Het mechanisch onderwerken van een groenbemester of vanggewas is een effectieve manier om stikstof optimaal te benutten en de bodemstructuur te verbeteren zónder het gebruik van chemische middelen zoals glyfosaat. Steeds meer boeren en tuinders telen een groenbemester of winterkoolzaad. Als vanggewas na maisteelt, maar ook omdat het uitspoeling vermindert en de bodem verbetert. Op deze pagina lees je welke methoden er zijn en waar je rekening mee moet houden bij het mechanisch onderwerken van groenbemesters.

Gepubliceerd op donderdag 6 juni 2024
Groenbemesters mechanisch onderwerken
Een groenbemester vangt stikstof op, beschermt de bodem tegen erosie en verrijkt het organische stofgehalte. Groenbemesters kunnen op veel verschillende manieren worden bewerkt en ingewerkt. Dat is afhankelijk van het seizoen, de gewassoort, de hoogte van het gewas en de bodem. Het is belangrijk om de groenbemester goed onder te werken, om problemen met opslag te voorkomen.
Wanneer een groenbemester mechanisch onderwerken?
Wanneer en hoe de groenbemester wordt bewerkt is plaats- en situatieafhankelijk. Het is goed om de groenbemester zo lang mogelijk te laten staan, tenzij er reden is om de deze eerder te bewerken. Dat kan zijn een te hoge onkruiddruk of zaadzetting in de groenbemester.
Voordelen vroeg bewerken
- De bodem heeft meer tijd voor de vertering van de gewasresten. Dat is met name van belang bij groenbemesters zoals granen en grassen.
- Er is een kleiner risico op zaadvorming van de groenbemester.
- Er is een kleiner risico op hergroei van de groenbemester.
- De kans op zaadvorming van onkruid is kleiner.
- De bodem warmt sneller op en droogt sneller op.
Voordelen laat bewerken
- De stikstof wordt voor langere periode opgenomen en overgedragen.
- Laat bewerken beperkt de uitspoeling bij snel verterende groenbemesters.
- De groenbemester beschermt de bodem langer tegen wind en water.
- Het zorgt voor een hogere organische stofproductie.
- Bodemvocht wordt langer vastgehouden.
- Onkruid wordt langer onderdrukt bij goede bodembedekking.
Manieren om groenbemesters mechanisch onder te werken
Het vanggewas machinaal verkleinen en onderwerken zorgt ervoor dat het stikstof uit het gewas optimaal benut kan worden door het hoofdgewas, mits het goed gebeurt. De verteerde groenbemester draagt bij aan organische stof in de bodem. Soms is één werkgang niet genoeg en is een tweede werkgang nodig om het vanggewas helemaal te laten verdwijnen. Zo’n voorbewerking is vaak nodig bij goedontwikkelde groenbemesters.
Ploegen
Bij ploegen is het belangrijk dat de groenbemester goed verdeeld is door de bouwvoor. Daardoor verteren ondergewerkte gewasresten beter en wordt inkuileffect voorkomen.
Een voorbewerking kan nodig zijn om een goed ontwikkelde groenbemester onder te werken. Als je dat niet doet, kan een zure laag ontstaan waarin het volggewas slecht wortelt.
Rollen
Rollen is geschikt voor groenbemesters die hoog opgegroeid zijn en licht verhoute stengels hebben. Dit heeft als voordeel dat de bewerking sneller kan dan bijvoorbeeld maaien en dat scheelt brandstofverbruik.
Lichte rollen, zoals de cambridge rol, legt de groenbemester tegen de grond. Dit is een snelle manier van mechanisch onderwerken met een grote werkbreedte, waarbij de gewasresten geen compacte, natte massa worden.
Rollen kan het beste gedaan worden bij vorst (in de grond), omdat de planten dan beter afbreken. Zo kan de groenbemester gedurende de winter afsterven, waardoor inwerken in het voorjaar makkelijker is.
Kneuzen
Bij het kneuzen van een groenbemester maak je gebruik van een rol met verticale bladen die kunnen snijden of kneuzen. Deze kneus of ‘roller-crimper’ wordt in Amerika veel gebruikt bij niet-kerende grondbewerking en wordt ook in Nederland steeds vaker ingezet.
Het soort machine en de rijsnelheid bepalen hoe goed de groenbemester met de grond gemengd wordt. Kneuzen kan gedaan worden als voorbewerking voor het ploegen of bij niet-kerende grondbewerking als winterbewerking.
Schijveneggen
Met een schijveneg wordt een groenbemester verkleind en aan de oppervlakte ingewerkt. Deze techniek kan ingezet worden als voorbewerking voor het ploegen. Het is een goede methode voor het onderwerken van een nog vitale, grote groenbemester.
Let op: het is belangrijk dat er tussen het schijveneggen en ploegen een droge periode is, om te voorkomen dat de papperige bovenlaag alsnog inkuilen veroorzaakt.
Cultivateren
Het doel van een cultivator is het losmaken van de bodem en de beworteling en het weggroeien van een volggewas te bevorderen. Een cultivator kade groenbemester meteen deels inwerken, wanneer deze niet te groot is gegroeid of is voorbewerkt.
Frezen
Het mechanisch inwerken van de groenbemester met een frees kan nodig zijn bij een stevige zode van een grassoort en om de kans op hergroei ervan te verkleinen. Het nadeel van freesbewerking is de intensiteit van de grondbewerking en het hoge brandstofverbruik. Daarnaast moet voor of na het frezen nog een grondbewerking gedaan worden.
Chemisch beëindigen van een groenbemester
Groenbemesters kunnen ook gedood worden met een niet-selectieve herbicide. Het voordeel daarvan is dat opslagplanten en onkruiden ook gedood worden. In de praktijk wordt chemie alleen gebruikt als alternatieve, mechanische, methoden niet werken.