Door DAW weer investering in allround veldbodemkundigen

Mede dankzij financiering vanuit het DAW kon worden gestart met een nieuwe lichting deelnemers in opleiding voor veldbodemkundigen. Gera van Os, lector Duurzaam Bodembeheer aan Aeres Hogeschool initieerde en ontwikkelde deze opleiding samen met haar collega’s. “Adviseurs genoeg, maar met deze opleiding leren deelnemers integraal te kijken naar het bodembeheer.” De eerste negen cursisten hebben de opleiding bijna afgerond.
 
 
Veldbodemkundigen werden tot voor kort niet meer opgeleid. Een groot probleem, want een gezonde bodem wordt steeds belangrijker gevonden door de agrarische sector en door de overheid. Alles draait om de bodem! “Natuurlijk zijn er adviseurs die ook even naar de bodem kijken tijdens een bedrijfsbezoek”, erkent Gera van Os, maar: “Een bodemadviseur die een integraal meerjarenadvies geeft en daarin alle facetten van de bodemkwaliteit meeneemt in relatie tot de bedrijfsvoering, dat gebeurt te weinig.” Op aandringen van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) werkt Aeres Hogeschool daarom aan de ontwikkeling van een nieuwe opleiding voor veldspecialisten. “De bodemkundige en didactische expertise heeft Aeres in huis, maar meer dan op de theorie ligt de focus van deze hbo+-opleiding op de praktijktraining. Een goede bodemadviseur doet z’n werk vooral in het veld èn aan de keukentafel bij de ondernemer.”
 
De eerste helft van de pilot werd in 2019 gestart met de regio-coördinatoren van de inmiddels opgeheven Stichting Veldleeuwerik. Van Os: “In de pilot is de feedback vanuit de deelnemers essentieel, om de inhoud, vorm en omvang van de opleiding te optimaliseren. Daarmee willen we een breed draagvlak creëren vanuit de praktijk.” De tweede groep van 20 deelnemers staat nu in de startblokken, ook deze vallen nog onder de pilot. Van Os: “Uiteindelijk zal de opleiding toegankelijk zijn voor praktiserende teeltadviseurs van onafhankelijke instanties en commerciële toeleveranciers.”
 
Dat deze laatste groep mogelijk niet onafhankelijk denkt in verband met verkooptargets, is voor Van Os geen belemmering. “Het is belangrijk om alle erfbetreders mee te nemen in het transitieproces, om tegenstrijdige adviezen op het erf te voorkomen. Er zijn gewoonweg meer adviseurs nodig met een geïntegreerde benadering. In de opleiding wordt daarmee geoefend.” “De theorielessen worden in fysieke bijeenkomsten gegeven, want groepsvorming en onderlinge discussie vinden wij heel belangrijk. De meerwaarde ontstaat wanneer discussies worden gevoerd over complexe praktijksituaties.” Van Os verwacht dat de deelnemers een hecht netwerk zullen vormen. “Zodat je ook ná de opleiding nog met elkaar belt om te sparren over mogelijke adviezen.”
 

Inhoud van de opleiding

De kracht van de opleiding zit ‘m volgens Gera van Os in de integrale blik op het bodembeheer. “Boeren en tuinders krijgen vaak versnipperde informatie vanuit verschillende bronnen. De één adviseert over bemesting, een ander adviseert je over het ruwvoer, weer een ander heeft het over gewasbeschermingsmiddelen, of drainage, of grondbewerking. En elke teeltmaatregel heeft zowel positieve als negatieve effecten op diverse aspecten van de bodemkwaliteit. Hoe precies de samenhang is, daaraan wordt in de praktijk te weinig aandacht besteed en juist dát is waar wij in deze opleiding de focus op leggen.” De boer of tuinder krijgt daarmee een integraal advies om de bodem zo goed mogelijk te beheren.
 
De praktijktraining is een belangrijk onderdeel van de opleiding. De deelnemers gaan heel Nederland door en leren tijdens veldbezoekdagen zowel over klei als zand en veen. In hun eigen regio voeren de deelnemers daarnaast 10 bedrijfsbezoeken uit. Een veldexpert begeleidt ze daarbij, maar de deelnemer voert zelf het gesprek met de boer om de nodige informatie te achterhalen en brengt zelfstandig advies uit. Van Os: “Deze opleiding komt voor mijn gevoel op het juiste moment. De bodem staat centraal in vele visies en beleidsstukken. Er wordt verwacht van de boer dat hij rekening houdt met nutriëntenkringlopen, koolstofvastlegging, biodiversiteit, waterberging en de juiste teelt passend bij de bodem. Bepaal maar eens wat een perceel nodig heeft om optimaal te functioneren. Daarin gaan onze veldbodemkundigen straks het verschil maken.”
 
Back to top