Praktijkverhaal: Ervaringen met verplicht inzaaien vanggewas na mais

Loonwerker Heuvelink: ‘Tachtig procent van de percelen staat gras prima’

Sinds 2019 is het verplicht om uiterlijk 1 oktober een vanggewas in snijmaispercelen toe te passen. Zo wordt voorkomen dat stikstof die niet door mais is opgenomen, uitspoelt. Hoe pakt de nieuwe
richtlijn in de praktijk uit? En wat zou nog beter kunnen? Loonwerker Freddie Heuvelink van Loonbedrijf Almen-Harfsen deelt zijn ervaringen.
 
Het is in 2019 een veelvoorkomend onderwerp in de studie- en demobijeenkomsten van projecten die het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer ondersteunt: het verplicht zaaien van een vanggewas op maispercelen vóór 1 oktober. De verplichting geldt op zand- en lösgronden en bezorgde ook loonwerker Freddie Heuvelink uit Almen (Achterhoek) wel wat kopzorgen: “Welk soort vanggewas pas je toe? Zaai je de groenbemester direct met de mais, kies je voor onderzaai of probeer je snel na het oogsten van de mais een vanggewas op het perceel te krijgen? En ook qua planning waren er wat uitdagingen. De timing bij onderzaai is bijvoorbeeld erg belangrijk, de mais moet niet te hoog zijn, maar ook niet te laag. Dan wint het vanggewas het van de mais.”
 
Als Heuvelink nu door de stedendriehoek Zutphen-Lochem-Deventer rijdt, is hij niet ontevreden over hoe het vanggewas er op de velden bij staat. “Zeker gezien de droogte denk ik dat we blij mogen zijn. Ik dacht dat het gras zou verdrogen, maar op tachtig procent van de percelen staat het gras er prima bij.” En ook de mais die hij er dit najaar bij de veehouders heeft afgehaald, was acceptabel.
 

Roterende maisschoffel

De meeste klanten van Heuvelink kozen voor onderzaai: het zaaien van een vanggewas als de maisplant tot kniehoogte is gegroeid. “Groot voordeel is dat het oogstmoment van de mais flexibel blijft.” Om het vanggewas er goed in te krijgen, gebruikt de loonwerker een maisschoffel met roterende schoffels. “Met rijafstanden van 75 centimeter kun je op een fatsoenlijke manier de onderzaai zaaien en is de schade aan de mais nihil.” Goede ervaringen heeft Heuvelink met het zaaien van de Italiaans Raaigras. “Dat is een goede als je onderzaai toepast. Rietzwenk is ook een vanggewas, maar adviseer ik alleen voor het zaaien voor opkomst van de mais. Als je zoals vorig jaar droge omstandigheden krijgt dan wint Rietzwenk het van de mais.” Het liefst zou Heuvelink zien dat de datum om een vanggewas in te zaaien verzet wordt na 15 oktober. “1 oktober is wat mij betreft net te krap: kalenderlandbouw bestaat niet. Een vanggewas zaaien ná het hakselen van de mais heeft mijn voorkeur. Het zaaien van een vanggewas is goed voor het verhogen van de organische stof in de bodem en voorkomt uitspoeling van stikstof, maar het telen van een goed hoofdgewas, de mais, heeft voorrang. Het nadeel van onderzaai is dat het niet mogelijk is om de eventuele structuurschade na de oogst te herstellen.”
 

 

Back to top