en waterbeheer. ‘We hebben op het gebied van bodem en water een aantal opgaven, maar dat brengt ook kansen met zich mee’, aldus Geert.
DAW Demobedrijven
Het netwerk demobedrijven is een initiatief van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer. Boeren en tuinders vertellen over hun aanpak op het bedrijf en delen praktijkervaringen met bijvoorbeeld duurzaam bodembeheer en omgaan met klimaatverandering.